Arabische ziel, Iraanse spierballen

Met de auto trekken we door het heuvelachtige zuiden van Libanon. De steile wegen leiden ons van dorp tot dorp. Telkens we de affiches van de oude leiders en de jonge martelaren van Hezbollah zien opduiken, weten we dat we in het volgende dorp zijn aangekomen. Ze pronken op gevels, aan verlichtingspalen, in winkels. Grote gele Hezbollah-vlaggen geven kleur aan een zee van grijze woonblokken. We zijn op zoek naar families van gesneuvelde Hezbollah-strijders. “Zomaar een huis van families van gesneuvelde Hezbollah-strijders binnengaan is een mission impossible, zeker nu ze in Syrië vechten”, zei iedereen. 

Waarom het moeilijk maken als het makkelijk kan? We kiezen willekeurig een affiche van een martelaar uit, op een gevel aan de rand van een dorp. In een winkeltje aan het huis vragen we wie de martelaar is. ‘Zijn jullie journalisten?’, vraagt de oude man. Hij wil ongetwijfeld polsen of we geen spionnen zijn. Van zodra ik aanstalten maak om mijn perskaart boven te halen, is hij gerustgesteld. De mensen zijn vriendelijk en wijzen ons de weg naar de familie, die verderop woont.

Lees ook de andere artikels uit dit dossier via de overzichtspagina of via de icoontjes op onderstaande kaart.

Op de oprit van het huis zien we rozenkransen. Aan de voordeur wappert de vlag van Hezbollah onder een reusachtige met rozen omgeven poster van martelaar Ali. De verhalen dat mensen hier gesloten en argwanend zijn, worden niet bevestigd. Moeder Rabaab ontvangt ons warm en met open armen. Na vijf minuten zitten we in de woonkamer, met frisdrank en dadels, onder een levensgrote poster van Ali met een gevleugelde doodskist en het Hezbollah-logo. Daarnaast pronkt een groot portret van een lachende Hassan Nasrallah.

‘Trots op de dood van mijn zoon’

De hele familie is in het zwart gekleed. Openhartig en lachend vertelt Rabaab over haar zoon Ali, alsof ze trots is op zijn dood. ‘Vier maanden geleden werd hij gedood in Syrië. Hij was de eerste martelaar van ons dorp die in Syrië stierf. Zijn affiche hangt overal. Hij is nu de zoon van het hele dorp.’

Ik hoop dat Ali vrede vond, druk ik Rabaab op het hart. ‘Daar ben ik zeker van’, antwoordt ze. ‘Hij heeft zijn pad zelf gekozen. Hij is gestorven tijdens de verdediging van de Sayyeda Zeinab moskee.’ Haar geloof dat Ali nu bij haar andere zoon in het paradijs is, stelt haar gerust. Die stierf die twee jaar geleden in een auto-ongeluk. Als moeder die al twee zonen verloor, sterft ze vanbinnen, maar de religieuze doctrine bouwt haar ziel weer op: ‘Ons leed is niets, vergeleken met het leed van Imam Hoessein die zijn familie verloor in de slachting van Karbala (680). We zijn trots dat we ons, net zoals zij, mogen offeren voor onze sjiitische gemeenschap.’ De doctrine geeft een heldhaftige zin aan Ali’s dood.

Ali trok negen keer naar Syrië. Hezbollah-strijders blijven niet permanent aan het front, maar gaan een tijd mee vechten in Syrië en keren dan weer naar hun familie in Libanon terug. ‘Telkens Ali naar Syrië trok, liet hij ons een videoboodschap achter waarin hij ons uitlegde waarom hij moest doen wat hij deed. “Ik ga om jullie te beschermen. Als ik niet ga, komen zij naar hier. Ik voorkom een conflict hier aan onze voordeur”, zei hij.’

Lachend de mond gesnoerd

Rabaab is een spraakwaterval. Net als ze ons de video wil tonen, komt een vreemde man binnen. We weten niet wie hij is. Hij komt rustig in de zetel naast me zitten en zegt vriendelijk: ‘Eigenlijk mogen jullie niet zomaar met deze mensen over dat onderwerp spreken. Jullie moeten eerst toestemming vragen aan het mediabureau van al-Manar TV. Daarna kunnen jullie terugkomen.’ En tot zover het gesprek. We hebben gauw door dat de man een gewone inwoner van Jouayia is die zich gedraagt als agent van de partij. Hij komt letterlijk en figuurlijk tussen ons en hen in staan, en vraagt de naam van mijn fixer.

We hebben toestemming nodig om met gewone mensen te spreken, alsof elke inwoner van een Hezbollah-dorp, en al zeker families van strijders, woordvoerders zijn van de partij en niet zomaar vrij de pers te woord kunnen staan. De partij en niet de familie is eigenaar van Ali’s verhaal. Toch blijft het vreemd dat deze mensen zich daar niet van bewust waren, na zoveel jaren onder Hezbollah te hebben geleefd, en met een strijder in de familie.

Rabaab aanvaardt gedwee dat haar mond wordt gesnoerd. Ze keurt het zelfs goed en blijft gul lachen, ook al sprak ze amper een minuut geleden nog vrijuit over Ali. Vader Jamal kijkt ons verontschuldigend aan, alsof hij begrip vraagt voor hoe de zaken hier nu eenmaal gaan.

Gewapende militanten, of gewone burgers?

De man vertrekt weer. Vreemd genoeg wijst hij ons niet de deur. Rabaab nodigt ons uit om buiten op het terras onder de boom te gaan zitten en we praten gewoon verder. De sfeer is gemoedelijk. Het huis is op de rand van de vallei gebouwd en het terras steekt als een voorsteven over het weidse vergezicht uit. In de boom ligt een bidmatje en een Koran. De eerste tien minuten respecteren Rabaab en Jamal het spreekverbod, maar gaandeweg leidden we het gesprek weer naar het verboden onderwerp. En opnieuw spreken ze vrijuit over Ali.

Rabaab kan hem niet loslaten: ‘Ali is er nog, als we barbecueën, als we met het hele gezin aan tafel zitten. Elke dag moet ik huilen, en ik wil niet dat Ali’s dochtertje Batoul dat ziet. Ze moet de dood van haar vader als iets positief bekijken.’ De kleine Batoul zit er beteuterd bij. Ze deelt niet in de trotse vreugde van haar grootouders. Toch mogen we niet de indruk krijgen dat ze lijdt onder de afwezigheid van haar vader. ‘Batoul haalt voor het eerst de hoogste score op school’, zegt Rabaab. ‘We vertellen haar dat ze nu nog harder haar best moet doen voor haar papa, die naar haar kijkt van in het paradijs. Ze zette haar goede schoolrapport aan zijn graf. Haar kleine zusje roept soms van op het terras in de vallei “Papa, waar ben je? Als je in het paradijs bent, waarom heb je dan je kleren niet mee genomen?”

Tijdens het gesprek overlaadt Jamal ons met geschenken: Arabische koffie, za’atar, komkommers uit zijn moestuin, en een pak dadels. De familie is duidelijk in haar nopjes dat ze buitenlanders in hun huis mogen ontvangen en dat ze trots hun verhaal kunnen vertellen. Ze popelen om te kunnen spreken, alsof ze om begrip vragen van het Westen voor de strijd die zij voeren en het geloof dat zij koesteren. Maar de partij breekt hun openhartige karakter. Hun vriendelijkheid en haast naïeve menselijkheid staan in schril contrast tot de machtsstructuur waar ze een deel van zijn en die ons een deeltje van zijn gezicht liet zien.

Van euforie naar angst

Weer thuis in ons appartement komen we van onze contacten te weten dat we, zonder het te beseffen, een grote vis beet hadden. Ali leidde jonge, nieuwe strijders op en was zelf een leerling van Imad Moughniyeh, één van de hoogste militaire leiders binnen Hezbollah die in 2008 in Syrië werd gedood. Plots begrijpen we de betekenis van de video die vader Jamal ons toonde, waarin Ali zijn kunsten als sluipschutter toont.

Het onmogelijke mogelijk maken, daar betaal je een prijs voor. Het mobieltje van onze fixer gaat over. Een anonieme stem zegt: ‘Stop waarmee je bezig bent. Je raakt verwikkeld in iets dat veel groter is dan jezelf. Ik zeg dit voor je eigen goed. Ga weg van de twee buitenlanders die je aan het helpen bent.’ We beseffen dat we net iets te diep hebben gegraven. De euforie slaat om in onversneden angst.

De gemeenschap sluit zich en houdt de sleutel verborgen. De sleutel zijn gewone mensen die zich gedragen als agenten van de Hezbollah-staat. Het instrument is de angst die monden snoert. Hezbollah laat niet achter de gordijnen kijken. Na het telefoontje is mijn fixer doodsbenauwd en de volgende dag is ze in gedachten verzonken. Ik voel dat ze zal afhaken. Zo makkelijk en effectief is de intimidatie. Hoe vonden ze haar telefoonnummer? Later leer ik van een Hezbollah-expert dat de partij een index heeft van elke familie in het zuiden. Ze bezoeken elk huis, documenteren elke familie, wie ze zijn, welk beroep ze uitoefenen.

Oude mannen met baarden, jongemannen met geweren

Die avond op restaurant laat ik mijn gedachten de vrije loop. Oude mannen met baarden rekruteren jongemannen met geweren. De ouderen laten de jongeren vechten voor de zaak. De beslissing om op te roepen tot Jihad in Syrië gaat uit van de alwetende leiders Hassan Nasrallah en de Iraanse Ayatollah Khamenei. Zij activeren de diepreligieuze gevoelens en angsten van hun achterban om het verlies van zonen draaglijk te maken. Met trots en heldendom laten ze hun zonen de dood tegemoet gaan voor het hoger strategisch belang van Iran en Syrië.

Ze geloven dat hun dood het leven is van hun sjiitische gemeenschap. Correcter is dat hun dood het leven is van een regime, van een autoritaire leider die op zijn stoel kan blijven zitten. Zelfs als ze hun doel zouden bereiken en Bashar Assad de bovenhand en uiteindelijk de overwinning zou behalen, wat zou die overwinning dan betekenen? Waarom stellen Rabaab en Jamal zich die vraag niet?

Het antwoord op die vraag vind ik bij een ander contact uit het zuiden. Zoals voor vele Hezbollah-aanhangers is haar blind vertrouwen in de leider Hassan Nasrallah onwankelbaar, ook al vecht Hezbollah deze keer niet in eigen land om de zuidelijke dorpen te beschermen tegen de Israëlische dreiging, maar in een vreemd land tegen de Syrische rebellen. Ze voelt zich er niet goed bij, maar stelt zich geen vragen. Hoe kan dat?

Haar eigen woorden brengen verheldering in hoe veel Libanese sjiieten denken: ‘Israël bombardeerde mijn huis in 2006. Ik was 17 en moest de bergen in vluchten. Hezbollah-strijders gaven hun leven opdat wij het onze konden verder zetten. Jullie denken dat de leiders ons met de vele affiches van de martelaren willen indoctrineren, maar ik ben er trots op. Mijn buikgevoel zei wel dat het verkeerd was om met het regime in Syrië te gaan vechten. Dus wachtte ik op de speech van Sayyed Hassan Nasrallah. Ik vertrouw hem met heel mijn hart. Als hij spreekt, voel ik me veilig. Nadat ik zijn interpretatie van de complexe realiteit hoorde, dacht ik: waarom zou ik iets beter weten dan hij? Hij beloofde een overwinning in Syrië, en hij komt altijd zijn beloftes na. Ik moet geloven dat wat Hezbollah doet goed en nobel is.’

De marionetten

Ze denkt niet na over wat de belofte inhoudt, wat “overwinning” dan wel betekent. De bescherming van Libanon? Of een regionale invloed van Iran en Syrië verdedigen? Worden de Libanese sjiieten meegesleurd in een oorlog in hun naam zonder dat ze zich bewust zijn van de Iraans-Syrische buitenlandpolitiek? Beseffen ze dat duizenden jongemannen van dit land naar Syrië gaan en in kisten terugkomen, hun kinderen niet zullen zien opgroeien? Welke zin heeft hun dood? Ik vraag het me soms af, ook al geven Hezbollah en de families van de martelaren er een diepreligieuze of politieke zin aan: “Zij sterven opdat wij zouden overleven.”

Hezbollah verandert de sjiieten uit het zuiden van een op de buitenwereld gericht en gastvrij volk, in militanten voor een regionale strijd om invloed. Kunnen we deze eenvoudige mensen veroordelen voor wat zij in Syrië aan de zijde van het Assad-regime aanrichten? Hebben zij de touwtjes in handen of zijn zij de marionetten? Wat kunnen we leren over de verantwoordelijkheid van het individu in een ijzersterk indoctrinatiesysteem?

Hier zien we hoe de invloed van de grootmachten neerdaalt tot op het niveau van een eenvoudig gezin in een eenvoudig dorp. Als Iran het Syrische regime wil beschermen om zijn regionale macht te vrijwaren, dan gebruiken ze de Libanese sjiieten, zelfs als dat Libanon en Syrië pijn doet. Als Saudi-Arabië het Syrische regime wil raken om aartsvijand Iran te verzwakken, dan mobiliseren ze Libanese soennieten om met de Syrische oppositie te vechten. Altijd en overal zijn individuen gemobiliseerd voor een grotere zaak, ideologie of macht. De Europese geschiedenis staat er bol van.

De grootmachten activeren de slapende Libanese burgeroorlog die zij in de jaren ’90 vochten op Libanees grondgebied, om vandaag de burgeroorlog te vechten op Syrisch grondgebied. Ze mobiliseren hun Libanese marionetten opdat die hun achterban zouden mobiliseren om in Syrië in gaan vechten. Zo blijft Libanon een zwakke, verdeelde speeltuin voor eender wie in het Midden-Oosten oorlog wil voeren.

Pieter Stockmans

Ali Jeshi’s boodschap voor zijn vertrek naar het front in Syrië



Video van Ali Jeshi’s begrafenis



Op deze facebook-pagina ter ere van martelaar Ali Jeshi vind je meer video’s.

Deze artikels zijn de puzzelstukken van een groter onderzoek naar de rol van Hezbollah in de Syrische burgeroorlog, of naar hoe de slapende Libanese burgeroorlog ontwaakt in Syrië. Ze zijn geschreven in een persoonlijke stijl en beschrijven mijn zoektocht. Het zullen soms ook uitgeschreven interviews met politici en deskundigen zijn. De berichten vormen een achtergrond bij de reportage die ik in oktober in MO* Magazine zal publiceren en waarin ik alle puzzelstukken van dit onvoldoende bekend, maar belangrijk land zal samenleggen.

Andere berichten op dit blog: “Tussen vrijheid en geluk”.
Volg ons op Twitter: @VRIJHEIDenGELUK https://twitter.com/VRIJHEIDenGELUK

Volg ons op en nodig ook je vrienden uit om mee te volgen!

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.