Cruise control voor Hu en Wen?

Ook in China slaat de economische crisis ondertussen ongenadig toe, nadat de groei-economieën vorig jaar eerst nog de dans leken te ontspringen. Het is voorlopig echter koffiedik kijken welke de langetermijn-implicaties van die economische crisis zullen zijn.

Twee interpretaties


Grosso modo dienen zich twee denksporen aan. Vooral Angelsaksische media stellen dat China van de crisis gebruik maakt om zijn positie in het internationale economische en geopolitieke krachtenveld te verbeteren, o.m. door de berg liquiditeit waarop de overheid zit, en het feit dat overal in de wereld nu koopjes te doen zijn.
In tegenstelling tot een recent verleden ziet men de Chinezen nu wel blijkbaar graag met geld over de brug komen. Ook zou China van de nood een deugd maken en haar economie fundamenteel gaan reorganiseren: meer high-tech produkten met een hogere toegevoegde waarde (i.p.v. de low-tech waarvoor het land bekend en berucht is), het aanzwengelen van de binnenlandse vraag (nu de exportgerichte economie slabakt), en waarom niet, een groene voorsprong nemen op de concurrentie.
Anderen zien echter in de huidige economische problemen het begin van het einde van het ‘Chinese model’ van de laatste 30 jaar, en vrezen voor de politieke fall-out, verregaande instabiliteit of erger. Mark Eyskens was een tijdje geleden een van de mensen die zich zorgen maakten over de geopolitieke gevolgen van de economische crisis. Ik wil me hier concentreren op de tweede stroming, en nagaan of de druk op het Chinese regime dermate is, dat ze er eventueel zou kunnen onder bezwijken.
Het toenemende internationale zelfvertrouwen van China op internationale fora en in de coulissen wijst er al op dat een dergelijk scenario weinig waarschijnlijk is. De Chinese KP heeft al vaker blijk gegeven van pragmatisme en flexibiliteit, en de afgelopen 30 jaar al tal van varkentjes gewassen (met de nasleep van het Tiananmen ‘incident’ en de reorganisatie van de grote staatsbedrijven midden de jaren ’90 als voornaamste exploten ).
In 2003 typeerde Nathan het overlevingsinstinct van de Chinese KP niet voor niets met de term ‘autoritaire veerkracht’. En toch, een economische crisis van deze omvang vormt misschien wel de eerste échte test van het Chinese model van economische ontwikkeling: economische liberalisering, vooral gericht op economische groei, gekoppeld aan vrij strakke politieke controle.

Good cop, bad cop


Ook al geven ze zelf blijk van een stevige dosis zenuwen in dit (speciale) jaar met tal van heikele verjaardagen, en zijn internetcensors druk in de weer de jongste maanden, toch zitten de Chinese machthebbers vrij stevig in het zadel. Het gros van de Chinezen legt de oorzaak van de crisis immers bij het Westen (en dan vooral bij cheerleader Amerika ), en is van oordeel dat de top van de KP zowat alles doet wat in haar vermogen ligt om de crisis te beteugelen.
Eerder, in de maanden na de aardbeving in Sichuan, was dat ook al het dominerende sentiment bij de bevolking: Hu Jintao en Wen Jiabao deden alles wat ze konden om het leed te verzachten. Vooral ‘grootvadertje Wen’ gaf blijk van diepe menselijkheid, zoals Confucius duizenden jaren geleden al voorschreef voor politieke leiders. De storyline die Westerse media al vlug domineerde (die van de krakkemikkige “tofu”-scholen) haalde de Chinese media wel, maar de volkswoede richtte zich toch vooral op lokale bureaucraten.
 Ook nu lijkt dat het geval te zijn: mensen werken hun frustratie uit op corrupte bazen, burgemeesters en andere lokale bureaucraten, of nog op corrupte journalisten. Zhongnanhai – het Chinese equivalent van het Witte Huis – blijft daarentegen buiten schot. Toegegeven, de censuur steekt allicht meer dan een handje toe. Charta 08, dat wél principieel verzet inhoudt tegen het systeem en KP machtsmonopolie, is in die zin vooralsnog niet de norm.
Als je dat charter nauwkeurig leest, kun je je overigens niet van de indruk ontdoen dat de auteurs in hetzelfde bedje ziek zijn als westerse mensenrechtengroeperingen (tot voor kort): er is bijzonder weinig aandacht voor sociale en economische rechten.
Terwijl ze bij wijze van spreken toch maar over de Himalaya hoeven te turen om te merken dat burgerlijke en politieke mensenrechten geen garantie vormen op sociale rechtvaardigheid. Maar goed, als verzachtende omstandigheid kan gelden dat Chinese intellectuelen allicht hun buik vol hebben van de Chinese overheidsinterpretatie van mensenrechten (met focus op die sociaal-economische rechten).

Lessen uit de geschiedenis


Bij brede lagen van de Chinese bevolking liggen de horrortijden van vroeger voorts nog relatief vers in het geheugen, en beseffen ze welke vooruitgang het land de afgelopen decennia geboekt heeft. Volgens Hofstede zijn Chinezen meer dan westerlingen gericht op de lange termijn, en getuigen ze van meer doorzettingsvermogen.
Met dergelijke culturele veralgemeningen is het altijd uitkijken geblazen, maar toch, veel Chinezen zijn hard voor zichzelf. De al wat oudere bevolkingsgroepen liggen, in het licht van de geschiedenis, allicht niet wakker van de huidige recessie. Alleen de jongeren hebben de excessen van de Culturele revolutie (en, in een verder verleden, van de Grote Sprong Voorwaarts) maar van horen zeggen. Zij zijn echter, behalve fragieler dan de generaties voor hen, ook grotendeels apolitiek.
Verder zien Chinezen zelfs met een vergrootglas op dit ogenblik geen valabel alternatief voor de Communistische partij. Zonder de partij, de chaos, lijken ze te denken. Uiteraard speelt dat in de kaart van de partij. Het spreekt voor zich dat de partij er deels debet aan is dat dergelijk overkoepelend alternatief in geen velden of wegen te bekennen is.
De bonzen aan de top hebben ook duidelijk lessen getrokken uit de gebeurtenissen in ’89. Anders dan toen, proberen ze nu naar buiten toe de eendracht te bewaren. De verschillende facties zijn er wel (o.m. populisten versus elitisten; links, rechts en nationalisten), maar ideologische robbertjes worden vooralsnog door academici en op blogs uitgevochten, of nog achter de schermen.
De crisis wakkert (net zoals bij ons) de intellectuele tegenstellingen wel aan, en breuklijnen komen hier en daar bloot te liggen, maar mainstream media hoeden zich er toch voor om tegenstellingen binnen de communistische partij aan de grote trom te hangen. Interviews met KP-machthebbers zijn dan ook bijzonder zeldzaam, of toch western-style interviews waarbij journalisten vissen naar de interne keuken van een partij.
In het spanningsveld tussen vrijheid en sociale harmonie, lijken Chinezen ook meer dan ons bereid te zijn om hun vrijheid wat in te laten perken. Beperkte resources voor een bevolking van 1.3 miljard mensen vormen ongetwijfeld een deel van de verklaring.
Zo zien bv. meer dan 80 % van Chinezen (cfr. een Pew survey van maart 2008) er geen graten in dat de Chinese overheid het internet controleert. Al hebben ze dan ongetwijfeld vooral het beschermen van de morele integriteit van hun kinderen voor ogen ( en niet de politieke controle en censuur), het blijft toch een teken aan de wand.

Belangrijk is ook dat 30 jaar globalisering en hervormingen van China een gepolariseerd land hebben gemaakt, met groepen die vaak volslagen andere belangen hebben.
Polarisatie


Belangrijk is ook dat 30 jaar globalisering en hervormingen van China een gepolariseerd land hebben gemaakt, met groepen die vaak volslagen andere belangen hebben. Het kan link worden voor de overheid, als die groepen de handen in elkaar zouden slaan, zoals in ’89 even het geval leek toen studenten en arbeiders massaal samen op straat kwamen. De kans daarop oogt nu echter veel geringer dan toen.
De bureaucratische elite en de entrepreneurs (de zogenaamde ‘rode kapitalisten’ )  -   40 % van de ondernemers heeft een partijkaart - zijn uiteraard geen vragende partij om het systeem grondig te herijken. Studenten zijn dan weer grotendeels apolitiek en meer in het bijzonder druk in de weer met sociale netwerksites, computerspelletjes en chatten. Politiek is voor vele jongeren ‘iets voor saaie volwassenen’.
De minderheid die wel blijk geeft van enige politieke interesse, de beruchte ‘angry youth’ (fen qing), is dan weer vrij nationalistisch en staat grotendeels achter het regime. Opvallend is dat dit ook geldt voor een groot deel van de studenten die in het Westen gestudeerd hebben, en de pro’s en contra’s van ons systeem aan den lijve hebben ondervonden. Angst dat universiteitsonderwijs geen job zal opleveren, is wel wijdverspreid.
De middenklasse is dan weer eerder pragmatisch, en lijkt voorlopig ook meer te verliezen dan te winnen te hebben bij een revolutie. Overigens zijn ze vooral politiek actief m.b.t. concrete thema’s (zoals milieu, vastgoedperikelen, …). Pas als de middenklasse niet meer zou geloven in de Chinese droom en in globalisering meer na- dan voordelen begint te zien, wordt het uitkijken voor de KP.
Ook white collar workers krijgen het moeilijk de jongste maanden, maar de crisis zal nog veel harder moeten toeslaan vooraleer mensen het systeem zelf in vraag beginnen stellen. En velen worden ook gewoon in slaap gewiegd door de celebrity culture in de populaire media. Arbeiders en vooral migrantenarbeiders hebben het zoals bekend bijzonder zwaar te verduren sinds de herfst van vorig jaar, maar zij ontberen, meer nog dan andere bevolkingslagen, politieke macht.
De overheid doet ook wat ze kan om ‘sociale onrust’ te voorkomen, o.m. via grootscheepse job events en job skills-trainingssessies. En voor de hardleersen is er altijd nog de ‘ijzeren arm der wet’, een repressief apparaat dat overigens altijd net iets gretiger lijkt gebruikt te worden als het over rumoerige etnische minderheden (Tibetanen, Oeigoeren) gaat.
De precaire situatie van boeren staat al een tijdje bovenaan de politieke agenda (cfr. het ‘san nong’ issue), maar nu zeker, al was het maar om de binnenlandse vraag aan te zwengelen en zo de economie terug aan de praat te krijgen. Maar net als arbeiders ontberen landbouwers macht en groepen die hen kunnen vertegenwoordigen op hogere echelons. En de nieuwe ( urbane ) armen ? Tja, die zullen nog een tijdje mahjong moeten blijven spelen, vrees ik. Het sociale vangnet (dibao) wordt weliswaar geleidelijk opgetrokken, maar laat niet echt een luxueuze levensstijl toe.
Sociale zekerheid voor Chinezen is meer in het algemeen een ‘work in progress’. Er moet nog veel aan gesleuteld worden, en Chinese ambtenaren geven aan dat sociale zekerheid sowieso slechts op lange termijn effect zal ressorteren in de hoofden van mensen (en in hun consumptiepatroon). Overigens willen Chinezen wel een betere gezondheidszorg en pensioen, maar toch hebben velen principiële problemen met sociale zekerheid zoals wij die kennen.
Het is er bijna een stigma om geld van de overheid te krijgen ‘om niets te doen’, zie bv. experimenten in Yunnan in 2007 om pas afgestudeerde studenten die geen werk vonden een uitkering te geven: ze stonden niet echt in de rij aan te schuiven, om het zacht uit te drukken. Sociale zekerheid is dus ongetwijfeld een noodzaak, maar kan op korte termijn geen soelaas bieden voor de legitimiteit van het regime.

Kwetsbaar


Een paar factoren maken de KP wél kwetsbaar, zeker als de crisis langer gaat duren en nog meer ravage aanricht. Zo claimt de communistische partij in China steevast het leeuwendeel van al wat goed gaat in de maatschappij en economie. Ze gaat prat op haar vele prestaties en successen.
Daar is echter het risico aan verbonden dat, als het slecht gaat, er zich niet echt een zondebok aandient en de overheid dus nadrukkelijk ‘in the line of fire’ komt. Een situatie als hier, waarbij we onze pijlen vooral richten op CEO’s en banken, is weinig waarschijnlijk. Vooralsnog fungeren echter lokale KP bureaucraten als boksbal, en ze spelen die rol met verve.
Door de gefragmenteerde samenleving is de consensus over (de richting van) de hervormingen ook verdwenen, die er in de jaren ’80 in brede lagen van de bevolking was. Stakeholders en gevestigde belangen dienden zich ondertussen aan, en staan hervormingen die een rechtvaardiger China zouden bewerkstelligen vaak in de weg.
Niet voor niets wijzen linkse Chinese academici erop dat niet de fetisj van 8 % groei belangrijk is, maar structurele hervormingen, die de welvaart wat beter zouden verdelen. Voorlopig zijn incrementele hervormingen, die belangengroepen niet te veel voor het hoofd stoten, echter vaak de enige optie. Getuige de moeite die China heeft om de focus op economische groei in te ruilen voor een meer duurzame ontwikkeling, of recent het hevige gebakkelei over de concrete invulling van het stimulusplan (investeren in infrastructuur versus verhogen van de rurale levensstandaard -Zheng & Chen - pdf).
Last but not least is er ook een ideologisch deficit: anders dan in Amerika, waar brede groepen in de samenleving waarden als vrijheid, democratie, entrepreneurship en mobiliteit delen, hebben in China opeenvolgende leiders vaak top down waarden proberen af te kondigen, van Deng over Jiang tot nu Hu. Dat die niet door iedereen gedeeld worden in een versplinterde samenleving, daar hoeft geen tekening bij.
Samengevat: je kunt het dus niet echt cruise control noemen voor Hu en Wen, maar echt zorgen hoeven ze zich op het eerste zicht toch niet te maken. Of het zou moeten zijn dat, net zoals in 1989, de storm weer komt overwaaien uit het Westen. In Beijing slapen ze voorlopig beter dan in Washington dezer dagen.
Voor een contrasterende opinie: Minxin Pei (in een recent artikel in Foreign Affairs.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.