De kunst van het vliegen

Het vliegtuig nemen in Afrika is nooit zonder verrassingen. Maar de kunst komt soms uit een onverwacht hoekje.

Sommigen noemen dit ‘het noodlot tarten’. Ik hou het bij stereotypen bestrijden. Hoewel er vermoedelijk toch ook een zeker zoeken naar coping mechanisms meespeelt, daar ben ik me wel van bewust. Voortdurend in negativisme leven is immers niet gezond. Als de kommer en kwel teveel de overhand nemen, ga ik wel eens vaker actief op zoek naar lichtpunten en schuw daarbij, ook dat besef ik, niet het nemen van berekende risico’s.

Ik moest voor mijn werk naar Kinshasa. De enige luchtvaartmaatschappij die een binnenlandse verbinding legt met Kinshasa, de CAA, heeft zo haar nadelen: vooreerst staat ze op de lijst van vliegende doodskisten van de Europese Unie. Dat op zich is niet verwonderlijk. Nogal wat Afrikaanse maatschappijen staan op die lijst, maar dat betekent wel dat de VN, MONUSCO en zelfs vele NGOs hun personeel verbieden deze lijnen te gebruiken. Vervelender is dat de CAA gemiddeld toch één crash per jaar heeft gedaan, het laatste paar jaren. Maar helemaal ergerlijk is dat een reservatie van een zitje absoluut geen reiszekerheid meer biedt. Mijn collega Theo kreeg drie uur voor de afreis van zijn vlucht te horen dat hij zich maar vroeger had moeten aanmelden, want dat helaas de vlucht vol zat. Sindsdien duiken dergelijke verhalen overal op. Het volstaat dat iemand 50 $ bovenop de prijs van een ticket neertelt op de dag van het vertrek, om schaamteloos het zitje van een reguliere passagier toegewezen te krijgen.

In die omstandigheden is het op alle vlakken veiliger om naar Kinshasa te reizen via Entebbe, waar betrouwbare maatschappijen als Ethiopian Airlines en Kenya Airways de dienst uitmaken en via Addis Abeba of Nairobi de verbinding met Kinshasa verzekeren, en niet eens duurder dan CAA.

Een eerste voordeel heb je al bij de boeking: dat kan volledig via internet, en de betaling kan met een visakaart. Voor CAA moet je naar hun kantoor. In nog geen kwartier tijd was mijn vlucht geboekt en betaald. Een nadeel is wel dat je voor je vertrek eerst naar Entebbe moet reizen, en dat de vlucht om 5 uur ’s ochtends geboekt staat. Dat betekende dus een nachtje doordoen. En waar houdt een wachtende geest zich zoal mee bezig? Met het verzinnen van berekende risico’s bijvoorbeeld.

Bovenop mijn computer en handbagage had ik slechts een kleine rugzak met wat hemden, broeken, ondergoed en een toilettas. Maar drie stuks om te dragen is toch wat omslachtig, dus checkte ik mijn rugzak toch in. De ritsen maakte ik vast met enkel maar een paperclip te schuiven door de ogen van de lipjes van twee ritsglijders, of hoe die dingen ook mogen noemen. Geen diefbestendige afsluiting dus. Benieuwd of Kenya Airways mijn test zou doorstaan.

In Nairobi, waar ik van vliegtuig diende te veranderen, hing een bijzondere sfeer door de brand die er enige weken geleden huis hield. De zwartgeblakerde luchthavenvleugel oogde somber in het ochtendlicht, maar er hing toch een gemoedelijke drukte. De witte tenten die overal waren opgetrokken om de door de brand uitgevallen afdeling te vervangen gaven iets bevreemdends feestelijks aan de luchthaven. De lusters in de tenten versterkten dat gevoel nog. En de dienst werd vlekkeloos verzekerd. Alle vluchten mooi op tijd, alle personeel met een flitsende glimlach. Zo professioneel!

Bij aankomst in Kinshasa was het contrast groot. De chaos in de bagageruimte was even groot als altijd. Geroep, getier, gesleur, geharrewar, bagagisten die tegen betaling met de bagagetag van hun klant in de hand over de transportbanden door de opening naar de bagagekarren stapten en terug, er is niets veranderd.

Maar mijn rugzak verscheen niet. Had hij de switch tussen vliegtuigen bij de overstap in Nairobi niet gehaald? Of hadden de Congolezen niet kunnen weerstaan aan de verleiding van een onbeschermde rugzak? Als er nog slechts een tiental wachtenden aan onze transportband stonden, gaf ik het op. Ik keek rond naar een loket waar ik aangifte kon doen van verloren bagage. Maar dan bekroop me ineens het idee om ook eens op de andere banden te gaan kijken, en zie, mijn rugzakje stond daar eenzaam toertjes te draaien op de band die vanuit Yaoundé was aangekondigd. Toch nog altijd 10/10 voor Kenya Airways, en niets verdwenen uit mijn rugzak!

Op de terugweg was ik bij het betreden van het luchthavengebouw van N’Djili heel even onoplettend, en hop, één van die pseudo-beambten had me mijn paspoort al uit de hand gerukt om voor mij mijn Go-pass te gaan betalen. Dat is een belasting van 50 $ per persoon die elke internationale reiziger moet betalen (10 $ voor een binnenlandse vlucht), en waarvan niemand precies weet waar het geld wordt voor gebruikt. Hij stak badge-zwaaiend alle wachtenden aan het bankloket voor en schreeuwde reikhalzend “geef me 50 $”. Alle hoofden draaiden terecht geërgerd mijn richting uit. Om de situatie niet nog moeilijker te maken gaf ik hem het geld. Glunderend met zijn overwinning wou hij me verder op sleeptouw nemen. “Geef me je ticket”, probeerde hij nog. Maar ditmaal was ik de snelste. Ik rukte hem op mijn beurt mijn reispas en Go-pass uit zijn hand, en zei hij hem dat ik groot genoeg ben om mijn eigen erwtjes te doppen, en bovendien tijd zat had. Die uitdrukking op zijn gezicht zal ik niet licht vergeten.

Bij de eerste bagagecontrole aan de ingang van de luchthaven vroeg de inspecteur me ongelovig, wijzend naar mijn rugzakje: “is dat je enige bagage?”. Toen ik ja knikte zei hij: “komaan man, maak dat je wegkomt, dat gaan we toch niet controleren!”. Ongelooflijk op welke onbedoelde manieren je iemand in zijn beroepseer kan krenken.

Bij de tweede bagagecontrole aan de check-in van Kenya Airways haalde de man mijn zaklamp uit een zijzakje en stopte ze in de hoofdzak, zonder een woord te zeggen. Hij zweeg ook toen hij toekeek hoe ik mijn paper clips opnieuw door de lipjes schoof.

In de derde bagagecontrole, bij het betreden van de wachtzaal, haalde de controleur een mini-tube contactlijm uit mijn handbagage. Ik heb dat altijd bij om onverwachte brokken te lijmen. Ik ben er al wel twintig keer grenzen mee overgetrokken zonder enig probleem. In N’Djili mag dat niet. Daar is 2 cl lijm een terroristisch wapen. Maar het ergste moest nog komen. In de vierde bagagecontrole, vlak voor het instappen in de bus naar het vliegtuig, haalde de controleur triomferend een sinaasappel uit mijn reistas. “Wilt u die alstublieft eerst opeten meneer, die mag u niet meenemen”. “Ben je mal, kerel?”, antwoordde ik hem, de bus gaat zo vertrekken, en u houdt al die wachtenden achter mij op, komaan zeg, ik ga nu toch geen fruit beginnen eten, laat het opschieten. Wat is er mis mee?”.

“U kan de schil gebruiken om in de ogen van de piloot te sproeien, u mag dat niet mee aan boord nemen”. “Hé”, zei ik verbijsterd, “bij die jongeman vlak voor mij heb je een spuitbus deodorant laten passeren, waar je niet alleen iemand mee kan verblinden maar ook nog eens een steekvlam kan mee maken, en mijn oranjeappel…”. “Het reglement zegt dat we dat tot 100 ml mogen laten passeren”. “Ha!”, hoonde ik, “mijn sinaasappel heeft nog geen 20 ml sap”, maar hij was al verdwenen in de vuilbak die als aanslagbak dienst deed.

De bus moest nog geen 300 meter afleggen naar het vliegtuig, maar halverwege ging hij aan de kant staan. De hitte sloeg toe. De chauffeur zette eerst de deur aan de rechterkant open. Toen de mensen begonnen te klagen ook die aan de linkerkant. Na een hele tijd werd pas duidelijk waarom we aan de kant waren gezet. Een man van de veiligheidsdienst met rood fluo hesje stapte op, en stopte snel twee minuscule pakjes in de rugzak van één van de reizigers. Ik liet uitdrukkelijk blijken dat ik het gezien had, maar ze negeerden me. Even overwoog ik om het te melden aan de kapitein, maar de pakjes waren te klein om wapens te zijn. Diamanten kunnen geen vliegtuig doen neerstorten.

Toen de wielen zich losmaakten van het tarmac voelde ik opnieuw dat geweldige gevoel van opluchting dat ik in geen enkele andere luchthaven ter wereld al heb ervaren. De Congostroom tekende zich al meteen af aan de horizon. Maar dan begon het vliegtuig vreemd te slingeren. Grote bochten naar links en rechts losten elkaar af. Het duurde een hele tijd eer de koers stabiliseerde en we boven de wolken uitkwamen. Pas een half uur later zou de captain het woord nemen om zich te excuseren voor het ongebruikelijke vluchtbegin, dat volgens hem was te wijten aan tegenstrijdige richtlijnen (conflicting instructions) van de controletoren. Toen drong tot me door dat mijn gevoel van opluchting toch nog te vroeg was gekomen.

De rest van de vlucht is probleemloos verlopen. De kunst van het vliegen is niet veel mensen gegeven. Ik denk dat 99,9 % van de vliegtuigpassagiers er geen flauw idee van hebben welk ongelooflijk spektakel ze missen. Dutten, lullen, film kijken of lezen laten me compleet koud terwijl onder ons de wonderlijkste landschappen voorbijschuiven. Ik kan er niet genoeg van krijgen, val van de ene verrassing in de andere. Onze planeet is een geweldig schouwspel met miljoenen taferelen, waar ik niet op uitgekeken raak. Elke vlucht licht een ander tipje op van de sluier die de adembenemende kunstwerken van moeder aarde bedekt. Ik deel er enkele met jullie in de fotoreeks bovenaan de pagina. Geniet er van!

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.