Van 9 tot 18 mei 2009 reisde Bart door Vietnam voor een studiereis van de World Population Foundation
WHO wil hondsdolheid beter bestrijden
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wil de meer dan twaalf miljoen mensen per jaar, die door een hond of slang gebeten worden of een schorpioenensteek krijgen, de nodige serums gaan toedienen. Hondsdolheid is een fatale virusinfectie voor mensen in ontwikkelingslanden, tenzij de nodige geneesmiddelen beschikbaar zijn.
Bart Vanacker . 10 januari 2007
Hondsdolheid is de op negen na meest dodelijke infectieziekte bij mensen. Een beet van een zieke hond is fataal indien er geen behandeling volgt. Wereldwijd sterven jaarlijks 40.000 tot 70.000 mensen aan de ziekte, vooral in Azië en Afrika. Acht miljoen mensen, waarvan de helft kinderen, zouden jaarlijks een behandeling moeten krijgen tegen hondsdolheid. Om de internationale richtlijnen rond de nabehandeling van hondsdolheid te kunnen opvolgen, heeft de WHO zestien miljoen doses van het geneesmiddel nodig.
Wereldwijd worden nog vijf miljoen mensen het slachtoffer van slangenbeten. De slachtoffers, vooral jonge landbouwers en kinderen, wonen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. De beten eisen in Afrika alleen al 20.000 levens en een veel hoger aantal slachtoffers met een handicap ten gevolge van het gif. Vaak leiden die handicaps tot amputatie. Vijftig tot 75 procent van de slachtoffers moet meteen een tegengif toegediend krijgen om overlijden, amputatie of neurologische problemen te vermijden. De WHO schat dat er daarvoor jaarlijks tien miljoen dosissen antigif nodig zijn.
Om het gebrek aan medicijnen tegen honden- en slangenbeten en schorpioenensteken te bestrijden, zal de WHO de komende vijf jaar 7,6 miljoen euro vrijmaken. Daarmee wil het de productie van serums aanzwengelen in ontwikkelingslanden. De WHO zal technologie verhuizen naar die landen en de autoriteiten helpen voorspellen aan welke middelen de meeste behoefte bestaat. In de ontwikkelde landen is de productie van serum, een farmaceutisch middel dat antilichamen bevat tegen een of meerdere stoffen, bijna volledig stilgevallen. De middelen zijn amper winstgevend. Ook in ontwikkelingslanden is er een gebrek aan stoffen.
Howard Zucker van de Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat de capaciteit van de lokale fabrikanten van geneesmiddelen verhoogd moet worden. “Efficiënte oplossingen kunnen miljoenen levens redden”.
Wereldwijd worden nog vijf miljoen mensen het slachtoffer van slangenbeten. De slachtoffers, vooral jonge landbouwers en kinderen, wonen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. De beten eisen in Afrika alleen al 20.000 levens en een veel hoger aantal slachtoffers met een handicap ten gevolge van het gif. Vaak leiden die handicaps tot amputatie. Vijftig tot 75 procent van de slachtoffers moet meteen een tegengif toegediend krijgen om overlijden, amputatie of neurologische problemen te vermijden. De WHO schat dat er daarvoor jaarlijks tien miljoen dosissen antigif nodig zijn.
Om het gebrek aan medicijnen tegen honden- en slangenbeten en schorpioenensteken te bestrijden, zal de WHO de komende vijf jaar 7,6 miljoen euro vrijmaken. Daarmee wil het de productie van serums aanzwengelen in ontwikkelingslanden. De WHO zal technologie verhuizen naar die landen en de autoriteiten helpen voorspellen aan welke middelen de meeste behoefte bestaat. In de ontwikkelde landen is de productie van serum, een farmaceutisch middel dat antilichamen bevat tegen een of meerdere stoffen, bijna volledig stilgevallen. De middelen zijn amper winstgevend. Ook in ontwikkelingslanden is er een gebrek aan stoffen.
Howard Zucker van de Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat de capaciteit van de lokale fabrikanten van geneesmiddelen verhoogd moet worden. “Efficiënte oplossingen kunnen miljoenen levens redden”.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Interview
-
Wereldblog
-
Nieuws
-
Nieuws