MILF ontkent categoriek betrokkenheid bomaanslag

De Filippijnse overheid overweegt het MILF - een groep van meer dan 12.000 rebellen die sinds ruim twintig jaar ijvert voor een islamitische staat in het zuiden - te classificeren als een terroristische groepering. Dat verklaarde defensieminister Angelo Reyes vandaag. De regering heeft diverse moordaanklachten ingediend tegen leiders van de groepering, die het verdenkt van de aanslag op 4 maart aan de internationale luchthaven, waarbij 23 mensen om het leven kwamen en meer 130 anderen gewond raakten. Vóór de bomaanslag werkte de overheid nog aan een vredesvoorstel met het MILF dat de steun van Maleisië en Libië zou krijgen. Volgens activisten betekent de aanslag, en de reacties van de overheid sindsdien, dat de vredesinspanningen verknoeid zijn en dat een escalatie van de oorlog tegen het MILF waarschijnlijk is. Minister Reyes zei dat de regering zich ervan bewust is dat een eventuele beslissing om het MILF als terroristisch te labelen zeker en vast invloed zal hebben op de vredesgesprekken.

De vredesgesprekken werden opgeschort nadat een gezant van het Pentagon beweerde dat Amerikaanse troepen ingezet zouden worden bij de militaire operaties tegen de rebellen, iets wat volgens critici in tegenstrijd is met de Filippijnse grondwet. De bomaanslag kwam er net toen overheidstroepen hun aanvallen op de MILF-vestigingen in Mindanao hervatten. Daarmee verbrak de overheid een bestand met de groepering. De aanslag viel ook samen met het gladstrijken van de details tussen de Filipijnen en de VS van een omstreden plan om ‘militaire oefeningen’ te houden in Jolo, Sulu, ook in Mindanao, waar alle moslimrebellengroepen aanwezig zijn. Het Filippijnse leger maakte er nooit een geheim van dat het het MILF met geweld wou verslaan. Na 11 september gaven militaire inlichtingendiensten rapporten vrij die beweerden dat leden van al Qaeda in het MILF trainingskamp in Abubakar, Zamboanga stad.

Wie nu echt verantwoordelijk is voor de aanslag, is nog steeds onderwerp van debat. MILF-woordvoerder Ed Kabalu ontkende elke betrokkenheid bij de aanslag van 4 maart, die hij barbaars noemde. Abu Sayyaf Group (ASG), de meest gewelddadige van de bevrijdingsgroepen op Mindanao, heeft wél de verantwoordelijkheid voor de bomaanslag opgeëist. Er bestaan echter twijfels of de groep daartoe in staat zou zijn geweest. Na een reeks militaire aanvallen vorig jaar met de hulp van de VS, heeft de ASG nog weinig slagkracht.

Zaterdag citeerde de krant ‘The Philippine Inquirer’ een burgermeester van een stad in Mindanao die beweerde dat ambtenaren haar onder druk hadden gezet om te bevestigen dat de hoofdverdachte voor de bomaanslag, de bij de aanslag omgekomen Montasser Sudang, lid was van het IMLF. Ik kan dat niet doen, want ze zijn het niet, verklaarde de burgemeester. Intussen werden Sudangs vader, twee andere familieleden en acht andere inwoners van de stad aangehouden.

De bomaanslag van 4 maart is economisch schadelijk en politiek demoraliserend. Bezorgdheid om de nationale veiligheid heeft topprioriteit gekregen. Na de bomaanslag vroeg president Gloria Macapagal Arroyo alvast de goedkeuring van een antiterrorismewet die arrestaties en huiszoekingen zonder bevelschrift mogelijk maakt en toelaat mensen tot 36 uur vast te houden als ze ervan verdacht worden op het punt te staan een terroristische daad te stellen. Mensenrechtenorganisaties zijn bezorgd dat politie en militaire autoriteiten de antiterrorismewet zouden misbruiken. De bomaanslag had ook tot gevolg dat de Filippijnse peso donderdag naar het historisch dieptepunt van 54,85 voor een dollar zakte. Vandaag zweefde de wisselkoers nog steeds rond dat getal.