Libië stelt Kadhafi’s olieplan uit

De resultaten werden woensdag meegedeeld op de tweejaarlijkse vergadering van het Algemeen Volkscongres in Sirte, woon– en geboorteplaats van de Libische leider.
Muammar Kadhafi argumenteert dat de corruptie diep ingeworteld is in de Libische regering. Volgens hem is het belangrijk om de kritieken de das om te doen door de regering te ontbinden en de rechtstreekse distributie van de olie-inkomsten te verzekeren.

Olie-inkomsten voor de armsten

64 van de 486 basisvolkscongressen, mensen verkozen uit de gewone bevolking en grotendeels onder leiding van Kadhafi, steunden het plan om de olie-inkomsten onmiddellijk aan de arme Libiërs te verdelen. De regeling, die in totaal 30 miljard Amerikaanse dollar aan olie-inkomsten heeft, zou 30.000 dinar per jaar beloven aan Libië’s armste bevolkingsgroep, die meer dan een miljoen mensen telt.
Volgens het Libische nieuwsagentschap Jana steunden eveneens 251 basisvolkscongressen het plan, maar eisten een uitstel totdat er geschikte maatregelen werden bereikt. De hoge ambtenaren zijn tegen de regeling omdat de kans bestaat dat ze hun baan verliezen.

Chaos

De Libische leider heeft ook geprobeerd de negatieve kanten van zijn plan aan te geven. Het plan zou voor chaos zorgen in de economie, omdat het kapitaalvluchten zou aansporen en de inflatie zou aanwakkeren vooraleer het de gewenste welvaart bereikt.
Critici halen aan dat de ontbinding niet zal werken, omdat het de reputatie van de regering zwaar zou beschadigen. De gezondheids– en onderwijsinfrastructuur zou eronder lijden, en de corruptie zou altijd blijven bestaan.

Ingewikkeld politiek systeem 

Libië kent een ingewikkelde staatsstructuur. Kadhafi bezit geen publiek ambt of titel, maar wordt de ‘Broederelijke leider’ genoemd sinds zijn coup in 1969 en krijgt het laatste woord over belangrijke beslissingen.
Het land wordt geregeerd door het eigen volk. De bevolking wordt onderverdeeld in basisvolkscongressen. Ze kiezen elk een secretariaat, en die secretariaat vormt het volkscongres op gemeentelijk niveau.
Het basisvolkscongres kiest ook bestuurlijke volkscomités. Deze comités doen aanbevelingen over gemeenschapszaken. Iedereen behoort ook nog tot een beroepsgroep van arbeiders, boeren, handelaars, studenten en ambachtslui, die verenigd zijn in vakbonden en beroepsorganisaties. 
Op nationaal niveau vormen de afgevaardigden van de hierboven vermelde functies het Algemeen Volkscongres. Het komt tweejaarlijks bijeen, bestaat uit ongeveer 1000 leden en heeft een controlerende functie.