China, Cuba en Venezuela: buitenbeentjes van het Human Development Report 2013

Elk rapport van het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) bevat een schat aan informatie en telkens heel wat in het oog springende cijfers. Marc Vandepitte focust op drie landen die op een of meerdere terreinen uit de band springen in het Human Development Report 2013.

  • CC Ibar Silva Cubaanse scholieren. Cuba slaagt er in om ondanks een zwakke economie een hoge menselijke ontwikkeling op te tekenen. CC Ibar Silva
  • Qua kindersterfte en levensverwachting haalt Cuba een score rond het gemiddelde van de OESO (dit is de stippellijn), qua onderwijs scoort het zelfs heel wat beter dan het OESO-gemiddelde. Maar het bnp per inwoner van Cuba ligt een heel stuk onder dat van de OESO.

China

De laatste dertig jaar zijn de landen van het Zuiden aan een opmerkelijke remonte bezig op het wereldtoneel. Dat is voor een groot deel te wijten aan de fenomenale groei van China. Net als Equatoriaal-Guinea groeide het bnp per inwoner de afgelopen jaar met 9 procent per jaar. Dat is een verdubbeling om de acht jaar. Het grote verschil is dat het in China om bijna een vijfde van de wereldbevolking gaat en in Equatoriaal-Guinea om 700.000 mensen of 0,01% van de wereldbevolking. 

Economische groei vertaalt zich echter in veel landen niet in een vermindering van de armoede. In China is dat wel het geval. De laatste twintig jaar verdwenen er wereldwijd iets meer dan zeshonderd miljoen mensen uit de extreme armoede (leven met minder dan 1,25 dollar per dag), China alleen al nam daar meer dan vijfhonderd miljoen voor zijn rekening.

In China was de toename van de Human Development Index (HDI), een veelgebruikte index die de sociale vooruitgang en welvaart meet, de afgelopen dertig jaar zowat de hoogste van de wereld en driemaal zo hoog als het wereldgemiddelde. 

De prestaties van China worden ook duidelijk als je ze afmeet aan de scores van vergelijkbare landen. Het analfabetisme is in India 6 maal zo hoog en in Pakistan 7 maal zo hoog als in China. Het percentage extreem armen is in Pakistan ongeveer 2 maal zo hoog en in India 3 maal.

De kindersterfte geeft misschien nog het best de sociale ontwikkeling van een land weer, omdat in deze indicator een hele reeks factoren samenkomen: gezondheidszorg, voeding en drinkbaar water, scholingsgraad moeder, huisvesting, hygiëne. Op dit vlak scoort China beduidend beter. In Pakistan sterven 5 maal zoveel kinderen en in India 3,5 maal zo veel. Het rapport voorspelt dat tussen 2010 en 2015 er in verhouding in India 5 maal zoveel kinderen zullen sterven en in Pakistan zelfs 8,4 maal zoveel. 

India scoort hier vrij slecht terwijl het land toch een sterke toename van zijn HDI laat optekenen (zie grafiek 2). Hoe valt dat te rijmen met elkaar? Het antwoord is eenvoudig, India heeft de afgelopen decennia een sterke economische groei gekend en de HDI houdt nu juist in belangrijke mate rekening met het bnp per inwoner (dat de gemiddelde welvaart meet). Een grote toename van de HDI van India viel dus enigszins te verwachten.

Maar afgemeten aan zijn economische mogelijkheden zou het land in elk geval veel beter kunnen. Zo is het bnp per inwoner van India tweemaal zo groot als dat van Bangladesh, maar leeft een Indiër gemiddeld drie jaar minder lang dan een Bengaal. Ook is de kinderarbeid in India nog steeds een grote plaag: het gaat over een op acht kinderen of 17 miljoen in totaal. Het land telt het grootst aantal extreem armen en ook het meest aantal hongerlijders ter wereld, in beide gevallen ongeveer evenveel als in geheel zwart Afrika. Er is nog veel werk aan de winkel.

Venezuela

Zelden waren de sociale gevolgen van een ander type regering zo duidelijk merkbaar als in Venezuela. In de jaren tachtig en negentig kende het land een heel trage toename van zijn HDI. De sociale ontwikkeling in de rest van Latijns-Amerika was meer dan driemaal groter en de vrij grote voorsprong die het land had gehad veranderde in een achterstand. 

Dat sloeg helemaal om nadat Hugo Chávez president werd. De sociale ontwikkeling schoot de lucht in en nam anderhalve keer zo snel toe als in de rest van het continent. In 2010 klom de HDI van Venezuela opnieuw boven het gemiddelde van Latijns-Amerika uit. Vandaag heeft het land ook de laagste Gini-coëfficiënt (die de kloof meet tussen rijk en arm) van de regio.

Cuba

Ook Cuba laat een snelle toename zien van zijn HDI. De laatste twaalf jaar groeide die tweemaal zo snel als in de rest van Latijns-Amerika. Maar het is niet zozeer de snelle groei van de HDI die opvalt, maar vooral de hoogte ervan, of beter, het gegeven dat de sociale ontwikkeling buitenproportioneel hoog is in verhouding tot de economische basis.

Dit land heeft een inkomen per inwoner dat zesmaal lager is dan dat van de rijkste landen. Maar ondanks de gebrekkige economische middelen en schaarste aan bepaalde geneesmiddelen als gevolg van de economische blokkade, behoort zijn gezondheidszorg tot de beste van de wereld. Cuba heeft het meest aantal dokters per inwoner van de wereld, namelijk 6,4 per duizend. Dat is 2,5 zoveel als in de VS, tweemaal zoveel als in België, driemaal zoveel als Latijns-Amerika en bijna vijfmaal zoveel als het wereldgemiddelde.

Ook op het vlak van onderwijs scoort Cuba bij de besten van de wereld. Het percentage van de volwassen Cubanen die hoger onderwijs volgen is op Zuid-Korea na het hoogst ter wereld, namelijk 95 procent. Venezuela haalt ook opmerkelijk de achtste plaats, met 78 procent.

Cuba haalt zo’n resultaten omdat het land een hoog percentage van zijn rijkdom besteedt aan gezondheidszorg en onderwijs. Dat kan je aflezen op onderstaande grafiek. 

Meer algemeen gaat dit over de vraag in welke mate een land zijn (beperkte) economische middelen aanwendt voor de sociale ontwikkeling van zijn bevolking, of nog, hoe ‘sociaal’ een land eigenlijk is. Het rapport doet dit systematisch door de ranglijst van economische rijkdom (bnp per inwoner) te vergelijken met de ranglijst van de HDI.

Gezien het bovenstaande hoeft het niet te verwonderen dat Cuba daar als beste uitkomt. Op vlak van bnp per inwoner komt Cuba pas op de 103de plaats. Maar als je kijkt naar de HDI (non-economic) dan scoort Cuba liefst 77 plaatsen beter, namelijk de 26ste plaats. Andere landen die het op dat vlak goed doen – zij het stuk minder — zijn Georgië, Nieuw Zeeland en Madagaskar. Landen die het op dat vlak slecht doen, de ‘asociale’ landen dus, zijn de Golfstaten, Turkije, Equatoriaal-Guinea, Botswana, …

Zoals de grafiek hierboven laat zien haalt Cuba een score vergelijkbaar met België en zelfs beter dan Groot-Brittannië. Het toont aan dat een land niet direct over veel financiële middelen moet beschikken om toch een hoge sociale ontwikkeling neer te zetten. Dat is een meer dan bemoedigende vaststelling voor een groot deel van de wereld.

Op de grafiek hieronder zie je de score van Cuba in vergelijking met de beste van de wereld. Een score van 100 betekent dat je de beste bent van de wereld en 0 dat je de slechtste bent. Een score tussenin toont je relatieve positie ten opzichte van beide. De stippellijn is de score van de OESO, de club van dertig rijkste landen. Qua kindersterfte en levensverwachting haalt Cuba een score rond het gemiddelde van de OESO, qua onderwijs scoort het zelfs heel wat beter dan het gemiddelde. Maar zijn bnp per inwoner ligt daar een heel stuk onder. 

Bij de meeste landen is de onderste staaf (bnp per inwoner) nagenoeg even lang als de drie bovenste (sociale indicatoren). Bij Cuba is dat niet het geval, het verschil is opmerkelijk. In het rapport vind je geen enkel ander land met een dergelijk profiel. Enkel Vietnam en Kerala, een deelstaat in het zuidwesten van India, komen een eind in de buurt.

Bronnen: Human Development Report 2013, Worldbank Data

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.