Oorlog en ergernis

Er woedt oorlog in Mali, het land waarmee Burkina Faso een duizend kilometer lange grens deelt. De spanningen in Mali zijn sinds anderhalf jaar opgelaaid en sluimeren al veel langer. Toen begin januari 2013 de islamisten van Ansar Dine voor het eerst doorstootten naar het zuiden van het land besloot Frankrijk niet langer te wachten op een internationaal gedragen interventie op basis van VN-resolutie 2085. De door de Fransen geleide Operatie Serval was het startsein voor de oorlog die nu in alle hevigheid is losgebarsten.

De weg naar het front

In Ouagadougou is er weinig tot niets aan de hand. Er is meer vluchtverkeer dan anders, Mali gaat regelmatig over de tong en de buitenlandse ambassades voeden de angst onder de buitenlanders met sms’jes en mails over de ‘extreme waakzaamheid’ die is geboden. Het loopt voorlopig en gelukkig allemaal wel los. Op andere plaatsen in het land groeien de vluchtelingenkampen. Voor zover ik het kan inschatten, brengen die vooral begrip, rust en solidariteit in levens die hoe dan ook overhoop zijn gegooid.

Alleen gisteren was de oorlog even akelig dichtbij. Toen ik met een vriend op weg was naar het concert van Amadou & Mariam werden we voorbijgestoken door een resem legerjeeps vol Burkinese soldaten en zware artillerie, op weg naar Bamako. Toen het blinde muzikale koppel uit Mali het concert vol onschuldige levensliedjes afsloot met een nieuw nummer over de vrede voor hun land, kon ik niet anders dan terugdenken aan die soldaten op weg naar het front.

Een kluwen van belangen

Al maanden lees ik zoveel mogelijk van de achtergrondartikels en opiniestukken die in de West-Afrikaanse en internationale pers verschijnen over het hoe en het waarom van de Malinese crisis. De moeite waard zijn zeker de duiding van MO*-journaliste Olivia Rutazibwa, de analyse en stof tot nadenken op Africa is A Country en de kanttekening van Robert Fisk bij westerse interventies in het algemeen, maar er zijn nog bergen ander leesvoer. Afhankelijk van de ideologie achter het medium wordt daarin het ene of het andere aspect meer in de verf gezet. Een aantal elementen kan je niettemin met relatieve zekerheid stellen. Dat er niet iets is als dé Malinezen bijvoorbeeld… zoals in “dé Malinezen verwelkomen de Franse operatie”. Er zijn in Mali veel verschillende etnische groepen en er is veel onderlinge vermenging; sommige van die groepen identificeren zich bovendien meer met volkeren buiten de (artificiële) Malinese grenzen dan met die daarbinnen. 

Het is de Fransen en de rest van de internationale gemeenschap vermoedelijk niet alleen en misschien ook niet in de eerste plaats te doen om het welzijn van de Malinezen: de Malinese ondergrond zit vol onontgonnen uranium en goud.

Het essentiële onderscheid tussen de onafhankelijkheidsstrijd van de Touareg en de vreselijke praktijken van islamistische groepen dreigt al eens verloren te gaan. Verder is de houding van het westen tegenover de islamisten op zijn minst ambigu: in Mali worden ze bestreden, in Syrië worden verwante groepen gesteund. Ook bedenkelijk is de rol van de Burkinese president Compaore, die als bemiddelaar vanuit de CEDEAO de bemiddeling in de eerste plaats op de lange baan lijkt te hebben geschoven.

Vooral helpt dit alles de Malinezen, van wie de meesten hoe dan ook al een dagelijkse strijd voeren tegen armoede en onderontwikkeling, op dit moment echt geen stap vooruit.

Stratego

Het doet me nog maar eens beseffen hoe de wereld een immens stratego-bord is geworden en hoe geen enkele zet nog zonder gevolg blijft. Ik kan alleen maar hopen dat de crisis in Mali nooit echt uitgroeit tot een algemene crisis in de Sahel. Los van alle onheil die dat met zich mee zou brengen, zou het ook een bijkomende aanslag zijn op een model van verdraagzaamheid waar andere regio’s veel van kunnen leren.

Burkina Faso scoort op de meeste vlakken slechter dan een mens voor mogelijk houdt maar als het op etnische en religieuze verdraagzaamheid aankomt, is het nog altijd een topper. In dit land leven zo’n zestig etnische groepen nagenoeg probleemloos samen. Tijdens mijn eerste les Mooré leerde ik trouwens hoe Thomas Sankara de verbondenheid tussen de drie grootste groepen liet verbeelden in de naam die hij voor het voormalige Opper-Volta en zijn bewoners koos: ‘Burkina’ betekent in het Mooré ‘integere mensen’; ‘Faso’ is in het Dioula het woord voor ‘land’; en het ‘bè’ uit ‘Burkinabè’ is een suffix uit het Fulfuldé dat wijst op afstamming.

De eerste vrienden die ik hier in 2009 maakte, waren respectievelijk een katholiek, een moslim en een animist, en allemaal konden ze het prima met elkaar vinden. Iedereen viert elkaars feesten gezellig mee en etnische eigenaardigheden worden steevast met een welgemeende kwinkslag van tafel geveegd. De Burkinabè spreken bovendien veel verschillende talen en ze switchen vlot van de ene naar de andere naargelang het gezelschap waarin ze zich bevinden.

Ergernis

Natuurlijk spelen verschillen op de achtergrond wel een zekere rol. Een Burkinabè heeft niet veel meer nodig dan een bepaalde familienaam om te weten uit welk dorp, welke clan en welke familie iemand komt en daar een aantal (voor)oordelen aan vast te knopen. De set van familienamen is hier trouwens beperkt: in een piepklein dorp in het zuidwesten van Burkina Faso sprak ik eind vorig jaar over Zidisha met zeven mannen die allemaal Traore heetten en helemaal geen familie van elkaar zijn.

Heel af en toe leiden verschillen tot geweld, zoals dat het geval was eind december in Zabré, waar er zeven doden vielen tijdens een conflict tussen Peul-herders en Mossi-landbouwers. De afschuw om dit incident was in Burkina Faso even groot als ze in België zou zijn. Dat de voortdurende zoektocht naar een stukje vruchtbare aarde in de kurkdroge Sahel niet meer ergernis en erger veroorzaakt, mag een wonder heten. De Grote Belgische Ergernis (tegenover ‘verdachte’ mensen, tegenover dure auto’s, tegenover sneeuwballen) is wel aan wat herziening toe.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Sociaal ondernemer in Burkina Faso

    Mien De Graeve verhuisde in september 2012 naar Burkina Faso. Ze werkte er een jaar lang als vrijwilliger voor het online microfinancieringsplatform Zidisha.

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.