Afrika voor gevorderden

‘Ce n’est pas le départ qui compte, c’est l’arrivée’ – dat waren de woorden van de chauffeur toen de bus richting Benin met drie en een half uur vertraging vertrok uit Ouagadougou. Ik dacht dat daarmee het meest uitdagende stukje van mijn reis naar Parakou, in het noorden van Benin, wel achter de rug was. Niets was minder waar…

 

La patience est un chemin d’or

Tot laat woensdagavond was ik in Ouagadougou in de weer geweest; het professionele leven van een vrijwilliger is soms bijzonder goed gevuld. Ik stond dus met kleine oogjes om 5u de volgende ochtend in het busstation. Een bus naar Benin was op dat moment nog nergens te bekennen maar daar maakte ik me niet bijzonder veel zorgen over. Een van de dingen die je in Afrika leert, is wachten, en daar vooral ook het beste van maken. Ik maakte kennis met mijn medereizigers, ronselde een aantal nieuwe klanten voor Zidisha, at een heerlijke sandwich met avocadosla en stelde vast dat er twee uur waren voorbij gegaan. Stations in Burkina Faso hebben geen schermpjes waarop staat aangegeven hoe groot de vertraging is, zoals dat het geval is bij de Belgische NMBS.  Ze hebben wel medewerkers die om het half uur komen vertellen dat de bus nu echt op komst is, met een stelligheid waar je alleen maar blij en hoopvol van kan worden. Dat helpt.

De prijs van de grens

Tot aan de grens ging alles prima en ook de grensovergang was voor mij persoonlijk een peulschil. Zelfs het feit dat mijn reistas – net als die van alle andere passagiers – tot op de inhoud van mijn toiletzak werd uitgevlooid door norse douaniers vond ik nog wel verteerbaar. Toen mijn buurman op de bus met een diepe zucht op zijn zitje neerplofte en ik hem vroeg wat er aan de hand was, begreep ik - weer maar eens - wat een voorrecht mijn blanke huid is. De CEDEAO (Communauté Economique des Etats de l’Afrique de l’Ouest) heeft zichzelf dan wel uitgeroepen tot de West-Afrikaanse tegenhanger van de EU, inclusief vrij verkeer van personen en van goederen, heel veel lijkt daar in de praktijk niet van terecht te komen. Aan de Beninese kant van de grens moesten we allemaal onze identiteitskaart of paspoort afgeven. Vervolgens mochten we die één voor één weer gaan ophalen in een gebouwtje iets verderop. De beslotenheid van dat gebouwtje is de perfecte dekmantel voor corruptie. Iedereen die zijn pas terug wilde, betaalde 1000 FCFA (1,5 euro). Mijn ongelukkige buurman moest om onduidelijke redenen zelfs 3000 FCFA neertellen. Zelf kreeg ik mijn paspoort zonder meer terug. De grensagenten wisten ongetwijfeld ook wel dat ik – in tegenstelling tot mijn Afrikaanse medereizigers – mijn mond niet braaf zou hebben gehouden.

Voeding voor verzet

Toch werd ook ik kort daarna op de rooster gelegd. Benin is veel groener dan Burkina Faso en het noorden is ook behoorlijk heuvelachtig. Ik genoot van dat frisse landschap en probeerde hier en daar een foto te maken. Door de bewegingen van de bus lukte dat niet erg goed, dus ik was blij toen we even halt hielden. Nog geen minuut later beval de begeleider van de bus me luid om meteen uit te stappen en mijn fototoestel mee te nemen. Pas toen merkte ik de twee mannen in politie-uniform op, langs de kant van de weg. Die stonden flink buiten het landschap dat ik in mijn blikveld had gehad toen ik de foto maakte, maar het kostte me tien minuten om hen dat ook te doen geloven. Uiteindelijk lieten ze me gaan maar de ongerustheid in hun ogen verraadde dat ze bang waren geweest dat ik iets had vastgelegd dat niemand hoort te weten: dat ze misschien niet eens officiële agenten zijn, dat ze van elke bus die langskomt geld aftroggelen, dat ook zij weten dat het niet zo hoort. Toen ik weer op de bus stapte, vroeg iedereen me hoeveel ik had betaald. Dat ik helemaal niets had betaald, maakte mij de held van de dag, en bij elke volgende politiepost schaterde de hele bus: ‘Madame, il faut faire une photo!’ Ik wou dat de mensen hier iets vaker op hun strepen stonden en leerden geloven in de kracht van een kritische massa. Er is in Afrika zoveel vruchtbare voedingsbodem voor verzet…

Calvarietocht naar Parakou

Om 18u30 stapte ik in Djougou van de bus, in de veronderstelling dat er mij nog een drietal uur taxi-brousse te wachten stond naar Parakou, 130 km verderop. Die taxi-brousse was snel gevonden en ik zag eigenlijk niet eens zo erg op tegen een ritje in de propvolle break. Er waren op dat moment 7 passagiers en in de koelte van de avondlucht viel dat best mee. Gaandeweg echter werd het een helse rit. De weg was in een vreselijke staat, we hobbelden dus aan 30 km per uur voort. Als we al hobbelden, want even vaak hielden we halt, om mensen te laten uitstappen, om anderen te laten instappen, om kilo’s bagage van en op het dak te laden en telkens opnieuw stevig vast te snoeren. Het aantal passagiers groeide op een bepaald moment tot 11, wat betekende dat er naast de chauffeur nog 3 mensen voorin zaten. Eentje zat gezellig op de versnellingspook. Er raasde een vreselijk onweer over ons heen, zodat de diepe putten in de weg gevuld raakten met modderwater. De uren kropen voorbij. Om 23u reed de taxichauffeur door de barrière van een politiepost, niet omdat hij die niet had gezien maar omdat de remmen van zijn wagen het plots niet meer deden. Iets voorbij middernacht stonden we stil. Op 10 km van ons einddoel was er geen benzine meer. Onze chauffeur verdween in de pikdonkere nacht op zoek naar brandstof. Ik overwoog mijn opties. Mijn contact in Parakou nam de telefoon niet meer op. Ik kwam dus niet veel verder dan op de ochtend wachten daar tussen de blaffende honden en de zoemende muggen. Wonder boven wonder dook de chauffeur na drie kwartier weer op, mét 5 liter benzine. Om 1u30 strekte ik in Parakou eindelijk mijn benen, een half uurtje later viel ik vuil en uitgeput neer op mijn bed in de auberge.

Ondertussen ben ik helemaal uitgeslapen, ik geniet van de relatieve koelte hier en van het weerzien met een land dat ik tien jaar geleden voor het eerst heb bezocht. Ik ben verder flink aan de slag om Zidisha ook in Benin tot leven te brengen, maar daarover later meer!

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Sociaal ondernemer in Burkina Faso

    Mien De Graeve verhuisde in september 2012 naar Burkina Faso. Ze werkte er een jaar lang als vrijwilliger voor het online microfinancieringsplatform Zidisha.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.