Ontheemd in eigen land

Het zal je maar overkomen: als boer uit het verre Oosten belanden in een Chinees hotel

Het was ons niet op voorhand verteld. Het enige wat we wisten is dat er voor ons een hotelkamer was gereserveerd. En dat leek ons best wel voldoende. De zekerheid van een bed, een bad, een bar en een bord vol eten zou ons toelaten ons volledig te kunnen concentreren op de hogere lagen van de piramide van Maslow. Daarvoor waren we immers naar Kinshasa afgezakt met een vijftigtal deelnemers, de meerderheid boeren: om samen een evaluatie te doen van een aflopend programma voor beleidsbeïnvloeding en nationale structurering van de boerenbeweging in Congo, en de eerste krijtlijnen te trekken van een nieuw programma.

Meteen bij aankomst al werd het ons duidelijk dat dit niet gewoon zou worden. Op een reuzenflatscreen-TV vlak naast de ingang in de lobby van hotel Grand Royal woedde een politiek debat tussen politici in het Chinees. Dat bleek ook logisch, want het wáren Chinezen, binnengehaald via een schotelantenne. Er zaten er ook drie aan de receptie. “Of ik voor het evaluatie-atelier kwam”, wou één van hen weten. Want dan moest ze eerst checken of ik wel op haar lijst zou staan.

Ik zag haar vinger wel zes keer over mijn naam op de namenlijst gaan, zonder dat ze hem herkende. Toegegeven. Leg mij een lijst van Chinese namen voor en vraag me er die éne uit te halen, het zou me zeker dubbel zoveel tijd kosten. Maar ons alfabet heeft maar 26 symbolen, en geen 7000.

Ik keek mijn ogen nogal uit op het interieur. Overal overdadig veel Chinese decoraties , met lampions in alle vormen en formaten, om er vooral niet de minste twijfel over te laten bestaan wie hier de baas is. In een elektrische massagezetel lag een man van middelbare leeftijd met een rechtopstaand brosje zich te krullen van welbehagen bij de hoogtechnologische liefkozingen. Maar ik had het verkeerd voor, niet hij was de baas. Toen ik vroeg om gauw even een document te fotokopiëren op de all-in-one printer van de hotelreceptie, fluisterden alle hotelbediendes elkaar toe: “dat moeten we eerst aan Madame vragen”. Toen ze het daarover eens waren stapte één van hen naar een pronte Chinese dame die onopvallend een tijdschrift voor haar met opgezette krullen omzoomde en best wel aardige snoetje hield. Het over-en-weer gefezel kwam snel tot een conclusie: het mocht. Toen ik vroeg hoeveel mijn schuld was, volgde de communicatielijn opnieuw dezelfde weg heen en terug. Ik hoefde niets te betalen. Ik knikte haar vriendelijk toe voor zoveel vrijgevigheid.

In het restaurant kreeg ik een aanval van gele koorts. Of zoiets. Ik weet eigenlijk niet hoe ik het gevoel moet beschrijven toen ik vaststelde dat tussen de witte muren en dito plafond alle tafels en stoelen volledig in het geel waren. Knalgeel. Met grote strikken. Vraag me om een karikatuur te maken van een Chinees hotel, en zo zou ik het bedenken. Maar dit was geen karikatuur, dit was realiteit.

Aan het ontbijt was het balen: één drooggebakken spiegelei per persoon en schijfjes stokbrood à volonté. Geen boter of confituur. Koffie werd geserveerd in glazen kannen, met suiker er al in. Suikerloze koffie was niet te verkrijgen. Je moest hem drinken uit minuscule wegwerpbekertjes. Maar het is het middagmaal dat voor de grootste schok zorgde. Op de buffettafel waren enkel dessertborden te vinden, en toen bleek dat het de bedoeling was dat we die zouden gebruiken voor ons maal brak het morren los zonder nog enige poging tot zelfbeheersing. “Denken zij nu echt dat we met zo een bordje gegeten hebben?”. Pogingen om in dat bordje de hoeveelheid voedsel in te laden die ze normaal nuttigen, liepen meteen faliekant af. Eén van de boeren bedacht spontaan een protestactie. Op zijn kleine bordje legde hij één enkel klein stukje kip, en daaraan ging hij helemaal alleen aan een grote tafel om goed zichtbaar te zijn zitten knabbelen met lange tanden. “Ik weet zelfs niet wat het is, het kan best rat of hond zijn”, mompelde hij. Waarop één van de aanschuivende boerinnen meteen de wachtrij verliet.

De grootste frustratie was evenwel dat la boule nationale niet werd aangeboden. “Er werken hier nochtans ook Congolezen in de keuken”, sakkerde één van de boerinnen. Die moeten toch weten dat we zonder onze fufu en zonder sombe niet gegeten hebben!

Het management heeft de klachten meteen heel ernstig genomen. ’s Anderendaags was er zowel sombe als fufu te verkrijgen, en dat allemaal in grote borden! Ze leerden snel. Behalve wat de koffie betreft. Die bleef gezoet. Onmogelijk in te beelden dat iemand dat bittere goedje zonder suiker naar binnen krijgt.

De hotelkamer had nog meer cultuurshocks in petto. De lastigste was de wijze waarop de badkamer was gebouwd. Om plaats te winnen werd het WC gemonteerd in een hoek van 45° met de muur, en gericht naar de andere muur.  Voor Chinese lichamen is dat geen probleem om je beide benen aan weerszijden van de pot te plaatsen. Voor een Westers formaat – en ook sommige Congolezen – blijkt dat een onmogelijke opdracht. Je kan dus niet anders dan in een hoek van 45° te gaan zitten op een toilet dat in een hoek van 45° staat.  Ik weet zeker dat u het mij niet kwalijk neemt u de beschrijving van het resultaat van deze badkamergymnastiek te besparen.

Warm water kwam in een heel dun straaltje uit de douche. Net als ik helemaal ingezeept was, draaide mijn onderbuur zijn douche open en mocht ik een kwartier met de schuimende duimen draaien tot het pisstraaltje weer tot aan de derde verdieping reikte. Intussen had ik ruim de tijd om de bus zeep (met appelgeur) te bestuderen. Blijkbaar moest de gebruiker voor iets worden gewaarschuwd, maar ik ben er niet achter gekomen voor wat precies.

De uitrusting van de kamer was ook al een ontgoocheling. Een kleine ijskast, een nachtlamp en een waterkoker stonden keurig op hun plaats. Maar alle drie hadden ze een ander soort stekker, en voor geen van hen was in de kamer een bijpassend stopcontact te bespeuren. Geweldig fijn is dat, over luxe-apparaten beschikken zonder ze te kunnen gebruiken.

Uit weerwraak ben ik de gebruikte bouwmaterialen gaan bestuderen, samen met een vriend. We kwamen tot twee conclusies: alles was ingevoerd uit China, behalve het zand waarmee de mortel was gemaakt om de stenen te voegen en de klinkers van de oprit. En ten tweede: alles was pure kitsch. Geen gevelstenen maar schijfjes steen die op prefabplaten waren geplakt om de illusie te wekken dat het gevelstenen zijn. De deuren waren niet van hout, maar van doffe aluminium waarop een laagje houtkleurig plastic is gekleefd dat er enigszins als een houten deur moet uitzien. Maar bij de kleinste slag of stoot schilfert de plastic laag er af.

Vanavond kwam ik voor mijn laatste nacht aan in het hotel. Ik kon het al van ver in de duisternis zien oplichten. De gevel is helemaal volzet met veelkleurige LED-lampjes, je kan er als reiziger onmogelijk naast kijken. Overal in het hotel hing een sigarettenwalm. De eigenaars zelf roken. Als uiting van respect voor hun klanten kan dat tellen. Op de widescreen was een bloedmooie Chinese vrouw een melodieuze ballade aan het zingen, met Engelse ondertitels. Het tweekoppige team aan de receptie keek niets eens op.

De boeren uit Noord- en Zuid-Kivu, waar ik de avond mee had doorgebracht, zeiden me dat ze meteen onder hun donsdeken doken, om zo snel mogelijk terug te keren naar het Oosten,  hun Oosten, hun eigen enige echte geliefde verre Oosten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.