It’s the impunity, stupid!

Als misdaden ongestraft blijven mag je niet verwachten dat alles ooit nog goed komt. Of dat nu in Congo is, of om het even waar.

De landlady van wie ik een annex aan haar huis huur, organiseert ook regelmatig trouwfeesten in haar tuin. Dat wil zeggen dat er dan in het grote gazon voor mijn deur verschillende tenten worden neergepoot als bescherming tegen mogelijke regen, en dat ik dan mijn privacy voor de rest van de dag mag vergeten. Enkele honderden mensen installeren zich onder het tentzeil om urenlang naar een eindeloze reeks toespraken te luisteren, afgewisseld door live muziek, onder het nuttigen van een natje en een droogje.

Omdat mijn landlady  zo vriendelijk is me op voorhand te verwittigen (ook al denk ik dat ze dat bedoelt als een vriendelijk verzoek om me dan niet te laten zien), spreek ik af met een vriend. Net als ik mijn rugzak over de schouders schuif, slaat een walm giftige rook me in de neusgaten. Ik kan mijn reukorgaan niet geloven: hier staan tweehonderd prachtig uitgedoste feestvierende mensen in mijn voortuin, en de buurman vindt er niets beters op dan zijn afval, inclusief plastiek, in zijn achtertuin te gaan verbranden. Wie mijn blog volgt weet hoe erg de luchtbevuiling hierdoor is. Maar uitgerekend op een trouwfeest…?

Tot mijn verbijstering zie ik niemand anders hiertegen iets ondernemen. Ik stuif naar de buurman in kwestie en begin hem zijn levieten te lezen, dat hij toch wel ziet dat er een feest aan de gang is, dat de wind zijn vieze rook recht die richting uitblaast, dat hij de mooiste dag uit het leven van het jonge koppel aan het vergiftigen is, dat ik op geen enkele manier kan begrijpen hoe hij in godsnaam er toe komt om uitgerekend nu plastiek te gaan verbranden, dat hij trouwens op geen enkele moment en om geen enkele reden ooit nog plastiek mag verbranden.

Tegen dat ik uitgeraasd ben staat de hele familie me schaapachtig aan te kijken. “Goed”, zeg ik, nu kalm. “Ik heb mijn punt gemaakt. Nu verzet ik geen voet meer tot die rookpluim volledig en integraal is uitgedoofd”, en kruis mijn armen. Met slepende voeten zegt de vader aan een zoon om er een emmer water over te gieten. “Dank u”, zeg ik, en begeef me op weg naar Kabalagala.

Deze wijk van Kampala die klinkt als de kreet van een kalkoen, zeker als je de naam met een hoog stemgeluid uitspreekt, staat bekend als de wijk die nooit slaapt. Het is de wijk van de Congolezen. Mbenze Yotama Mbuza is een jonge advokaat die ik in Butembo heb leren waarderen voor zijn erg gedurfde stellingnames en inzet voor de kwetsbare burger tegenover de mensonvriendelijke staatsinstellingen. Dat doe je niet zonder risico’s. Dat doe je niet zonder er de gevolgen van te dragen.

Maître Mbenze, zoals de bevolking van Butembo hem affectueus noemt, heeft regelmatig last van ondraaglijke hoofdpijnen, en dan moet hij zich een tijd kunnen terugtrekken en medische verzorging krijgen. Twee jaar geleden werd het zo erg dat op een bepaald moment heel zijn linkerarm compleet verlamd geraakte, zonder aanwijsbare oorzaak. Een neurologische behandeling van twee maanden in Kampala heeft hem er weer bovenop geholpen.

Ook nu weer was hij aan een behandeling toe. Een maand geleden is hij aangekomen, murw van de hoofdpijn, kon de eerste weken geen zinnige daad stellen. Maar vandaag gaat het beter met hem, en over een dag of tien zal hij kunnen terugkeren naar Butembo.

Ik weet natuurlijk wel wat hem scheelt, maar vind het zo lullig om hem dat te zeggen. Ik zou niet willen dat hij daardoor anders zou gaan doen en denken. Wat hij doet brengt gigantisch veel stress en onrust mee, en dat laat onvermijdelijk sporen achter in geest en lichaam. Meester Mbenze neemt het namelijk op voor al wie het slachtoffer wordt van de overheid en daardoor geen verweer heeft, omdat die overheid in Butembo zichzelf boven de wet stelt.

Soms komt dat akelig dicht bij huis. Als hij in Kampala verblijft, logeert hij in het huis van een oudere zus. Zij was gehuwd met een zakenman van Butembo die veel in vastgoed had geïnvesteerd en erg actief was in de geldbusiness. Ook in Kampala had hij een huis laten bouwen. Op een avond in 2009 zijn vijf mensen zijn kantoor in Butembo binnengedrongen, hebben hem vol lood gepompt, en zijn aan de haal gegaan met 300.000 $ cash. Door het alarm dat werd geslagen konden de daders worden opgepakt. Het bleek om Oegandezen te gaan, die wellicht in opdracht van anderen hebben gewerkt. Mbenze heeft de zaak ter harte genomen en de moord op zijn schoonbroer gepleit, en alle 5 werden ze ter dood veroordeeld, een straf die in Congo automatisch wordt omgezet in levenslang. Vorig jaar zijn twee van hen vrijgekomen. Mbenze heeft kunnen bewijzen dat ze een magistraat hadden omgekocht. Die magistraat zit nu in de gevangenis in Kinshasa.

Hij vertelt me hoe hij zich erg heeft toegelegd de voorbije maanden op misdaden begaan door soldaten van het officiële leger. Bij de opening van de kiesbureaus in 2011 werden in twee verschillende incidenten twee vrouwen doodgeschoten in Butembo, telkens door een soldaat, middenin het kiesbureau. Een meisje van 17 stierf toen ze een kogel in de buik kreeg van een wild om zich heen schietende soldaat. En het vierde geval betrof een roofmoord. Het militair auditoraat heeft zich voor de gelegenheid verplaatst van Beni naar Butembo, en voor de twee eerste dossiers haalde hij zijn slag thuis. Het leger werd veroordeeld tot een schadevergoeding aan de familie van 25.000 USD. Iedereen weet dat dit bedrag wellicht nooit zal worden uitbetaald. Maar het principe is al veel waard: het leger erkent schuld! De twee overige zaken konden wegens tijdsgebrek niet meer worden behandeld, daarvoor zal hijzelf zich naar Beni moeten verplaatsen. En dat zal hij ook doen. Hij zal een dossier nooit loslaten zonder eindconclusie.

Mbenze is één van de bezielers van het Parlement debout van Furu. Hij is het die de wetten van Congo vertaalt naar door gewone mensen bevatbare begrippen en hen daarin onderwijst. Hij is het ook die de mensen van Furu zover gekregen heeft dat ze nachtelijke misdadigers door een snel doorgegeven alarm via een netwerk van fluitjes kunnen intimideren en neutraliseren, niet om dan volksjustitie op hen toe te passen zoals overal elders gebeurt, maar wel door hen te overhandigen aan het gerecht. “Als we niet zelf het goede voorbeeld geven, komt er nooit een rechtstaat in dit land”, is zijn credo.

Dat heeft hij ook nog eens gedemonstreerd toen een niet-verkozen kandidaat van de wetgevende verkiezingen van 2011 de verkiezing van Crispin Mbindule als parlementslid aanvocht. Ferdinand Kambere Kalumbi kon het als uittredend minister van sociale zaken niet verkroppen dat hij slechts de 5de beste score behaalde in een stad met vier zetels. Dus volstond het er ééntje te wippen om zelf weer in het parlement binnen te geraken. Voor alle zekerheid legde hij klacht neer tegen twee van de vier, niet toevallig van de oppositie.

De bevolking van Furu was woest. Meester Mbenze kanaliseerde die woede. Hij schreef een officiële brief aan de burgemeester om hem te informeren dat de kiezers van Mbindule en Malisawa een betoging zullen organizeren vanuit vier verschillende assen, en zo zullen convergeren voor het stadhuis, als protest tegen de poging van Ferdinand Kambere Kalumbi om hun rechtmatig verkozen vertegenwoordigers een hak te zetten.

De dag erop werd Mbenze opgebeld door de stadsburgemeester, dat hij tot zijn spijt geen toestemming kon geven voor de betoging. Waarop Mbenze koelbloedig antwoordde dat het hem nog meer spijt maar dat hij niet zat te wachten op een toestemming. Conform de grondwet had hij de overheid ingelicht, en als hij ergens een overtreding zou begaan, dat ze dan maar moesten ingrijpen.

De dag van de betoging drukte Mbenze zelf de mensen op het hart in geen geval geweld te gebruiken. Hij richtte ook een ordedienst op om alles in goede banen te leiden. Heel vroeg die dag had de burgemeester zijn politie laten uitrukken, maar ze waren niet talrijk genoeg om zich naar alle verzamelplaatsen van de betogers te begeven, dus kozen ze stelling in het stadscentrum. Zo konden ze natuurlijk het begin van de betoging niet verstoren en bevonden ze zich meteen in de verliezende positie. Als de betogers uit alle windhoeken in het centrum waren aangekomen was er nog geen enkel incident gebeurd. Mbenze keek de politie-officier in het wit van zijn ogen en zei: “erg vriendelijk van u om over onze veiligheid te waken terwijl wij ons naar het stadhuis begeven”. En zonder slag of stoot was de vijandige politie omgevormd tot een escorte.

Kambere, die als lid van de PPRD (de partij achter president Kabila) gedacht had de steun te krijgen van de partijdige kiescommissie, heeft het niet gehaald, en Mbindule heeft zijn zetel in het parlement kunnen behouden.

Er valt een stilte in ons gesprek. Onze gedachten dwalen blijkbaar dezelfde weg uit, naar de toekomst van Congo. “Komt het ooit nog goed met Congo?”, vraagt hij aarzelend. En hij geeft zelf het antwoord: “eerst en vooral moet er een einde komen aan die onaanvaardbare straffeloosheid, daar zetten we ons met hart en ziel voor in. Maar we zijn nog met te weinig. Dan moet ons land een netwerk van leiders opbouwen die het goed menen met de bevolking, die hun mandaat ter harte nemen in plaats van zich te verrijken.” Dat wordt een werk van langere adem. Ongeveer op alle niveaus van de overheid zullen dan nieuwe mensen moeten kansen krijgen, inclusief het niveau van het hoogste ambt van het land. Met een bezield leider in Kinshasa en een stevig netwerk van loyale medewerkers in het hele land zou niemand er nog aan denken om buurman Kagame te zien (en te steunen) als de garant van een minimale stabiliteit in Centraal-Afrika. Congo zelf zou snel de as van stabiliteit voor het hele continent kunnen worden!

Als de provinciale verkiezingen er ooit komen, zal Mbenze kandidaat zijn. Geen kat die eraan twijfelt of hij verkozen zal worden. Met zijn staat van (onbezoldigde!) dienst voor gerechtigheid is dat nu al een zekerheid. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat deze man hogerop geraakt, en het ooit nog schopt tot minister van justitie. Alle Congo-pessimisten ten spijt, het land beschikt wél over de mensen met de juiste capaciteiten en kwaliteiten, alleen krijgen ze in de heersende kleptocratie alsnog geen enkele kans.

Als mijn brommertaxi me thuis afzet moeten we eerst door een dikke rookwolk van een vuur dat op amper tweehonderd meter van het trouwfeest werd aangestoken. De bruiloftgangers zijn al volop aan het afdruipen. Ik durf wedden dat velen onder hen denken dat ze een verkoudheid hebben opgedaan, terwijl hun lichaam eigenlijk niets anders doet dan noodsignalen geven wegens de zware luchtvervuiling. Het is ook een vorm van straffeloosheid, bedenk ik me. Zolang er geen wetten komen op sluikverbranding van afval in de achtertuinen, met bijhorende sancties, zal er niets veranderen. De doden zijn in Kampala dan wel minder zichtbaar dan in de gewelddadige incidenten in Congo, maar op termijn zullen ze, als er niets verandert en geen sancties worden getroffen, in aantal helaas niet moeten onderdoen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.