Dringend nood aan debat over onbetaalde stages
Stages zijn een mooie kans voor studenten om de verworven vaardigheden, kennis en attitudes te toetsen aan de praktijk. Ze geven jonge mensen ook een goed beeld van het beroepsleven. Stages verhogen je kansen op de arbeidsmarkt, niet alleen door de voorbereiding op de praktijk, maar ook door netwerken die stagiairs uitbouwen. Het artikel ‘Niet iedereen kan zich gratis werk permitteren’ van Hanna Clarys klaagt echter een nieuwe, onrustwekkende evolutie van onbetaalde stages aan.
In principe kan een onbezoldigde stage buiten het onderwijs niet en moeten deze stages gekwalificeerd worden als arbeidscontract (of minstens als inschakelingscontract met minimumvergoeding). Op aandringen van werkgevers is er wel een toestemming gekomen voor een soort stage na het hoger onderwijs, met een bijzonder precaire juridische basis. Tot daar de theorie.
Mattheuseffect
In de praktijk stellen we vast dat stages bestaan in vele formats, dat er geen duidelijk statuut is voor de stagiair, dat kansengroepen het niet makkelijk hebben om een stageplaats te bemachtigen.
Door hun cv op te smukken met onbezoldigde stages krijgen studenten die zich deze stages kunnen permitteren én beschikken over het netwerk om een stage te bemachtigen, een concurrentieel voordeel op diegene die het zich niet kunnen veroorloven. Een heus Mattheuseffect dus. Na toegang tot hoger onderwijs, de kans om te hernemen na een slechte keuze, wordt de mogelijkheid en de kans om stages te lopen een nieuw element in de discussie rond democratisering van het onderwijs.
Negatieve gevolgen
Dat er voor dit soort stages niets geregeld is (geen onkostenvergoeding, laat staan een loon) heeft nog andere negatieve gevolgen:
De mogelijkheid en de kans om stages te lopen wordt een nieuw element in de discussie rond democratisering van het onderwijs.
- Op korte termijn stelt zich een sociaal statuutprobleem: de stagiair is geen echte student en geen echte werknemer. En bouwt dus geen sociale rechten op (vakantie, pensioen, werkloosheid,…). En wat met veiligheid en gezondheid op het werk?
- Op lange termijn stelt zich een pensioenprobleem: het ACV stelt meer een meer vast dat ‘oudere’ leden aankloppen voor een simulatie van hun pensioen. Vaak is het resultaat dat deze mensen, door tewerkstelling in nepstatuten, veel minder rechten/gewerkt hebben dan ze denken.
- Een arbeidsmarktprobleem: het gevaar is niet denkbeeldig, integendeel er zijn ons nu al gevallen bekend, van verdringing van reguliere arbeidsplaatsen. Vaak gaat het dan nog om arbeidsplaatsen voor midden- en laaggeschoolde schoolverlaters en werkzoekenden die verdrongen worden door hoogopgeleide stagiars. Groepen dus die het niet gemakkelijk hebben op de arbeidsmarkt.
- Een maatschappelijk probleem, dat nauw samenhangt met jeugdwerkloosheid: een stage biedt weinig uitzicht en zekerheid om een toekomst uit te bouwen. Jongeren blijven langer afhankelijk van hun ouders.
Analyse en debat noodzakelijk
Conclusie: er is dringend nood aan een grondige analyse van en debat over stagepraktijken allerhande. Op basis hiervan moeten gepaste maatregelen genomen worden om de hierboven geschetste negatieve effecten zo veel mogelijk uit te sluiten en stages betere te reguleren. Een goed uitgangspunt zou zijn dat stages:
- Ofwel onderdeel zijn van het opleidingsprogramma en dat opgedane competenties en dergelijke goed worden gevalideerd. Kwestie van de gevraagde ervaring te kunnen bewijzen;
- Ofwel gaat het om een stage op de werkvloer die kadert in een opleidingstraject, met zicht op een toekomstig beroep en de garantie om de stagiair aan te nemen na het beëindigen van een stage.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Commentaar
-
Nieuws
-
Analyse
-
Nieuws
-
Column
-
Nieuws