Dossier: 

‘België kan gevechtsvliegtuigen niet in zijn eentje kopen’

Zoals de Belgische en Nederlandse marine vandaag nauw samenwerken, zo kan het Belgische leger in de toekomst ook met een buitenlandse partner de krachten bundelen om gevechtsvliegtuigen in te zetten. Dat zegt Sven Biscop, professor internationale politiek aan de Universiteit Gent en het Europacollege, en onderzoeker aan het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen.

  • RV Professor Biscop: 'Als je Kleine Brogel sluit, dan zullen ze er in Peer niet mee lachen. Idem met Florennes. Dat is de economische dimensie die écht telt.' RV

Het debat over de opvolging van de F16 komt langzaam maar zeker op gang. Heeft België überhaupt nog gevechtsvliegtuigen nodig?

Sven Biscop: Ik vind van wel. Moesten we er niet in investeren, dan zou voor het eerst een volledige legercomponent géén gevechtscapaciteithebben. Dan zou de luchtmacht enkel nog ondersteuning en transport kunnen doen. Als België de gevechtsvliegtuigen echter wel vervangt, dan behoudt het een capaciteit die het kan inzetten op kwalitatief zeer hoog niveau. Dan kan je je als land profileren. “De Belgen, daar kan je af en toe nog eens mee buitenkomen.” Om die reden vind ik dat we dat we in nieuwe gevechtscapaciteit moeten investeren. Onze deelname aan de Libië-operatie bijvoorbeeld heeft ons in Washington veel krediet opgeleverd. Men had dat niet verwacht, te meer daar de regering destijds in lopende zaken was.

Is er druk vanuit de Navo om nieuwe gevechtsvliegtuigen aan te kopen?

Sven Biscop: Dat weet ik niet. Verwijzend naar Europese defensiesamenwerking stellen sommigen dat gevechtsvliegtuigen niet per se de beste keuze zijn als je toch wil investeren in defensie. “Daarvan zijn er in Europa genoeg”, klinkt het.

Klopt dat?

Sven Biscop: Europa heeft effectief veel gevechtsvliegtuigen maar de vraag is hoeveel van die toestellen ook inzetbaar zijn. Sommige lidstaten hebben vliegtuigen die ze niet buiten het eigen grondgebied kunnen ontplooien –Oostenrijk bijvoorbeeld. Daar heb je weinig aan.

Je moet dus proberen in te schatten wat de situatie binnen tien-vijftien jaar zal zijn. Welke landen hebben de intentie om hun vloot te vervangen? Als vandaag iedereen zegt “De rest zal het wel doen”, dan eindig je natuurlijk met niets.

Kosten delen 

Welk gevechtsvliegtuig moet defensie volgens u kopen om de F16 op te volgen?

Sven Biscop: Ik heb er geen uitgesproken mening over. Ook de piloten met wie ik sprak, hebben er verrassend weinig uitgesproken meningen over. Meestal noemen ze maar drie types: de Rafale, de Eurofighter en de Joint Strike Fighter. De F18 wordt meestal niet genoemd. De piloten zeggen: “Ik kan met elk van de drie werken.” De F-35 is natuurlijk technologisch het meest geavanceerd.

Defensie schat dat één toestel –ongeacht het type– zo’n honderd miljoen euro kost. Defensieminister De Crem wil er naar verluidt veertig kopen. Kan België die zware kost wel in zijn eentje dragen?

Sven Biscop: Neen. We gaan geen puur nationale gevechtsvliegtuig-capaciteit meer kunnen financieren. Daar hebben we het geld niet voor. We zullen het financieel enkel aankunnen als we poolen and sharen met een ander land. Dat heeft een aantal implicaties. Welk toestel je koopt, is gelinkt aan met wie je kan samenwerken. Dat is een grote factor in de besluitvorming. Eigenlijk zijn we daarom al een beetje te laat. We hadden vroeger moeten nadenken over wat de anderen doen, en nagaan met wie wij willen samenwerken en wie er met ons wil samenwerken.

Pooling and sharing gebeurt reeds door de Belgische marine, die actief samenwerkt met Nederland. Wat betekent concreet?

Sven Biscop: De schepen blijven nationaal. Een schip heeft ofwel een Belgische vlag met een Belgische crew, of een Nederlandse vlag met een Nederlandse crew. Maar alles wat erachter zit –hoofdkwartieren, training, opleiding, logistiek– gebeurt ofwel gezamenlijk ofwel gespecialiseerd –dan worden de taken verdeeld. Voor de fregatten doen de Nederlanders alle opleidingen en onderhoud. Wij doen hetzelfde voor de mijnenvegers. Een aantal andere opleidingen en het hoofdkwartier zijn gezamenlijk.

Zoals de marine samenwerkt, zo kan de luchtmacht dat ook?

Sven Biscop: Je zou één gezamenlijke jachtcapaciteit kunnen opzetten, maar je toestellen blijven nationaal. Een gevechtsvliegtuig heeft dan ofwel een Belgische vlag op de staart en een Belgische piloot, ofwel een Nederlandse vlag en piloot. Maar alles wat erachter zit –de back office– kan bilateraal zijn of gesplitst. Je hebt dan bijvoorbeeld één basis in België en één in Nederland. Voor onderhoud, logistiek en opleiding kan je de taken verdelen:  specialiseren of poolen. Enkel door zo radicaal te zijn, kan je het betaalbaar houden en geld uitsparen.

België zou in dat scenario wel zelf gevechtstoestellen aankopen?

Sven Biscop: Klopt. De samenwerking blijft op die manier toch flexibel. Het is niet omdat België ergens een fregat inzet, dat Nederland verplicht is om mee te gaan. De mensen in de ondersteunende diensten moeten natuurlijk wel hun job doen. Idem dito als je zoiets zou doen in de luchtcomponent. Bijvoorbeeld: de Belgen sturen zes F16’s naar Italië om Libië te bombarderen en de bilaterale onderhoudscrew gaat mee –ook al zitten er Nederlanders bij. Dat moet te organiseren zijn. In wezen is het niet radicaler dan we nu al doen met de marine. In termen van soevereiniteit is het net hetzelfde.

Is Nederland de facto de enige optie om mee samen te werken?

Sven Biscop: Nederland staat bovenaan het lijstje. Het heeft een leger van gelijkaardige omvang, de marine werkt al samen met België en ook voor luchttransport zitten beide landen (met Frankrijk en Duitsland) samen in een Europese structuur.

België zou natuurlijk ook de Rafale kunnen kopen, en vervolgens iets met de Fransen opzetten. Maar ik weet niet of de Fransen vragende partij zijn.

Dat de Nederlanders al voor een toestel gekozen hebben, stuurt het debat bij ons wel in een bepaalde richting. Als je per se met de Nederlanders wil samenwerken, dan moet je de Joint Strike Fighter kopen. En andersom: als je per se de Joint Strike Fighter wil, dan moet je het met de Nederlanders doen. Het is nauw met mekaar verwant.

Kabinet defensie heeft de lead 

Hoe leeft het debat over de opvolging van de F16 binnen het Belgische leger?

Sven Biscop: De luchtmacht denkt na over de vraag wat ze wil. Binnen de andere componenten van het leger bestaat veel ongerustheid, omdat ze weten dat dit een heel duur dossier is. Ze hebben schrik dat er voor hen geen budget meer zal overblijven –om de fregatten te vervangen bijvoorbeeld. Het is heel belangrijk dat we dat niet in het gedrang brengen. We moeten samen met de Nederlanders beslissen om nieuwe fregatten te bestellen, zodat de mate van samenwerking identiek kan blijven.

Wanneer moet die beslissing over fregatten genomen worden?

Sven Biscop: Daar kunnen we niet te lang meer mee wachten. Een van de twee Belgische fregatten is net geüpdated, de andere binnenkort. En dan zijn ze nog goed voor tien jaar. Dat wil zeggen dat de beslissing niet te lang meer uitgesteld kan worden, want de looptijd van een aankoopproductie is lang.

Kan België vliegtuigen én fregatten kopen?

Sven Biscop: Het moét en-en zijn. Het alternatief is dat je de marine sluit of de gevechtseenheden van de luchtmacht opdoekt. Maar dan maken we geen goede keuze.

Hoe is de verhouding tussen kabinet en defensie in dit dossier? Wie heeft de lead?

Sven Biscop: De politiek, duidelijk. In heel wat politieke partijen is het debat over de opvolging van de F16 intussen op gang gekomen. Uiteindelijk zal het een politieke beslissing zijn. Je kiest immers niet alleen een toestel, je kiest ook voor het verbeteren of verslechteren van de relaties met degene die ze levert. Dat is veel meer dan een militair-technische kwestie.

De diplomatieke dimensie is dus niet te onderschatten?

Sven Biscop: Nogmaals: het hangt ook samen met het land waarmee je voor dit dossier in zee gaat. Met de Nederlanders of met de Fransen? Dat speelt ook mee. In Franstalig België vindt men dat we te veel in Benelux-verband doen. Men staat er wat weigerachtig tegenover het idee om nog meer met de Nederlanders te doen. Omdat het leger dan te veel een Nederlandstalig gegeven zou worden. Eigenlijk zou het niet mogen meespelen want de taal van de luchtmacht is Engels. Maar het spéélt mee. Het is een bijkomende complicatie.

Zowel sp.a als PS keren zich tegen de aankoop.

Sven Biscop: Men probeert zich te positioneren, maar uiteindelijk ligt alles nu nog open. We gaan een totaalbeslissing moeten nemen over de fregatten, de opvolging van de F16 en de toekomst van de landcomponent. Het zal een package deal moeten worden. In dat kader kan het zijn dat de socialisten uiteindelijk nieuwe gevechtsvliegtuigen zullen aanvaarden in ruil voor iets anders –mogelijk zelfs iets buiten defensie.

‘Als je Kleine Brogel sluit…’

Hoe verloopt de wisselwerking politiek versus industriële belangen in dit dossier?

Sven Biscop: België komt te laat om uit de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen nog echt een groot industrieel voordeel te halen. Daarvoor hadden we van bij de ontwikkelingsfase van de vliegtuigen in het project moeten stappen –zoals de Nederlanders. Al zou er bij de Joint Strike Fighter (het toestel dat de Nederlanders kozen, kc) minder te rapen zijn dan bij de F16.

De F16 wordt genoemd als een voorbeeld van serieuze economische compensaties – offsets in het jargon.

Hoe kan de Belgische luchtvaartindustrie ditmaal zoveel mogelijk uit de wacht slepen?

Sven Biscop: We kopen sowieso toestellen van de plank, dus ik weet niet of veel compensaties mogelijk zijn. Wel heb je het onderhoud en de updates: waar gaat dat gebeuren? Op het moment van de aankoop kan je immers contractueel vastleggen wie het onderhoud mag doen. De bereidheid om technologie over te dragen, speelt daarin mee. Als Amerikanen bepaalde technologieën niet willen delen, dan worden compensaties moeilijk –dan mogen enkel Amerikaanse bedrijven onderhoud doen. Daarom zijn er in Nederland veel klachten over het F-35-dossier: er valt weinig aan te verdienen omdat de VS de technologie te veel afschermen.

Wordt u als defensie-specialist wel eens aangesproken door de industrie?

Sven Biscop: Dat is veeleer uitzonderlijk. Ik zou er ook niet te veel van maken. Het is niet die ene kmo die zal maken dat België voor de F-35 kiest. Heel rechtstreeks is er niet veel tewerkstelling aan gebonden. De grote tewerkstelling hangt vooral samen met de luchtmachtbasissen. Als je Kleine Brogel sluit, dan zullen ze er in Peer niet mee lachen. Idem met Florennes. Dat is de economische dimensie die écht telt.

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.