Menselijke tol van rampen stijgt

Het afgelopen decennium is het aantal mensen getroffen door een humanitaire crisis verdubbeld, zegt 11.11.11. Eind 2014 hadden wereldwijd 76 miljoen mensen nood aan humanitaire bijstand, met een prijskaartje dat drie keer zo hoog ligt als tien jaar geleden. 11.11.11 pleit voor een nieuwe, doordachte aanpak.

ECHO (CC by-nc.0)

Op 10 jaar tijd steeg het aantal slachtoffers van humanitaire crisissen wereldwijd van 40 miljoen in 2005 naar 76 miljoen eind 2014.

Op 10 jaar tijd steeg het aantal slachtoffers van humanitaire crisissen wereldwijd van 40 miljoen in 2005 naar 76 miljoen eind 2014. Half 2015 hebben al meer dan 68 miljoen mensen humanitaire bijstand nodig. Ook het geld dat nodig is om die rampen aan te pakken is verdrievoudigd: van 5 naar 17,9 miljard dollar.

De rampen volgen elkaar sneller op en raken vaak dezelfde landen of geraken moeilijk opgelost.

De rampen volgen elkaar sneller op en raken vaak dezelfde landen of geraken moeilijk opgelost. Van de 22 landen die in 2012 een oproep deden aan de VN voor dringende steun, hadden 21 dat al minstens 1 keer eerder gedaan. Acht landen klopten al meer dan zeven keer aan voor dringende hulp, op tien jaar tijd.

Humanitaire rampen zijn dus steeds meer een structureel verhaal, en toch slagen we er internationaal maar moeilijk in om kwetsbare landen weerbaarder te maken, zegt 11.11.11. Om daar iets aan te doen, maakte de organisatie een analyse van de bestaande aanpak, naast een terreinonderzoek van enkele grote humanitaire rampen: de aardbeving in Haïti, orkaan Haiyan in de Filipijnen en de tsunami in Indonesië. Op basis van beschikbare cijfers en 44 gesprekken met deskundigen blijkt dat er nog een ruime marge is voor verbetering.

Lokale coördinatie

De Haïtiaanse overheid kreeg slechts 1 procent van de noodhulpgelden in beheer.

In Haïti bijvoorbeeld verliepen VN-coördinatievergaderingen van hulpverleners in het Engels, niet in het Frans of Creools. Vooral Noord-Amerikaanse organisaties stuurden veel jonge mensen zonder professionele ervaring naar het rampgebied, waardoor het er ‘bij momenten op een stageplek leek’, zegt 11.11.11. De Haïtiaanse overheid kreeg slechts 1 procent van de noodhulpgelden in beheer. Ook de structurele middelen gaan er maar beperkt naar de overheid: amper 9 procent. Hierdoor verzwakt de staat verder en wordt die kwetsbaarheid structureler.

Sommige landen zijn beter bestand tegen rampen: de aardbeving met een kracht van 7.0 kostte in Haïti het leven aan 222.750 mensen. Enkele maanden later beefde de aarde in Chili met een kracht van 8.8 op de schaal van Richter. De balans was 562 doden.

In de Filipijnen bleef de coördinatie in handen van de overheid. Daardoor verliep de hulpcoördinatie veel beter, al deed lokale rivaliteit de eerste respons geen goed. Tegelijk stelt 11.11.11 vast dat de al aanwezige structurele organisaties te weinig konden bijdragen aan de noodhulp. Omgekeerd ontplooiden noodhulporganisaties – door een teveel aan middelen – activiteiten in heropbouw waarvoor ze wellicht niet het best geplaatst waren.

Top

In mei 2016 organiseert de wereld een top voor humanitaire hulp in Istanboel. Tegen dan zou de sector best een Belgische plan van aanpak op tafel hebben, zegt 11.11.11. ‘Om humanitaire rampen goed aan te pakken moeten we meer over het muurtje durven kijken’, aldus directeur Bogdan Vanden Berghe. ‘Ngo’s die structureel werken kunnen aangeven hoe je bij een ramp ook naar de context kijkt en hoe je de sterkte van de lokale bevolking meeneemt. Omgekeerd moeten ngo’s die op de lange termijn werken leren hoe ze met een rampsituatie dienen om te gaan.’

Maar ook in eigen land zijn er veranderingen nodig, zegt 11.11.11

Maar ook in eigen land zijn er veranderingen nodig, zegt de organisatie. Er is nood aan een structuur met actoren die met noodhulp en actoren die met structurele hulp bezig zijn. Die kan direct in actie komen zodra ergens een ramp plaatsvindt. Wie is er al ter plaatse, wat moeten we weten van het land, welke lokale expertise is er en hoe kunnen daar maximaal van gebruik maken?

‘Dat soort informatie moeten we razendsnel kunnen uitwisselen’, vindt Vanden Berghe. Maar ook: welke middelen kunnen we direct vrijmaken? Wat is er nog nodig? En wat doen we op de lange termijn? ‘De uitdaging wordt duidelijk groter en zal zowel op politiek vlak, in de media als in de sector zijn weerklank moeten krijgen.’ 11.11.11 wil dat debat niet uit de weg gaan.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.