Wereldbank maakt handen vuil aan Kaspische olie

De International Finance Corporation (IFC), de dochter van de Wereldbank die zich met private investeringen bezighoudt, heeft dinsdag beslist een lening van 60 miljoen dollar toe te staan voor de ontwikkeling van een olieveld in de Kaspische Zee, voor de kust van Azerbeidzjan. Aan een omstreden pijpleiding tussen Azerbeidzjan en het Turkse Ceyhan, nodig om de Kaspische olie uit te voeren, zal de IFC 250 miljoen dollar bijdragen. Critici zeggen dat de projecten het milieu bedreigen en dat de betrokken staten niet terugschrikken voor mensenrechtenschendingen om de plannen te realiseren.







De totale kost van het Azeri-Chirag-Deepwater Gunashli-project wordt op 3,2 miljard dollar geschat. De pijpleiding van 1800 kilometer die van Baku (Azerbeidzjan) via Tbilisi (Georgië) naar een tankerterminal bij het Turkse Ceyhan aan de Middellandse Zee zal voeren, gaat vermoedelijk 3,6 miljard kosten. Het consortium dat de pijpleiding bouwt - BP, het Italiaanse Eni, Statoil uit Noorwegen, het Amerikaanse Unocal en Total uit Frankrijk - wil 70 procent van dat bedrag via leningen binnenkrijgen. Het feit dat de Wereldbank via de IFC haar zegen heeft gegeven over het project, zal het waarschijnlijk makkelijker maken andere financiers over de streep te trekken.

De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, een andere mogelijke financier, zal maandag over het project beslissen. De Duitse ontwikkelingsbank KFW zou volgens de Duitse zakenkrant Handelsblatt ook rekening houden met de positie van de IFC.

Vooral de pijpleiding stuit al lang op veel protest van milieugroepen en mensenrechtenorganisaties. Het traject voert onder meer door Borjomi, een regio in Georgië waar mineraalwater wordt geproduceerd en die ook veel toeristen aantrekt. In Turkije zou de regering voor de nodige onteigeningen volmachten gebruiken die eigenlijk bedoeld zijn voor noodsituaties; de eigenaars zouden daardoor geen billijke vergoeding krijgen. BP, dat het consortium leidt, zou met de Turkse regering een overeenkomst hebben gesloten die Turkije dwingt schadevergoeding te betalen als de aanleg van de pijpleiding of de werking ervan verstoord wordt - volgens Amnesty International een uitnodiging om hard op te treden tegen tegenstanders. In Azerbeidzjan is het volgens de critici nog slechter gesteld met de mensenrechten. Afwijkende politieke meningen worden er niet getolereerd, wat een onafhankelijk onderzoek van de effecten van de aanleg van de pijpleiding bemoeilijkt.

Volgens Carol Welch van Friends of the Earth (FOE) in Washington staat het als een paal boven water dat de IFC zijn eigen regels overtreedt door de BTC-pijpleiding te steunen. De IFC gaat ook in tegen een recente aanbeveling van het Operations Evaluation Department, een intern controleorgaan van de Wereldbank. Dat stelde in maart dat de Wereldbank beter minder zou investeren in olie- en mijnbouwprojecten, vooral dan in landen die nog problemen hebben met een transparant en democratisch bestuur.

Maar de voorstanders van het project zijn machtig. Met name de VS hopen door de Kaspische olie minder afhankelijk te worden van de energietoevoer uit het Midden-Oosten. De pijpleiding tussen Baku en Ceyhan moet de ruggengraat worden van een alternatieve energiecorridor tussen Oost en West.

De IFC stelt dat er alles aan zal worden gedaan om het milieu langs de pijpleiding te beschermen. De inkomsten die Azerbeidzjan uit de exploitatie van zijn olie- en gasvoorraden haalt, zullen in een staatsfonds terechtkomen dat gecontroleerd wordt door Ernst & Young. De financiële resultaten zullen bovendien publiek worden gemaakt. De IFC schat dat Azerbeidzjan de komende 20 jaar 29 miljard dollar kan verdienen door de uitvoer van olie. Georgië zou als transitland een half miljard dollar ontvangen, terwijl Turkije 1,5 miljard zou kunnen opstrijken voor zijn deel van de pijpleiding, de overslag van de olie in tankers in Ceyhan en andere investeringen die met het project samenhangen.

Dinsdag ondertekenden de vijf landen rond de Kaspische Zee een akkoord over de bescherming van de binnenzee. Het raamakkoord, dat van de hand is van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) moet ervoor zorgen dat er minder rioolwater en industrieel afval in de Kaspische Zee terecht komt. Het moet ook een einde maken aan de conflicten over de olie- en gasvelden. Eén van de slachtoffers van de milieuverloedering in de Kaspische Zee is de steur: de bestanden van die vissoort bedragen nog maar tien procent van de aantallen die er in de jaren 70 voorkwamen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.