Weinig hoop voor allerarmste landen

Afrika telde 35 jaar geleden achttien van de Minst Ontwikkelde Landen (MOL). Nu zijn er dat 34. Enkel het diamantrijke Botswana slaagde er in 1994 in zich los te wrikken uit de MOL-status.
“Botswana kan bogen op veel hulpmiddelen en het land telt slechts 1,7 miljoen inwoners”, zegt Imraan Valodia, een leraar aan de School voor Ontwikkelingsstudies aan de Universiteit van KwaZulu-Natal in Zuid-Afrika. “Helaas was het land niet erg succesvol in het opkrikken van het handelsvolume. We weten niet wat er zal gebeuren wanneer de natuurlijke rijkdommen zijn opgebruikt.”

Kaapverdië en de Malediven waren op de goede weg, maar de tsunami van december 2004 vertraagde dat proces. Volgens de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) bouwde Kaapverdië de absolute armoede af van 49 procent in 1988 tot 37 procent in 2002. De voormalige Portugese kolonie registreerde 5,5 procent economische groei tussen 2001 en 2005. Tegen 2007 zou dat 7 procent moeten zijn.

“Kaapverdië heeft opmerkelijke vooruitgang geboekt door de strategie van de overheid”, zegt UNCTAD in een rapport. “Het doel van de overheid was om de levensstandaard van de bevolking en de inkomens fors op te schroeven, een levendige privé-sector en meer werkgelegenheid te creëren.”

Ook landen als Angola, Tsjaad en Equatoriaal-Guinea - samen met Mozambique en Sierra Leone - hebben tussen 2001 en 2004 een gemiddelde jaarlijkse groei van 7 procent bereikt. Angola slaagde er echter niet in om de bevolking toegang te verschaffen tot veilig drinkwater en de kindersterfte af te remmen.

De Verenigde Naties riepen in 1971 de status van Minst Ontwikkelde Landen in het leven om die landen speciaal te kunnen begeleiden. De status wordt bepaald door het inkomen van een land, de economische kwetsbaarheid en de menselijke ontwikkeling. Wereldwijd zijn er zo’n vijftig, verspreid over Azië, de Stille Oceaan en de Caraïben.

De komende dagen evalueren de Verenigde Naties in New York een programma uit 2001 om de armste landen te helpen. Het lot van die Afrikaanse landen blijft immers zorgwekkend, ondanks de zonnige statistieken.

“Zelfs als de economische statistieken van het Internationaal Monetair Fonds positieve groei tonen, blijft de armoede”, zegt Vitale Meja, de programmadirecteur van het Afrikaans Forum en Netwerk voor Schuld en Ontwikkeling. “De gezondheidszorg sukkelt vooruit, het vervoer is in slechte staat en de Afrikanen rekenen nog steeds op voedselhulp.”

“Afrika wordt armer. Landen zoals de Democratische Republiek Congo en Somalië zinken verder weg in de armoede. Hetzelfde geldt voor het olieproducerende Angola. We zien geen inspanningen van Angola om uit de categorie van Minst Ontwikkelde Landen te ontsnappen”, besluit Meja.

Oorzaken

Volgens Imraan Valodia moeten de oorzaken van de extreme armoede zowel intern als extern gezocht worden. “De oorlog in Congo remt elke ontwikkeling af. Daarnaast is er corruptie, slechte infrastructuur en het gebrek aan de noodzakelijke vaardigheden.”

“De Minst Ontwikkelde Landen zijn vaak zwak op het gebied van de internationale handel. Als ze wel actief zijn, dan zijn ze vaak afhankelijk een paar gewassen, zoals cacao en katoen. De landen hebben ook weinig zeggenschap in organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie.”

Vitale Meja wijst met een beschuldigende vinger naar de schuldenlast van de landen: “Liberia zou schuldkwijtschelding moeten krijgen, als je de inspanningen die het land gedaan heeft om de burgeroorlog te stoppen in acht neemt. Met een bevolking van 3,6 miljoen mensen heeft het land 3,5 miljard dollar schulden aan de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland. Dat betekent dat elke inwoner van Liberia 972 dollar in het krijt staat. Vijfentachtig procent van de inwoners leven onder de armoedegrens van 1 dollar per dag.”

Volgens Dot Keet, onderzoeker van het Alternatieve Informatie- en Ontwikkelingscentrum in Kaapstad, moet er meer geld uitgegeven worden aan de Minst Ontwikkelde Landen. Enkel Denemarken, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden besteden 0,7 procent van het bruto nationaal product aan ontwikkelingshulp. “Die 0,7 procent is een belediging. Daarmee worden de symptomen van de armoede bestreden, niet de oorzaken van de armoede.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.