Vrees voor ziektes in Filipijnse overstromingsgebieden

John Holmes, de ondersecretaris-generaal van de VN die de het land bezocht, beschrijft de twee stormen als “een dubbele ramp voor de Filipijnen”. Miljoenen mensen zijn dakloos geworden door de stormen, zegt hij, terwijl sommige regio’s afgesloten zijn van de rest van het land door landverschuivingen en weggespoelde wegen. In delen van de hoofdstad Manila blijven inwoners in ondergelopen huizen wonen, en het waterniveau zal mogelijk pas over weken of maanden dalen.

Honger en ziekte

“Mensen wonen in het water, kinderen spelen er in”, zegt hij. “Daardoor stijgt natuurlijk het risico op ernstige ziekten”. Bovendien vreest Holmes voor de impact van de overstroming op de voedselaanvoer nu grote delen van het land overstroomd zijn en belangrijke rijstvelden vernield zijn.
“Aan de ene kant belooft de overheid dat er voldoende reserves zijn om aan de vraag te voldoen”, zet hij. “Maar er is geen twijfel dat een groot aantal boeren – ik schat 190.000 – te lijden hebben onder stormen, en dat de rijstproductie ernstig schade zal ondervinden in de volgende zes tot negen maanden.”
De stormen Ketsana en Parma sloegen twee weken en een week geleden toe en kostten aan meer dan zeshonderd mensen het leven. Ketsana zorgde in Manila voor de ergste overstroming in meer dan veertig jaar en bracht voor honderden miljoenen dollar schade toe. Parma trof vooral het noorden van het eiland en spoelde hele dorpen weg. In Baguio city kostte de storm aan minstens 277 mensen het leven. Grote delen van de regio zijn onbereikbaar via de wegen, maar dit weekend slaagden Amerikaanse helikopters erin de eerste hulpgoederen over te vliegen.