Thaksin moet misschien toch boeten voor bloedige 'oorlog

Afgelopen dinsdag keurde het Thaise Hooggerechtshof de arrestatiebevelen tegen Thaksin en zijn vrouw Pojaman goed. Ze worden beschuldigd van corruptie in verband met controversiële grondaankopen in Bangkok. De miljonair, die naar Engeland is verhuisd, kwam onlangs in het nieuws toen hij de nieuwe eigenaar werd van de topvoetbalclub Manchester United.
Volgens een woordvoerder van Thaksin is de aanklacht politiek gemotiveerd. De militaire regering die hem afgelopen september uit zijn functie zette, zou hem willen arresteren in verband met het referendum over de grondwet deze week.
Met het gerechtelijke bevel krijgen Thaksin en Pojaman tot 25 september tijd om zich over te geven aan de politie, waarna stappen zullen worden gezet om een uitleveringsverzoek in te dienen bij Groot-Brittannië. Als het paar Thailand betreedt, kunnen ze direct worden opgepakt.
Als Thaksin wordt veroordeeld voor de aantijgingen, zou hij de toelating om eigenaar te mogen zijn van Manchester United wel eens kunnen verliezen. Dat zou goed nieuws zijn voor de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). De organisatie probeerde Richard Scudamore, hoofd van de Premier League, de Engelse eredivisie, af te laten zien van een toelating voor Thaksin in verband met diens wrede ‘oorlog tegen drugs’.
In 2003 gaf de toenmalige premier groen licht voor een genadeloze jacht op drugshandelaren. “Omdat drugshandelaren meedogenloos zijn tegen onze kinderen, is het niet slecht om ook meedogenloos tegen hen te zijn”, zei Thaksin toen. “Slachtoffers zijn misschien noodzakelijk… als er doden vallen onder handelaren, is dat normaal.”
De gevolgen werden snel duidelijk. In de eerste paar maanden van 2003 vielen er meer dan 2275 doden, en dat aantal nam nog toe gedurende de campagne die tot eind 2003 duurde.
Malai Khamjarsai is één van de nabestaanden van de slachtoffers van de Thaise oorlog tegen drugs. Haar zus en zwager werden op 19 mei 2003 neergeschoten bij een controlepost in de buurt van de stad Mae Sot, dicht bij de grens met Birma. “Ze waren allebei onschuldig, ze waren clean, ze verdienden hun geld alleen met hun vervoersbedrijfje”, legt ze uit. “De politie en de regering deden toen geen enkel onderzoek.” Malai moet voor de twee kinderen van haar zus zorgen. “We willen nog steeds weten waarom hun ouders zijn vermoord.”
“Klachten van de VN-mensenrechtencommissie werden genegeerd”, zegt Somchai Homlaor, een mensenrechtenadvocaat. “De regering heeft geen enkele moeite gedaan om wat voor onderzoek dan ook te doen.”
Door de huidige militaire regering is er wel een onderzoekscommissie ingesteld, en dat is nodig ook, vindt Sunai Phasuk, de Thaise onderzoeker van Human Rights Watch, “zodat mensen kunnen zien dat de meeste slachtoffers geen drugshandelaren waren, maar onschuldige mensen.”
Het stoort Sunai Phasuk dat Thaksin nu vraagt om een eerlijke behandeling en dat hij als onschuldige behandeld wil worden totdat het tegendeel is bewezen. “Toen hij aan de macht was, gaf hij zijn slachtoffers nooit de kans om zichzelf te verdedigen in de rechtszaal. Hij beval hen te vermoorden.”