Regenboognatie zkt. stroom

Zuid-Afrika kampt met een nijpend energietekort, dat bovendien nog jaren zal aanslepen. De stroompannes zijn een gevolg van de economische groei van de voorbije jaren, die nu door het gebrek aan elektriciteit ondermijnd wordt.
Amper een op vier Afrikanen ten zuiden van de Sahara heeft toegang tot elektriciteit. Op het platteland is dat nog minder. In veertien van de 48 landen heeft zelfs maar een op twintig dorpelingen toegang tot stroom. De economische groei van de afgelopen jaren – zes à zeven procent– zou daaraan moeten verhelpen. Zuid-Afrika zat al die tijd bij de beste groeiers, maar die koploperspositie dreigt zich nu te wreken. De regenboognatie heeft na de apartheid immers te weinig geïnvesteerd in haar elektriciteitscentrales. Het gebrek aan elektriciteit dreigt ‘s lands economische groei dit jaar te vertragen. Volgens de Zuid-Afrikaanse elektriciteitsleverancier Eskom zullen de energieproblemen nog jaren aanhouden.
dieselgenerator
Sinds eind vorig jaar ondervindt ook de rijke Zuid-Afrikaan de nadelen van leven zonder stroom. In de buitenwijken vallen veiligheidscamera’s uit, hekken zwaaien niet meer open, liften blijven plots hangen, verkeerslichten laten het afweten en veroorzaken zo grote verkeerschaos, etenswaren bederven in de koelkast… Omdat het openbare nutsbedrijf Eskom –dat 95 procent van de Zuid-Afrikaanse elektriciteit levert– de groeiende vraag niet aankan, heeft Zuid-Afrika almaar vaker met georganiseerde black-outs af te rekenen. Wie bij stroompannes niet over een dieselgenerator of andere stroombronnen beschikt, valt zonder airco, warm water of bewakingscamera.
Zuid-Afrika produceert de helft van alle elektriciteit ten zuiden van de Sahara en exporteert daarvan vijf procent. Namibië, Botswana en Swaziland bijvoorbeeld zijn voor de helft van hun energie aangewezen op de Afrikaanse reus. Maar het is een reus op lemen voeten. Sinds eind vorig jaar volgde de ene stroomonderbreking de andere op. De mijnbouwsector moest het begin dit jaar zelfs een week zonder elektriciteit stellen, met zware productieverliezen tot gevolg.
In een poging het energietekort op te vangen, heeft Eskom een groots investeringsplan aangekondigd. Over tien jaar wil het vijftig procent meer productiecapaciteit. Daarnaast heeft Eskom rantsoeneringen doorgevoerd bij grootgebruikers en paste het tot eind april kunstgrepen toe zoals load shedding: om de beurt werd een wijk in het donker gezet terwijl een andere buurt wel stroom kreeg. Alleen zo kon het elektriciteitsnet de groeiende vraag nog aan. Om de bouw van nieuwe centrales te financieren, heeft Eskom bij de nationale energieregulator een tariefstijging van 53 procent aangevraagd. Tot groot ongenoegen van de consumenten, die unisono protesteerden. Roger Baxter van de Business Unity South Africa waarschuwde dat de tariefwijziging 55.000 jobs zou kosten. Wellicht zal het zo’n vaart niet lopen, maar feit is dat de energieprijzen in menig Afrikaans land aan de lage kant zijn en dat is weinig aantrekkelijk voor investeerders. Een tariefstijging lijkt dan ook onvermijdelijk.
waterkracht                                                  
Sub-Sahara Afrika kende de jongste jaren de hoogste groeicijfers sinds decennia. Maar de energiesector hield geen gelijke tred, schrijft het Internationaal Muntfonds (IMF) in zijn Regional Economic Outlook 2008 voor Sub-Sahara Afrika. Om de groei in de regio aan te houden, moet de energiecapaciteit navenant toenemen. ‘Helaas,’ stelt het Muntfonds, ‘schommelt de jaarlijkse groei van de energiecapaciteit sinds 1980 slechts rond de 2,9 procent.’ Het gevolg is dat dertig van de 48 landen ten zuiden van de Sahara de jongste jaren met energiecrisissen af te rekenen hadden.
Zuid-Afrika kampt met een nijpend energietekort, dat bovendien nog jaren zal aanslepen. De stroompannes zijn een gevolg van de economische groei van de voorbije jaren, die nu door het gebrek aan elektriciteit ondermijnd wordt.
De 48 landen hebben samen een productiecapaciteit van 63 gigawatt, evenveel als Spanje. Zuid-Afrika buiten beschouwing gelaten, komt de hele regio aan slechts 28 gigawatt, vergelijkbaar met Argentinië. Een op vier centrales in Sub-Sahara Afrika is buiten werking.
Afrika beschikt nochtans –naast gas, olie, hout, steenkool en uranium– over een schier onuitputtelijke bron van energie: waterkracht. Het continent wordt doorsneden door de Nijl, de Congo, de Niger, de Volta en de Zambezi. Congo zou met dammen en waterkrachtcentrales veertig procent van alle waterkracht uit de regio kunnen opwekken. Alleen wordt vandaag slechts acht procent van het Afrikaans hydro-elektrisch potentieel benut.
megaprojecten
In 1972 werd Inga 1 in gebruik genomen, een stuwdam op de Congo-rivier ruim tweehonderd kilometer van Kinshasa. Een decennium later was het de beurt aan Inga 2. Maar wanbeheer, oorlog en corruptie trokken een streep door het miljardenproject. De dammen produceren vandaag nog amper een vierde van hun productiecapaciteit, onder andere voor de mijnbouw in Katanga. Midden april kwamen banken, bedrijven en Afrikaanse bestuurders samen om Inga nieuw leven in te blazen. Voor de bouw van Inga 3 alleen zou tot vijf miljard dollar nodig zijn. Het megaproject Grand Inga kost nog veel meer, maar de financiering schiet niet op.  
Er is energie in overvloed maar elektriciteit is zeldzaam. Dat is volgens het IMF een van de grote paradoxen van Afrika. ‘In de meeste Sub-Sahara landen is de energiemarkt gewoon te klein om te kunnen profiteren van grootschalige energieproductie.’ Er zijn wel grensoverschrijdende energiepools, zoals de Southern African Power Pool. Daarin wordt energie uitgewisseld en kopen landen energie die elders opgewekt is. ‘Maar voorlopig is geen enkele pool echt commercieel interessant te noemen’, aldus het IMF.  Grote investeringen worden ook pas interessant vanaf een bepaalde productiecapaciteit, maar het elektriciteitsnet kan dat vaak niet aan. Thermische centrales halen maximaal profijt uit hun schaalgrootte vanaf vierhonderd megawatt en slechts veertien van de 48 landen in de regio hebben een elektriciteitsnet dat zoiets aankan.
Bij gebrek aan grensoverschrijdende handel schakelen de meeste landen dan maar over op erg dure, kleinschalige energievoorzieningen, zoals houtkacheltjes of dieselgeneratoren. In Oost- en West-Afrika zorgen dieselgeneratoren voor zowat een derde van alle stroom. Bedrijven ruiken geld door de houtkacheltjes zuiniger te maken. Ook kleinschaligere projecten, gevoed door gas of zonne-energie, bieden een uitweg.
Om de broodnodige privé-investeerders aan te trekken voor megaprojecten zoals Grand Inga moet niet alleen werk gemaakt van tariefverhogingen en bijkomende wetgeving. Er zal ook iets moeten gebeuren aan de enorme productieverliezen en andere verliesposten bij de Afrikaanse nutsbedrijven, die meestal niet eens hun kosten kunnen recupereren. Zo kampen Sub-Sahara elektriciteitsmaatschappijen vaak met twintig procent productieverlies, ver boven de financieel leefbare tien procent. Maar waar het totnogtoe vooral aan ontbrak, is visie. Zowel bij de nationale overheden, die nalieten om tijdig te investeren in nieuwe productiecapaciteit –indien ze daar überhaupt de middelen voor hadden– als bij de internationale donoren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.