Overleven in Athene zonder geld en papieren

‘Het weegt door dat ik van iemands goodwill afhang’

Hij wil zich Mo laten noemen. Hij houdt zijn volledige naam en zijn gezicht liever uit de pers. De Gambiaanse Mo is –zo zegt het vakjargon– een Dublin II-terugkeerder. Twee jaar geleden stuurde Zwitserland hem terug naar Griekenland, het land waar hij Europa binnenkwam. We ontmoeten elkaar in een Griekse bistro in het centrum van Athene. Ik drink twee koffie’s, hij één pils, want ‘meer alcohol kan hij mentaal niet aan’.

  • tine danckaers Wie papieren wil, moet het politiecentrum Petro Ralli in Athene zien te passeren tine danckaers

‘Ik ben uit Gambia vertrokken omdat ik dreigde vervolgd te worden omwille van een “foute politieke partijkaart”. Mijn stiefvader is namelijk actief binnen de regeringspartij, ik daarentegen ben altijd lid geweest van de oppositiepartij. Die tegenstelling begon steeds vaker spanningen te geven thuis. Mijn stiefvader dreigde er zelfs mee me te laten oppakken of erger. Mijn moeder drong aan dat ik er rustig bij moest blijven, ze zei dat het over zou gaan. En dus bleef ik, tot er in ons dorp clashes tussen de twee partijen uitbraken. Ik vertrouwde het niet meer en vertrok.’

 ‘Ja, ik heb heel veel betaald voor mijn vlucht uit Gambia, het exacte bedrag ken ik niet meer. Ik ben via Senegal, Mali, Algerije naar Libië gegaan. Daar zou een mensensmokkelaar ons meenemen naar Italië, via de Egeïsche zee, in een boot met ongeveer 27 man. Terwijl we in de waan werden gelaten dat we op een Italiaans eiland beland waren, stonden we op een van de Griekse eilanden. Ik wist van niets. Ik weet zelfs nog altijd niet op welk eiland ik nu aangekomen ben. Het was februari 2007. Ik nam de ferry en vervolgens de bus naar Athene.’

‘In Athene wou ik politieke bescherming aanvragen. Ik kreeg echter te horen dat ik daar geen enkele geldige reden voor had. Ik had sowieso geen redenen om hier te zijn, klonk het. En dus werd in mijn dossier de verklaring “searching for better life” genoteerd. Ik zocht verder hulp, onder meer bij de Griekse vluchtelingenraad en bij Amnesty International. Ze konden me niet helpen, zeiden ze. Intussen had ik van Griekenland toch een voorlopige kaart gekregen, de roze kaart, waarmee ik mocht werken. Ik werkte vijf maanden, en werd dan op straat gesmeten. Het was het begin van de economische crisis. Mijn job was de eerste die werd afgeschaft. Zo ging het ook bij vrienden zonder papieren.’

‘Ik ken iemand die al jarenlang twaalf uur per dag in een carwash werkt, voor een schamele 20 euro. Hij blijft werken, want als hij stopt heeft hij niets. Ik zou het ook doen, zelfs voor 15 euro.’

 ‘Ik stapte in de verkoop van draagtassen. Het was de enige haalbare ‘deftige’ manier om aan wat geld te geraken. Tot twee keer toe werd ik opgepakt door de politie. Dat was niet het ergste: wel dat ze mijn enige bron van inkomsten confisceerden. Ik was die tassen kwijt, heb ze nooit meer teruggezien terwijl ik ze zelf gekocht had. Daar stond ik, zonder huis, zonder geld, zonder vooruitzichten. Ik wou weg en besloot om de tocht naar Zwitserland te wagen.
Zeven maanden was ik in Zwitserland. Het was er goed, ik kreeg er tijdelijke opvang zolang ze mijn aanvraag tot asiel onderzochten. Maar na zeven maanden lieten ze me weten dat ik er niet op mijn plaats was. Die was in Griekenland, het land waarlangs ik Europa was binnengekomen.
Op een ochtend, het was nog nacht, om vijf uur, werd ik in mijn kamer opgepakt door de politie. Het was voorbij. Ik werd twee dagen in een centrum geplaats en dan op het vliegtuig naar Athene gezet. We vertrokken met drie, maar ik kwam uiteindelijk alleen aan. Een meisje maakte zoveel amok op het vliegtuig dat ze haar niet hebben laten meevliegen. De man die met me in Athene arriveerde, hebben ze in het detentiecentrum op de luchthaven van Athene gehouden. Mij hebben ze na twintig minuten vrijgelaten.’

‘Via Amnesty International kwam ik een tijdje later in contact met een Zwitserse vrouw, een onderzoekster die de asiel- en migratiesituatie in Griekenland bestudeert. Zij interviewde me. Nu betaalt ze mijn huishuur en gas en elektriciteit. Dat is mooi en het is een grote hulp. (stil) Maar ik wil dit niet. Het weegt psychologisch door dat ik van iemands goodwill afhang, dat ik niet op eigen benen kan staan. Ik ben van goede komaf, ik bedoel dat we het niet zo slecht hadden. Ik ben niet gevlucht voor een rijker leven, wel omdat ik bang was voor de dood. Toen ik vluchtte, was mijn eerste idee om zo snel mogelijk weg te geraken, de knoop door te hakken. Later kwam het idee, de hoop om naar Groot-Brittannië of een ander Engelstalig land te trekken zodat ik verder zou studeren en kansen zou krijgen, een aanvulling op mijn diploma van boekhouding.’

‘Zonder haar zou ik misschien al lang in de drugstrafiek gestapt zijn. Veel mensen hebben die keuze niet, en stappen in het milieu, van trafikant tot gebruiker. Ik ben daarvan gespaard gebleven. Hoe ik mijn tijd doorbreng? Met wachten. Ik wacht op niets en probeer zoveel mogelijk mensen te zien, vrienden op te zoeken, te praten. Soms heb ik een job, kan ik bij een privé-persoon gaan kuisen of zo. Veel vaker echter kan ik niet bijklussen.
Athene veranderde in de voorbije twee jaar, sinds ik terug ben. De armoede, de ellende in de straten wordt nog bijna dagelijks groter en smeriger. Steeds meer mensen liggen op straat. De drugs- en prostitutiebuurten zaaien uit, ze beperken zich heus niet meer enkel tot Omonia. Vroeger was er altijd wel een job. Hoe klein of slecht betaald, ook, er was tenminste iets. Maar het werd erger. En toen ook de informele jobmarkt droog kwam te liggen, besloot ik dus te vertrekken. Het was op. Ik ken iemand die al jarenlang twaalf uur per dag in een carwash werkt, voor een schamele 20 euro. Hij blijft werken, want als hij stopt heeft hij niets. Ik zou het ook doen, zelfs voor 15 euro.’

‘Mentaal trek ik mijn plan. Van drugs en alcohol blijf ik zo ver mogelijk weg, ik besef de gevaren. Maar er zijn dagen dat ik heel verward ben. Dan slaap ik nachten bijna niet. Als ik op zo’n nacht toch in slaap val, heb ik heel slechte dromen. En als ik wakker word, geraak ik niet verder dan het idee dat ik moet wachten. Tot het beter wordt.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.