“Om vrij te zijn, moet je Amerika verlaten”

Al-Arian zit in de gevangenis sinds februari 2003, toen de toenmalige Procureur-Generaal John Ashcroft verklaarde op een persconferentie dat hij en vier anderen banden hadden met de Palestijnse Islamitische Jihad, “één van de meest gewelddadige terreurorganisaties ter wereld.”

Volgens de Amerikaanse regering zamelde Al-Arian in de jaren 1990 geld in voor de financiering van zelfmoordaanslagen van de in Damascus gevestigde terreurgroep, waarbij meer dan honderd Israëli’s omkwamen. De regering noemde de aanslagen het resultaat van Al-Arians werk.

Zelfs de aanklagers geven toe dat er na meer dan tien jaar telefoontap van Al-Arian, een vroegere professor aan de Universiteit van Zuid-Florida, en zijn familie geen bewijzen bestaan die hem linken aan een terroristische aanval. Daarom sprak een jury in Florida Al-Arian in 2005 vrij voor acht beschuldigingen, terwijl negen andere aanklachten vastliepen. Tweederde van de juryleden stemden voor de vrijspraak over de hele lijn.

Toch blijft Al-Arian ook zonder veroordeling opgesloten omdat hij weigert te getuigen in een proces tegen een Islamitische denktank uit het noorden van Virginia. “We weten nooit waar hij de volgende dag zal zijn, en we weten niet hoe we hem kunnen bezoeken”, zegt zijn zoon Abdullah. Hij wil dat deze beproeving zo snel mogelijk voorbij is.

Meineed

Maar dat zal niet gebeuren als het van de federale aanklager afhangt. In 2006 stemde Al-Arian toe om schuldig te pleiten voor het helpen van vrienden en familie die banden zouden hebben met de Palestijnse Islamitische Jihad. Hij had vorig jaar naar Egypte overgebracht moeten worden.

Federale aanklagers hebben Al-Arian echter verplicht om te getuigen in een zaak tegen het Internationale Instituut van Islamitisch Gedachtegoed, dat wordt beschuldigd van financiering van terreurorganisaties. Al-Arian heeft geweigerd uit angst dat de aanklager hem voor meineed willen veroordelen.

“Als hij getuigt zal de aanklager hem beschuldigen van meineed, ongeacht wat hij zegt”, verklaart zoon Abdullah. “Doet hij dat niet, dan zal hem minachting voor het gerecht ten laste worden gelegd. Mijn vader heeft het principiële besluit genomen om niet te getuigen, om het machtsmisbruik van de regering aan te klagen, denk ik. ”

Niet tijdens Ramadan

Omdat hij weigert te getuigen, verschijnt Al-Arian op 13 augustus. Zijn advocaat Jonathan Turley beweert dat hij niet met zijn cliënt mocht samenzitten en probeert het proces uit te stellen en Al-Arian vrij te krijgen. Turley wil met de zaak naar het Hoogste Gerechtshof stappen, omdat hij meent dat Al-Arian ongrondwettelijk wordt vastgehouden.

Volgens aanhangers van Al-Arian is hij ook een slachtoffer van uitspraken van een federale aanklager, Gordon Kromberg. Die heeft tijdens een proces in 2005 aan de jury gezegd dat de beschuldigde in de zaak-Ali Al Timimi, een devoot moslim, niet kon worden vertrouwd omdat zijn geloof hem opdraagt te liegen tegen niet-gelovigen.

Bovendien stellen de advocaten van Al-Arian dat Kromberg hen tijdens een vergadering in 2006 zei dat hij Al-Arians verzoek om niet gedwongen te worden om te getuigen voor een grote jury tijdens de Ramadan niet zou toestaan. “Als ze elkaar kunnen vermoorden tijdens de Ramadan, kunnen ze ook verschijnen voor de juruy. Het enige wat ze niet kunnen voor zonsondergang is eten”, zou Kromberg hebben gezegd.

Volgens critici zijn Krombergs opmerkingen en zijn niet-aflatende steun voor de staat Israël het bewijs dat hij Al-Arian in het vizier neemt om politieke redenen, niet wegens terrorisme.