Het bureau is alvast een stap in de goede richting van een uniformer en kwalitatiever Europees immigratie- en asielbeleid, vinden Europese vluchtelingen- en migrantenorganisaties. Die ijveren al langer voor een geharmoniseerde Europese asielpolitiek, enerzijds om de verschillen tussen de verschillende lidstaten weg te werken, anderzijds om tot een kwalitatievere aanpak te komen.
Het ondersteuningsbureau voor asiel moet vooral de samenwerking tussen de lidstaten bevorderen: informatieuitwisseling, training van nationale asielambtenaren en het faciliteren van de hervestiging van erkende vluchtelingen in Europa. Het Europees parlement keurde recent ook een wetsvoorstel goed om landen die vluchtelingen willen hervestigen financieel te steunen.
Europese lidstaten die zich kandidaat stellen om vluchtelingen uit derde landen te hervestigen, ontvangen voortaan per hervestigde persoon meer dan 6000 euro. Bij officiële hervestiging verlaten vluchtelingen hun eerste land van opvang en krijgen ze de kans om in een nieuw land –dat hen vrijwillig uitnodigt– een nieuw leven te beginnen, zonder daarvoor een asielprocedure te doorlopen.
Voorlopig zal die financiële last niet al te veel druk op het Europese budget zetten, want Europa draagt slechts een kleine mondiale steen bij in de hervestiging van vluchtelingen, zeker in vergelijking met de Verenigde Staten, Australië en Canada.
In 2008 nam Europa slechts 6,7 procent van de mondiale hervestiging van vluchtelingen voor zijn rekening. In totaal ging het om 4378 personen, terwijl het VN-Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen spreekt over een hervestigingsnood van 747.000 personen.België nodigde in 2009 een vijftigtal vluchtelingen uit via het pilootproject Resettlement. Dat zou minstens moeten worden omgezet naar een structureel engagement, vragen vluchtelingenorganisaties in hun eisenpakket aan de nieuwe Belgische regering.