Lees later

Ministers geven groen licht voor mensenrechtencommissie

De ministers van Buitenlandse Zaken uit Zuidoost-Azië hebben gisteren een akkoord bereikt over de oprichting van een regionale mensenrechtencommissie. Dat akkoord maakt deel uit van het eerste handvest van de ASEAN, Association of Southeast Asian Nations. Maar analisten vrezen dat het plan in de praktijk moeilijk te realiseren valt.

Els Scholiers . 31 juli 2007

Tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst zijn de ministers van Buitenlandse Zaken het eens geworden over de oprichting van een mensenrechtencommissie. Dat is enigszins verrassend, omdat sommige landen, waaronder het militaire regime van Myanmar, moeilijk deden tijdens de voorbereidende diplomatieke debatten afgelopen weekend.
Bepaalde Zuid Oost Aziatische landen staan erom bekend het niet al te nauw te nemen met de mensenrechten en regeringen komen traditioneel niet tussen in ‘andermans zaken’.
Onder druk van de Filippijnen kwam er dan toch een akkoord over een mensenrechtencommissie, ondermeer omdat ‘zo’n orgaan de geloofwaardigheid van de ASEAN in de internationale gemeenschap zal verhogen’, zegt de Filippijnse minister van Buitenlandse Zaken, Alberto Romulo.
‘We hebben een consensus op het niveau van de ministers en ook Myanmar staat positief tegenover het hele idee’, zegt George Yeo, afgevaardigd minister van Signapore, na de eerste sessie maandag.
Over de details en de specifieke invulling van de commissie had Yeo nog geen informatie. Deze zaken worden later besproken.

Een georganiseerd front

Het akkoord werd bereikt tijdens de besprekingen van het eerste ASEAN charter, dat in november tijdens een bijeenkomst van de leiders wordt voorgelegd en gestemd. De regels en normen die erin vervat zitten, moeten de Zuidoost-Aziatische associatie meer op de lijn van de Europese Unie brengen.
Gloria Arroyo, presidente van de Filippijnen, ziet het nieuwe handvest als een middel om groep de versterken. Bovendien bevestigt het charter de wil van de ASEAN om één front te vormen.
Leden van de associatie zijn Brunei, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, de Filippijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

Samenraapsel van vage beloftes

Analisten geven de mensenrechtencommissie weinig slaagkansen in de praktijk en de context van de tien lidstaten, omwille van de verschillende interpretaties van de term en de strikte antiterrorisme wetten in de regio.
‘Het charter zal niets meer zijn dan een samenraapsel van beloftes om in de toekomst met meer toewijding over de naleving van de mensenrechten in de regio te waken’, zegt columniste Ana Marie Pamintuan in de krant de Philippine Star.
‘Bovendien zullen ze de tekst erg vaag moeten verwoorden, zodat niemand de antiterrorisme wetten kan beschouwen als schendingen van de mensenrechten’, meent Pamintuan.