Mensenrechten in Midden-Amerika gaan bergaf

Het rapport Mensenrechten en Conflicten in Midden-Amerika 2007-2008 is opgesteld door zeven organisaties uit Costa Rica, Nicaragua, El Salvador, Honduras en Panama, met steun van de Lutherse Kerk.

Aanvallen

In Nicaragua is de situatie de laatste jaren duidelijk erger geworden. “We worden continu aangevallen door de autoriteiten, inclusief de ombudsman voor de mensenrechten, die aan de kant van president Daniel Ortega staat, en ons beschuldigt van banden met de oligarchie of met de CIA”, zegt Georgina Ruiz van het Nicaraguaans Mensenrechtencentrum (CENIDH).
Het rapport spreekt van een toenemend aantal gevallen van bedreiging, marteling en misdaad in het land. Zoals de moord op Villanueva Delgadillo in maart 2007, waarvoor in het vorige mensenrechtenrapport al werd gevreesd. De vrouw werd door gemaskerde mannen neergeschoten toen ze aangifte deed van de marteling van haar beide zoons in de stad Nueva Guinea, 280 kilometer ten zuidoosten van Managua.
“De toegang tot informatie is gecompliceerd geworden” sinds Ortega aan de macht kwam in 2007, zegt Ruiz. Er zijn verschillende aanvallen geweest op media die kritiek uiten.
In Guatemala is onder de nieuwe president Álvaro Colom wel vooruitgang te zien met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting en het aantal mensenrechtenschendingen, “maar er is nog een lange weg te gaan”, zegt Estuardo Galeano van GAM, de Wederzijdse Steungroep van Guatemala. Tijdens de verkiezingscampagne in 2007 zijn 53 politieke leiders, kandidaten en activisten vermoord.

Bronnen van conflict

Het rapport waarschuwt voor “bronnen van conflict” die kunnen uitlopen op nieuwe gewapende strijd. Met het tekenen van de vredesovereenkomst in Guatemala in 1996 werd een lange periode afgesloten van bloedige burgeroorlogen in de regio, die sinds de jaren zestig honderdduizenden levens hadden gekost.
Vaak zijn de structurele omstandigheden echter niet veranderd, zegt Andrés Serbin van het Latijns-Amerikaans en Caribisch Platform voor Conflictpreventie en Vredesopbouw, dat dit jaar meeschreef aan het rapport. Als de oorzaken - armoede, sociale en politieke uitsluiting, ongelijkheid en de afwezigheid van de rechtsstaat - blijven bestaan, zal de mensenrechtensituatie alleen maar verergeren.
De ombudsman voor de mensenrechten in El Salvador, Óscar Luna, vindt de toename van het aantal misdaden tegen de fysieke integriteit van mensen in zijn land “zorgwekkend”. Het recht op vrijheid wordt geschonden door willekeurige opsluiting en intimidatie, vooral door de politie, waar hij heel veel klachten over heeft gekregen. “De structurele omstandigheden die het gewapende conflict tot 1992 veroorzaakten, zijn nog niet overwonnen”, aldus Luna.