'Maleisische regering maakt politiek spel van hulpverlening'

De Maleisische krant Malaysia Today zegt op zijn website dat er voldoende hulpgoederen zijn, maar dat de voorraden bewaakt worden door overheidsfunctionarissen. Ze weigeren ook maar iets te verdelen tot een minister tijd vrij maakt om dat persoonlijk te komen doen, omringd door een horde journalisten.

In acht opvangcentra in de staat Kedah verblijven ongeveer 4.200 slachtoffers van de zeebeving. Meer dan duizend huizen in zeven dorpen in Kedah werden getroffen. Bijna vijfhonderd huizen werden ernstig beschadigd of verwoest. Hoewel er in Kedah een aantal vissersdorpen werd verwoest, vielen de meeste slachtoffers op het dichtbevolkte eiland Penang. Vissersdorpen, nederzettingen en winkels langs de kust zijn bijna allemaal verdwenen. In Maleisië vielen 68 doden; 299 mensen liepen blijvend letsel op.

Inzamelacties van enkele bekende bedrijven en mediaorganisaties uit Kuala Lumpur hebben al honderdduizenden euro’s opgeleverd voor de slachtoffers van de zeebeving. Maar een paar evacués in Tanjong Bungah - een vissersdorp op Penang - zeggen dat ze de afgelopen week elk nog maar 700 ringgit (138 euro) hebben ontvangen. Van dat bedrag kwam 500 ringgit uit de sociale voorzieningen van de overheid. De rest kwam van islamitische en boeddhistische hulporganisaties.

In Penang raakten meer dan 5.000 vissers hun bezittingen kwijt. Van de ongeveer 1.600 vissersboten werd 90 procent vernield. Een nieuwe boot met motor kost ongeveer 20.000 ringgit (ruim 3.900 euro). De kosten van reparatie van een beschadigde boot kunnen variëren van 1.000 tot 3.000 ringgit (197 tot 590 euro).

Waar moeten we dat geld vandaan halen?, zegt Salim, een visser die in Tanjong Bungah wacht op hulp. Onze huizen zijn vernield en we kunnen nergens heen. De belangenorganisaties van vissers steunen alleen hun leden, zegt Salim. De boeddhisten die ons hulp gaven, maakt het tenminste niet uit of we als moslims wel of geen lid van hun gemeenschap zijn.

Dinsdag zei de Maleisische vice-premier Najib Abdul Razak dat de slachtoffers van de tsunami pas hulp krijgen als de overheid een volledige inventarisatie heeft gemaakt van de schade. Dat kan volgens hem langer dan twee of drie weken duren. Volgens de vice-premier is die tijd nodig om er zeker van te zijn dat de hulp eerlijk verdeeld wordt.

Een bezoekster van een Maleisisch internetforum schrijft dat ze gesproken heeft met het hoofd van een hulporganisatie die vrijdag spullen wilde afleveren bij een school waar slachtoffers worden opgevangen. Hij had honderd pakketten met water, beschuit, handdoeken, sarongs, kussens en dekens bij zich. Toen hij bij de school aankwam, werd hem de toegang geweigerd om ‘veiligheidsredenen’, zegt zij.

Volgens de vrouw kreeg de helper te horen dat de hulpverlening gecoördineerd werd via een ministerie. Hij mocht niet naar binnen om te kijken wat de mensen verder nog nodig hadden en moest de goederen achterlaten in een opslagruimte. De spullen zouden worden uitgedeeld als de mensen weer naar huis konden, aldus de vrouw.

Volgens Malaysia Today is de situatie in de opvangcentra in Kedah chaotisch. De overlevenden zijn in shock. Veel van hen lopen verdwaasd en verward rond, zo meldde een verslaggever. Het is duidelijk dat ze emotionele steun nodig hebben of in de ergste gevallen psychiatrische hulp. (JS/PD)