Latijns-Amerika klaar om bloeddorstige leiders te veroordelen

In Colombia, Chili en Peru wachten mensenrechtengroepen vol ongeduld op de veroordeling van Augusto Pinochet, Vladimiro Montesinos en Alberto Santofimio. De jongste weken doken nieuwe getuigenissen op in verband met politieke moordzaken die tegen de drie lopen. Het zou de eerste keer zijn dat leiders van hun kaliber een veroordeling oplopen.


Tegen de voormalige Chileense dictator Pinochet doken twee weken geleden nieuwe beschuldigingen op voor de moord op twee politieke rivalen in de jaren 70. In Peru eist de openbare aanklager 35 jaar tegen Vladimiro Montesinos, de voormalige baas van de inlichtingendienst, voor de moord op twee dozijn burgers vijftien jaar geleden. En in Colombia werd de voormalige minister van Justitie Alberto Santofimio op 12 mei gearresteerd voor zijn aandeel in de moord op een presidentskandidaat in 1989.

Het feit dat drie verschillende rechtssystemen in drie verschillende landen op hetzelfde moment in actie komen is geen toeval, zegt historica Margaret Power van het Illinois Instituut vanuit Santiago. Er is sprake van een kentering. Sinds het einde van de dictaturen in Zuid-Amerika, was de standaardreactie tot nog toe om de ogen te sluiten voor het verleden.

De nieuwe beschuldigingen tegen Pinochet in verband met de moorden op twee voormannen van de regering-Allende (zie kader) maakt de kans dat hij veroordeeld wordt niet veel groter. In 2001 oordeelde een rechtbank al dat de 89-jarige ex-dictator mentaal ongeschikt is om terecht te staan. Een arrest van het hooggerechtshof bevestigde die uitspraak in juli 2002.

Maar het onderzoek naar Pinochets wandaden gaat onverminderd voort, niet enkel voor politieke moorden in eigen land. Ook het onderzoek naar ‘Operatie Condor’ loopt. Dat was in de jaren 70 en 80 een gezamenlijk project van de militaire leiders in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay om linkse opponenten op te sporen en te elimineren.

Door de onderzoeken is het onkreukbare imago van het leger in Chili voorgoed verleden tijd. Een bewijs daarvan is dat organisaties uit het middenveld het leger nu makkelijk durven beschuldigen, zegt Power. Toen Chileense militaire rekruten onlangs ten onder gingen in een sneeuwstorm, aarzelde men niet om de officieren die het overleefd hadden te beschuldigen. Dat is de prijs die het leger moet betalen voor feit dat Chileense burgers 17 jaar lang vermoord werden.

Onder het Pinochet-regime (1973-1989) verdwenen naar schatting 3000 burgers door toedoen van de veiligheidsdiensten. 27.000 politieke gevangenen werden gemarteld.

Santofimio

Ook in Colombia wordt de spiraal van straffeloosheid doorbroken. Voormalig minister van Justitite Alberto Santofimio (zie kader) zal zijn straf waarschijnlijk niet ontlopen. Hij werd op 12 mei gearresteerd voor de moord op presidentskandidaat Luis Carlos Galán in 1989. Aan het eind van de jaren zat Santofimio al eens vier jaar achter de tralies omdat hij zich had laten omkopen door een drugkartel. Hij werd toen ondervraagd in verband met de moord op Galán, maar de zaak kwam nooit voor wegens gebrek aan bewijzen. Santofimio riskeert 40 jaar.

Het goede nieuws is dat, ondanks het feit dat er zoveel jaren over heen zijn gegaan, gerechtigheid eindelijk geschiedt, schrijft de Colombiaanse krant El Tiempo in een opiniestuk.

Lichtend Pad

In Peru hangen veroordelingen voor de politiek gemotiveerde slachtingen in Barrios Altos en La Cantuta, respectievelijk in 1991 en 1992, in de lucht. Alle leden van de Colinagroep, het doodseskader dat de moorden uitvoerde, zitten voorlopig achter de tralies. Van de opdrachtgevers werd tot dusver niemand beschuldigd.

Op 13 mei kwam daar verandering in. Toen vroeg de openbare aanklager 35 jaar tegen Vladimiro Montesinos omdat die opdracht zou hebben gegeven tot de standrechtelijke executies. Montesinos was onder president Alberto Fujimori (1990-2000) het hoofd van de inlichtingendienst. Hij wordt beschuldigd in talrijke andere zaken, maar is nog nergens voor veroordeeld.

In 2001 werd Fujimori er al officieel van beschuldigd een aandeel te hebben in de moorden. Er loopt al vier jaar een internationaal arrestatiebevel tegen de ex-president die gevlucht is naar Japan. Fujimori loopt er nog steeds rond als een vrij man.

Het ergste is dat de uitkomst uiteindelijk nog steeds onzeker is, zegt Ernesto de la Jara, de directeur van het Instituut voor Juridische Verdediging in Lima. De misdaden die tien tot twintig jaar geleden werden gepleegd, komen nu pas voor. Er is nog geen enkele straf uitgedeeld voor (de opdrachtgevers van) mensenrechtenschendingen in Peru, al is er goede hoop dat de zaak tegen de Colinagroep uitmondt in een veroordeling.

Drie successen kan niemand de Peruaanse mensenrechtenbeweging nog afpakken. Peru accepteerde de beslissing van de Inter-Amerikaanse Rechtbank voor de Mensenrechten om de amnestie voor Fujimori, toegekend in 1995, te vernietigen. Het Grondwettelijke Hof vernietigde ook de antiterreurwetgeving die onder Fujimori ontstond.

En de Peruaanse waarheidscommissie deed haar werk. Ze is er in geslaagd de verwrongen waarheid te vervangen door een waarheid die dichter in de buurt van de realiteit komt, zegt de la Jara. Van de 47 zaken die de waarheidscommissie doorverwees naar het gerecht worden, er 15 nog onderzocht door het openbaar ministerie en kwamen er 30 al voor.

Na eventuele veroordelingen kan Peru beginnen denken aan herstelbetalingen voor de slachtoffers. Het is duidelijk dat de spiraal van straffeloosheid nog niet gesloten is, noch in Peru noch in de rest van de regio. Het kan twee kanten uit, meent de la Jara een ketting van juridische overwinningen of een achteruitgang.

Professor Power ziet twee verklaringen voor de trend tot bestraffing. De woede tegen het neoliberale economische beleid zorgt ervoor dat de mensenrechtengroepen zich beter organiseren, geruggensteund door goed verankerde sociale beweging met als centrale eis: transparantie en eerlijkheid in het bestuur. Daarnaast is er een alliantie tussen progressieve regeringen in Zuid-Amerika. Veel van de nieuwe leiders waren zelf slachtoffer van de militaire dictatuur. (MM/PD)



Kaderstuk: De slachtoffers

Letelier en Prats (Chili)

De jongste beschuldigingen tegen ex-dictator Pinochet zijn afkomstig van de Chileense generaal Manuel Contreras. Die verklaarde in het verleden al dat Pinochet weet moet gehad hebben van de moord op Orlando Letelier in Washington in 1976 en van de aanslag op generaal Carlos Prats en zijn vrouw Sofía Cuthbert in Buenos Aires in 1974. Onlangs verklaarde Contreras voor het eerst dat Pinochet de opdrachtgever was. In 1995 werd Contreras veroordeeld tot zeven jaar in verband met de moorden. Hij zit nu een tweede straf uit in verband met de moord op de linkse activist Ángel Sandoval in 1975.

Pinochets politieke tegenstanders werden gedood met een bomauto. Letelier, Buitenlandminister onder Salvador Allende (1970-73), werd twee jaar na zijn vrijlating in Chili vermoord in Washington samen met zijn assistent Ronni Moffitt. Prats, bevelhebber van het leger onder Allende, werkte aan een boek over de coup die Pinochet pleegde tegen Allende. Na de aanslag werden Prats’ aantekeningen gestolen uit zijn huis.

De moord op Prats was het begin van een hele reeks aanslagen op Chileense ballingen. Eén van de daders, de veiligheidsagent Michael Townley werd later veroordeeld voor de aanslag.


Luis Carlos Galán (Colombia)

Pablo, vermoord hem. Als hij president wordt, levert hij je uit aan de Amerikanen. Met die woorden zou de Colombiaanse minister van Justitie Santofimio de opdracht hebben gegeven voor de moord op Luis Carlos Galán. Hij sprak ze uit tegen de Colombiaanse drugskoning Pablo Escobar. Althans, dat verklaarde John Jairo Velásquez alias ‘Popeye’, de man die de doodseskaders van Escobar leidde.

Galán was de gedoodverfde winnaar van de verkiezingen van 1990. Escobar, de leider van het drugskartel van Medellin, vreesde dat hij onder de nieuwe president uitgeleverd zou worden aan de VS. De moord op Galán maakte deel uit van een bloedige campagne tegen rechters, ministers, journalisten en officieren om de uitleveringen te vermijden.

Barrios Altos en La Cantuta (Peru)

In 1991 roosterde het doodseskader Colina 15 mensen, waaronder een achtjarige jongen, op een barbecue in Barrios Altos, een wijk in Lima. Het doodseskader de Colinagroep waande hen terroristen van de maoïstische rebellenbeweging het Lichtend Pad. Het doodseskader werd ook veroordeeld voor de moord op negen studenten en een professor aan de universiteit van La Cantuta.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.