Hulp traag ter plaatse

Overstromingen als gevolg van hevige regenval vertragen de hulpacties. Ondergelopen wegen verhinderden dit weekend vrachtwagens met hulpgoederen Amapara en Batticaloa te bereiken, zwaar getroffen districten in het westen van het land waar al meer dan 12.000 doden zijn geteld.

Vooral in de opvangkampen, waar honderdduizenden daklozen opeengepakt zitten, dreigen ziekten als cholera en dysenterie uit te breken. Volgens Uditha Herath, een medewerker van de Government Medical Officers’ Association (GMOA), de artsenvereniging van het openbare gezondheidssysteem, zijn de sanitaire voorzieningen in de kampen erg pover. Daardoor kan het drinkwater er makkelijk besmet raken. Plaatselijke hulpverleners brengen ook toebereid voedsel naar de vluchtelingen. In het hete en vochtige klimaat bederft dat snel.

Volgens Herath hebben buitenlandse hulpverleners op korte tijd al veel medicijnen en materiaal aangevoerd om die problemen aan te pakken, maar die hulp raakt niet overal snel ter plaatse. A.T. Ariyarathne, de voorzitter van de Sirlankaanse hulporganisatie Sarvodya, verklaarde zaterdag in de noordelijke stad Jaffna dat hij nog geen omvangrijke hulpleveringen aan die streek had gezien. Het Wereldvoedselprogramma zegt wel dat het al 95 ton voedsel heeft getransporteerd naar het vluchtelingenkamp Pallai, in het zuiden van het schiereiland van Jaffna.

Nog veel meer hulp is onderweg. De VN schatten zaterdag dat 700.000 Srilankanen voedselhulp nodig hebben. Noodhulpcoördinator Jan Egeland maakt zich sterk dat al die mensen tegen woensdag bereikt zullen zijn. De Vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR) heeft al voor 380.000 dollar hulpgoederen aangevoerd. Het VN-Kinderfonds Unicef kondigde vorige week aan dat het de Srilankaanse regering genoeg medische noodhulp ter beschikking zal stellen om 150.000 patiënten drie maanden lang te behandelen. Het VN-Bevolkingsfonds heeft een kwart miljoen dollar vrijgemaakt voor voedselhulp en medische bijstand.

De officiële dodentol voor Sri Lanka liep maandagochtend op tot 29.744, maar niemand twijfelt eraan dat het cijfer nog zal stijgen. De Tamil Tijgers, een rebellengroep die opkomt voor zelfbeschikking voor de Tamil-minderheid op het eiland, zeggen dat in de streken in het oosten en het noorden die zij controleren, minstens 4.000 mensen zijn gestorven. In heel het noordoosten zijn volgens de Tijgers zeker 18.000 mensen omgekomen.

De Tamil Tijgers weigerden het voorbije weekend deel te nemen aan een werkgroep van de Srilankaanse regering die de hulpverlening moet coördineren. De rebellen voeren wel overleg met buitenlandse hulporganisaties en hebben ook laten weten dat ze hulp van de regering in Colombo zullen aanvaarden. Volgens de BBC werken rebellen en overheidspersoneel in het noorden van Sri Lanka al samen bij de verdeling van noodhulp. In Kilinochchi, de belangrijkste stad in het noorden die in handen is van de rebellen, hebben de twee partijen samen met hulporganisaties en plaatselijke groepen een coördinatiecel opgezet om toe te kijken op de verdeling van de hulp. De voorbije dagen beschuldigen de Tijgers de autoriteiten ervan zwaar materieel als helikopters vooral in het zuiden van het land in te zetten en de Tamil-gebieden in het noordoosten aan hun lot over te laten. De regering verweet de rebellen politieke munt te slaan uit de ramp en hulpverlening. De Srilankaanse burgeroorlog heeft de voorbije twintig jaar meer dan 60.000 mensenlevens gekost. De rebellen en de regering hebben in 2001 een bestand gesloten dat nog altijd wordt nageleefd, maar de vredesonderhandelingen tussen de twee partijen liepen in 2003 vast.

Sri Lanka zal waarschijnlijk nog jaren lang worstelen met de gevolgen van de catastrofe. Volgens eerste schattingen is er minstens een miljard dollar nodig om alle schade te herstellen. Zowat 40 procent van de hotels op Sri Lanka is vernield. Experts denken dat het tien jaar zal duren vooraleer het toerisme, de belangrijkste deviezenbron van het eiland, er weer bovenop zal zijn. De eerste tien maanden van 2004 brachten toeristen in Sri Lanka 228 miljoen euro in het laatje.

Ook de landbouw en de visserij hebben zwaar geleden. Ampara, de zwaarst getroffen streek, is goed voor een vijfde van de Srilankaanse rijstoogst. De Ceylon Fisheries Corporation schat dat er voor 200 miljoen dollar schade is aangericht aan viskwekerijen voor de kust. Het herstel van die installaties zal anderhalf jaar duren. (PD)