Heropbouw Irak rust op drijfzand

Voor de heropbouw van een land als Irak heb je veel meer troepen nodig dan voor de bezetting ervan. Dat staat in een nieuw rapport dat besteld werd door het Pentagon. Volgens de nieuwe berekening moet de Amerikaanse troepensterkte in Irak verdrievoudigd worden.


Van bij de aanvang van de oorlog in Irak ging het Pentagon ervan uit dat het aantal Amerikaanse soldaten in Irak gereduceerd kon worden na de val van het Iraakse regime. Een lijvig rapport van de Defense Science Board (DSB), dat al dateert van eind vorige maand maar pas nu bekend raakte, spreekt dat formeel tegen.

Wij geloven dat men ter plaatse meer mensen nodig heeft voor de stabilisering en reconstructie dan voor de verovering, zegt de DSB nu in een nieuw rapport. De experts halen daarmee één van de belangrijkste strategische premissen van het Amerikaanse Irak-beleid onderuit.

De DSB is een groep van experts, vooral uit de privé-sector, die het Pentagon vrijwillig adviseren. Meestal volgt Defensieminister Donald Rumsfeld de aanbevelingen op.

Op basis van de ervaring met Amerikaanse militaire interventies van de jongste 15 jaar berekende de DSB dat er om een conflictueuze samenleving te transformeren 20 soldaten nodig zijn per 1000 inwoners en dat vijf tot acht jaar lang. De huidige troepensterkte in Irak bedraagt 6 soldaten per 1000 inwoners. Dat is dus drie keer minder dan de troepensterkte die de DSB aanbeveelt.

Het nieuwe rapport doet geen specifieke uitspraken over het Amerikaanse beleid in Irak. Maar tussen de regels door bevelen de experts wel een troepenversterking aan. Gezien het feit dat ons drie tot vijf jaar ter beschikking staan voor de wederopbouw en de stabilisering, is het duidelijk dat er erg veel bijkomende middelen nodig zijn.

Het rapport ‘Transition to and from Hostilities’ stelt ook dat het ministerie van Buitenlandse Zaken beter geschikt is om de heropbouw van Irak te coördineren. De Amerikaanse regering vertrouwde die taak aanvankelijk toe aan het Pentagon. Het ministerie van Defensie benadert stabilisatie en reconstructie niet met hetzelfde sérieux als de pure militaire taak, zegt de DSB. Die mentaliteit moet veranderen.

Het is de tweede keer in evenveel maanden dat de adviesgroep het Pentagon impliciet onvoldoende geeft inzake Irak. In november maakte de DSB al brandhout van de communicatiestrategie van het Pentagon. Het imago van de VS als de verspreider van de democratie in het Midden-Oosten werkt contraproductief voor de Amerikaanse belangen, zo stelde de DSB toen. In de islamitische wereld versterkt de oorlog in Irak het beeld van arrogantie, opportunisme en dubbele standaarden.

Het nieuwe rapport zal het getouwtrek tussen het Pentagon en het ministerie van Buitenlandse Zaken over Irak nog aanwakkeren. Sinds de invasie van Irak krijgen Rumsfeld en zijn onderminister Paul Wolfowitz op Defensie het verwijt dat ze de waardevolle inbreng van Buitenlandse Zaken en van de inlichtingendiensten in de wind slaan. Zowel Colin Powell als de CIA hebben altijd gezegd dat er meer troepen nodig zijn voor de stabilisering van Irak.

De geringe troepensterkte ligt volgens critici aan de basis van de onveilige situatie in Irak. De Iraakse inlichtingendiensten schatte vorige week dat het Iraakse verzet nu uit 30.000 strijders bestaat, aangevuld met 200.000 medestanders. (MM/PD)


Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.