Het Duitse keurmerk Spielgut doet dat wel. Speelgoed dat dit keurmerk draagt, is niet alleen getest op veiligheid, ook op speelwaarde en inhoud, vakmanschap, duurzaamheid, design… Spielgut legt ook ecologische voorwaarden op en controleert nauwgezet dat speelgoed geen vervuilende stoffen zoals cadmium, PVC en weekmakers bevat. Het keurmerk blijft wel beperkt tot de Duitse markt.
De Europese controle of producten veilig en chemicaliënvrij zijn, is in handen van de lidstaten, en de aanpak en resultaten variëren dus van land tot land. De belangenorganisatie van de speelgoedproducenten TIE erkent dat, en is zelf voorstander van een strengere controle om malafide producenten op te sporen en uit de markt te halen. ‘Producenten met een slechte naam ondermijnen de reputatie van de industrie door veiligheidsstandaarden en wetten te omzeilen. Dat is frustrerend, maar we geloven niet in nog strengere veiligheidsmaatregelen die in wetten gegoten worden. Dat zou de bonafide spelers mee straffen.’
Het aandeel van eerlijke handel blijft ook nog zeer beperkt in de speelgoedmarkt. Leden van de TIE onderschrijven wel het internationale programma van ICTI Care. ICTI Care streeft naar de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de speelgoedproductie, vooral in China, dat 80 procent van de mondiale speelgoedproductie in handen heeft. Bindende voorwaarden zijn er echter nog niet, laat staan een keurmerk. Ook een Europees ecologisch keurmerk ontbreekt. Nationale keurmerken, zoals het Scandinavische Nordic Swan en het Duitse Blaue Engel, leggen wel ecologische criteria vast voor speelgoed, maar zeggen dan weer niets over de sociale omstandigheden waarin het geproduceerd werd, noch over de veiligheid en educatieve waarde van speelgoed.