Europees milieubeleid loopt vertraging op in Vlaanderen
Europese milieurichtlijnen tijdig omzetten, loopt nog regelmatig fout in Vlaanderen. Het Verdrag van Lissabon, dat strenger optreedt tegen een niet tijdige omzetting, zou een oplossing kunnen bieden.
Muriel Denayer . 29 juli 2009
De effectiviteit van het Europees milieubeleid hangt immers grotendeels af van de mate waarin de lidstaten de milieurichtlijnen implementeren op nationaal niveau. Sara Van Dievoet onderzocht in haar eindverhandeling aan de KULeuven hoe Vlaanderen hierop scoort.
“De belangrijkste oorzaken voor een slechte score op het omzetten zijn te wijten aan institutionele factoren. Deze hebben betrekking op het gebrek aan coördinatie voor de implementatie van een milieurichtlijn tussen het federale niveau en de gewesten enerzijds, en coördinatie tussen de gewesten anderzijds”, aldus Van Dievoet.
Volgens Van Dievoet kan een mogelijke oplossing voor dit deficit de eventuele goedkeuring van het Verdrag van Lissabon zijn. In dit verdrag wordt immers onder andere bepaald dat er strenger zal worden opgetreden voor een niet (tijdige) omzetting.
Vanaf de eerste veroordeling al kan een financiële sanctie of dwangsom worden opgelegd. Momenteel heeft de eerste veroordeling enkel een waarschuwing tot gevolg, wat ertoe leidt dat vele lidstaten het niet zo nauw nemen met de implementatie van de Europese milieurichtlijnen.
Ten slotte zegt Van Dievoet dat het Belgisch EU-voorzitterschap in 2010 voor een nieuwe dynamiek zal zorgen, zoals dat ook in 2001 het geval was.
In België zijn de bevoegdheden voor het milieubeleid verdeeld tussen het federale niveau en de drie gewesten. Door de verschillende hervormingen van de Belgische staatsstructuur, werd een steeds groter deel van de milieubevoegdheden overgeheveld naar de gewesten. Het federale niveau is echter nog steeds bevoegd voor een aantal milieumateries.
Met de ondertekening van het Sint-Michielsakkoord van 1993, trad het “in foro interno, in foro externo” – principe in werking. Hierdoor kunnen de Belgische deelstaten een eigen buitenlands beleid voeren voor de domeinen waartoe ze bevoegd zijn, los van het nationale buitenlands beleid.
Het probleem is echter dat Europa België als een unitaire actor ziet: er is slechts één vertegenwoordiger nodig, geen drie. Een interne coördinatie van het milieubeleid is dus nodig om een nationaal standpunt aan te nemen binnen de EU. Deze kwestie geldt ook in de omgekeerde richting, wanneer de Europese richtlijn omgezet moet worden op (supra)nationaal niveau.
De Raad van Ministers (RvM) staan binnen de Europese Unie (EU) in voor het opstellen van nieuwe milieurichtlijnen. Deze zijn, voor elke lidstaat tot wie ze gericht is, bindend ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Om een harmonieus Europees milieubeleid te creëren, moeten de richtlijn omgezet worden in de nationale rechtsorde van de lidstaat. Ongeveer 80% van de huidige Belgische milieuwetgeving vloeit voort uit de Europese milieuregelgeving.
In de RvM zetelt per lidstaat één vertegenwoordiger. Deze ministers spreken in naam van zijn/haar land tijdens het bijeenkomsten waarop nieuwe richtlijnen worden opgesteld. Voor België, als federale staat, knelt het schoentje hier wat.
“De belangrijkste oorzaken voor een slechte score op het omzetten zijn te wijten aan institutionele factoren. Deze hebben betrekking op het gebrek aan coördinatie voor de implementatie van een milieurichtlijn tussen het federale niveau en de gewesten enerzijds, en coördinatie tussen de gewesten anderzijds”, aldus Van Dievoet.
Financiële sanctie of dwangsom
Volgens Van Dievoet kan een mogelijke oplossing voor dit deficit de eventuele goedkeuring van het Verdrag van Lissabon zijn. In dit verdrag wordt immers onder andere bepaald dat er strenger zal worden opgetreden voor een niet (tijdige) omzetting.
Vanaf de eerste veroordeling al kan een financiële sanctie of dwangsom worden opgelegd. Momenteel heeft de eerste veroordeling enkel een waarschuwing tot gevolg, wat ertoe leidt dat vele lidstaten het niet zo nauw nemen met de implementatie van de Europese milieurichtlijnen.
Ten slotte zegt Van Dievoet dat het Belgisch EU-voorzitterschap in 2010 voor een nieuwe dynamiek zal zorgen, zoals dat ook in 2001 het geval was.
Drie gewesten, één vertegenwoordiger
In België zijn de bevoegdheden voor het milieubeleid verdeeld tussen het federale niveau en de drie gewesten. Door de verschillende hervormingen van de Belgische staatsstructuur, werd een steeds groter deel van de milieubevoegdheden overgeheveld naar de gewesten. Het federale niveau is echter nog steeds bevoegd voor een aantal milieumateries.
Met de ondertekening van het Sint-Michielsakkoord van 1993, trad het “in foro interno, in foro externo” – principe in werking. Hierdoor kunnen de Belgische deelstaten een eigen buitenlands beleid voeren voor de domeinen waartoe ze bevoegd zijn, los van het nationale buitenlands beleid.
Het probleem is echter dat Europa België als een unitaire actor ziet: er is slechts één vertegenwoordiger nodig, geen drie. Een interne coördinatie van het milieubeleid is dus nodig om een nationaal standpunt aan te nemen binnen de EU. Deze kwestie geldt ook in de omgekeerde richting, wanneer de Europese richtlijn omgezet moet worden op (supra)nationaal niveau.
Europees Milieubeleid
De Raad van Ministers (RvM) staan binnen de Europese Unie (EU) in voor het opstellen van nieuwe milieurichtlijnen. Deze zijn, voor elke lidstaat tot wie ze gericht is, bindend ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Om een harmonieus Europees milieubeleid te creëren, moeten de richtlijn omgezet worden in de nationale rechtsorde van de lidstaat. Ongeveer 80% van de huidige Belgische milieuwetgeving vloeit voort uit de Europese milieuregelgeving.
In de RvM zetelt per lidstaat één vertegenwoordiger. Deze ministers spreken in naam van zijn/haar land tijdens het bijeenkomsten waarop nieuwe richtlijnen worden opgesteld. Voor België, als federale staat, knelt het schoentje hier wat.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2795 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Opinie
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Wereldblog
-
Nieuws