Engender

De niet-gouvernementele organisatie Engender werd in 2003 opgericht door een aantal sociaal geëngageerde personen met een lange staat van activistische dienst in de sociale beweging. Met dit initiatief willen zij bijdragen tot de uitbouw van een billijke en vredelievende samenleving van mensen in Afrika. De bijdrage van Engender ligt vooral op het terrein van het participerend onderzoek en het bevorderen van competenties op het gebied van gender, seksualiteit, mensenrechten, gerechtigheid en conflictoplossing. Vele dienstverleners in de vrouwen- en vredesbeweging hebben te kennen gegeven dat zij behoefte hebben aan vaardigheden op deze terreinen.
Drie betekenissen van Engender

Volgens het Oxford referentiewoordenboek Engels betekent to engender ” … overbrengen, genereren, teweegbrengen, geleidelijk (doen) ontstaan.” Een tweede betekenis van Engender verwijst uiteraard naar ‘gender’ en is een poging om aandacht te besteden aan genderdiscriminatie en gendergeweld. Volgens de Zuid-Afrikaanse Raad voor Medisch Onderzoek wordt in ons land elke zes uur een vrouw vermoord door haar mannelijke partner. De Wereldgezondheidsorganisatie voltooide niet lang geleden een uitgebreid internationaal onderzoek in verband met geweld en gezondheid. De resultaten bevestigen gegevens uit rapporten van Amnesty International en andere organisaties. Wereldwijd wordt een op drie vrouwen het slachtoffer van mannelijk partnergeweld. In sommige landen kan dat oplopen tot zestig procent. Zelfs Oprah Winfrey in de Verenigde Staten wijdde onlangs een van haar talkshows aan geweld op vrouwen. Er woedt een stille oorlog tegen de helft van de wereldbevolking.

Een derde betekenis van Engender ligt voor ons in het bespreekbaar maken van de vele varianten van seksualiteit. Het is een poging om de aandacht te trekken op de verkeerde veronderstelling dat er alleen vrouwen en mannen zijn, zwarte en witte en dat daar tussenin niets bestaat. Wij vinden dat gepolariseerde gendersysteem te eng, met de tegenstellingen tussen vrouwelijk en mannelijk, zwak en sterk, heteroseksueel en homoseksueel. Wij richten de schijnwerper op het feit dat er mensen geboren worden met chromosomen, hormonen en geslachtsorganen die ergens ‘tussenin’ zitten. Dat herinnert ons eraan dat de aarde, hoewel we een Noord- en een Zuidpool hebben, constant rond haar as draait en dat Noord en Zuid en alle plaatsen er tussenin, slechts weerspiegelingen zijn van de hoek van waaruit men kijkt. Engender is ons levenswerk en het doel van ons leven. Door onze eigen psychologische heling en groei tijdens het voorbije decennium geloven wij, samen met de meeste mensen in ons regenboogland, in de kracht van verzoening, gerechtigheid en vrede. Daarom zijn wij, net als onze onsterfelijke, zich steeds ontwikkelende planeet, slechts de afspiegeling van één kleur. Maar de primaire kleuren van de regenboog vloeien in elkaar over en vormen zo een samenstelling waarin wij graag dansen, afhankelijk van elkaar, vloeiend en dynamisch, altijd in beweging.


Raakvlakken tussen gendergebonden geweld en hiv en aids

Vele van onze publicaties handelen over de raakvlakken tussen gendergeweld en seksueel overdraagbare ziekten, in het bijzonder hiv en aids, en over de diensten voor slachtofferhulp. Wij onderzoeken de impact van hiv en aids op de personen die gendergebonden geweld zoals aanranding, verkrachting of geweld binnen het gezin hebben overleefd. We gaan na welke behoeften deze mensen hebben en hoe we daaraan tegemoet kunnen komen.

Zuidelijk Afrika heeft momenteel te kampen met twee epidemieën: gendergebonden geweld en hiv en aids. Als die twee plagen gecombineerd voorkomen, krijgen we een cocktail die nog dodelijker is dan elk van de twee afzonderlijk. In Zuid-Afrika is minstens tien procent van de bevolking besmet met het hiv-virus. We mogen veronderstellen dat vrouwen die tot seks gedwongen worden – in geval van verkrachting door vreemden of bij gedwongen seks in combinatie met geweld binnen het gezin – een veel grotere kans op besmetting lopen. Dat is gedeeltelijk het gevolg van de ongelijke machtsverhoudingen, waardoor vrouwen niet kunnen onderhandelen over veilige seks. De Bevolkingsconferentie van de Verenigde Naties bevestigt dat er een duidelijk verband bestaat tussen het voorkomen van hiv en aids bij vrouwen en geweld tussen partners binnen het gezin. Seropositieve vrouwen maken veel meer melding van geweldpleging door hun partner dan hiv-negatieve vrouwen: het risico van geweld is drie keer groter voor besmette vrouwen. Voor jonge vrouwen is de situatie nog slechter. In de leeftijdscategorie van 18 tot 29 jaar melden seropositieve vrouwen tien keer meer partnergeweld.

Meestal worden hiv en aids en partnergeweld beschouwd als twee aparte probleemgebieden. Dat betekent bijvoorbeeld dat een slachtoffer van partnergeweld eerst hulp moet vinden voor het geweldprobleem en daarna nog op zoek moet naar hulp voor de hiv-besmetting, bijvoorbeeld medische tests en begeleiding. De organisaties voor partnergeweld zijn zelfs ook dikwijls nog gespecialiseerd in bepaalde vormen van geweld. Die versplintering in de dienstverlening vergroot de emotionele en financiële belasting voor slachtoffers van partnergeweld. Zij moeten meer dan een keer reiskosten maken en de hulp inroepen van verschillende organisaties. Vaak is er zelfs helemaal geen communicatie tussen de hulpverleners.

Partnergeweld is sterk gebonden aan de ondergeschikte status van de vrouw en komt voor in alle lagen van de bevolking. Volgens de Raad voor Medisch Onderzoek wordt 25 procent van de vrouwen tijdens hun leven minstens een maal het slachtoffer van geweld en is tegen een op de vier vrouwen die overlijden geweld gebruikt. Volgens de Zuid-Afrikaanse politie werden in 2000 bijna 53.000 gevallen van verkrachting of poging tot verkrachting gemeld. Dit cijfer is zonder twijfel een onderschatting, omdat heel wat gevallen nooit meegedeeld worden. Het ministerie van Volksgezondheid noemt geweld (waaronder in het bijzonder seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen) een van de meest voorkomende problemen van de volksgezondheid in ons land en vraagt meer middelen voor hulpverlening aan de slachtoffers.

Door de ondergeschikte positie van de vrouw wordt haar keuzevrijheid sterk beperkt. In een patriarchaal systeem zijn vrouwen twee keer het slachtoffer, enerzijds van de verdrukkende structuren van het systeem en anderzijds van het internaliseren van de waarden van dat systeem door de vrouwen zelf. Daarom gebeurt het vaak dat vrouwen geen einde maken aan een relatie waarin zij het slachtoffer zijn van economisch, psychologisch of fysiek geweld. Zelfs in de behandeling van hiv en aids is er sprake van ongelijkheid. Als verzorgers van de zieken en de wezen dragen vrouwen de zwaarste lasten. Ze zijn door hun lichaamsbouw ook meer vatbaar voor infecties en de vooroordelen en rolpatronen in traditionele gemeenschappen werken in hun nadeel. Daarbij vergroten sociaal-economische factoren als beroepsstatus, woonplaats (stad of platteland) en opleiding het risico van besmetting met het virus en ook de mate waarin vrouwen een beroep kunnen doen op hulporganisaties.

Engender vraagt ook aandacht voor geweld tussen partners van hetzelfde geslacht, voor verkrachting van lesbische of biseksuele vrouwen door mannen en voor ‘curatieve verkrachting’, dat wil zeggen het bijgeloof dat seks met een jong meisje hiv en aids kan genezen. We hebben slechts anekdotische informatie over deze laatste praktijk, maar er zijn redenen genoeg om aan te nemen dat ze wijd verspreid is. Uit onze onderzoeken blijkt dat het hele spectrum van partnergeweld ook voorkomt bij partners van hetzelfde geslacht. Het gebrek aan openheid over sommige vormen van seksualiteit en de stigmatisering van homoseksualiteit leiden ertoe dat er niet doelmatig wordt opgetreden tegen geweld in relaties tussen partners van hetzelfde geslacht. De hulpverlening zelf is ook te veel gebaseerd op de gedachte dat heteroseksualiteit de norm is en is daardoor vooral georiënteerd op heteroseksuele vrouwen. Conventionele idealistische voorstellingen van lesbische relaties maken het moeilijk om een juist beeld te geven van partnergeweld in deze situaties. Daardoor wordt de druk op lesbische vrouwen nog groter. Daarom moeten organisaties voor slachtoffers van geweld tegen vrouwen aandacht hebben voor lesbische vrouwen en de organisaties voor holebi’s moeten het bestaan van partnergeweld in hun kring erkennen.


Acties op verschillende niveaus

We kunnen de strijd tegen geweld op vrouwen slechts op een efficiënte manier voeren als we rekening houden met de raakvlakken tussen geweld en hiv en aids en met de vele schakeringen van geweld. We moeten acties ondernemen op verschillende niveaus. Op nationaal vlak moet de regering duidelijk te kennen geven dat gendergebonden geweld een nationaal probleem is. Met voldoende financiële middelen moet ze onderlijnen dat het haar ernst is en ze moet de bestaande wetten laten toepassen. In het onderwijs moeten voorlichting en seksuele opvoeding vanaf jonge leeftijd veralgemeend worden. Opvoeders moeten getraind worden in het onderkennen van signalen van gendergebonden en partnergeweld en ze moeten weten dat zij zelf ook dikwijls geweld gebruiken. De gezondheidsinstellingen en sociale werkers moeten een grotere alertheid aan de dag leggen. Ten slotte is op macroniveau ook meer samenwerking nodig tussen de regering, niet-gouvernementele organisaties en onderzoeksinstellingen.

Op het niveau van de provincies en regio’s moeten een aangepaste pedagogie en de nodige didactische middelen ontwikkeld worden. Negatieve stereotypering in de pers moet opgespoord en bestreden worden. De hulpverlening moet de band tussen gendergeweld en hiv en aids onder ogen zien en een infrastructuur voor crisisinterventie uitbouwen. Op dit niveau moet ook gezorgd worden voor een goede spreiding van de hulpmiddelen en hulpverlenende instellingen. Vrouwen in plattelandsgebieden melden dat de hulpverlening voor hen onbereikbaar ver blijft. Op het microniveau moeten we meer informatie over seksualiteit en seksueel overdraagbare aandoeningen verspreiden, om vooroordelen en stigmatisering te bestrijden.

Literatuur

Bernedette MUTHIEN, Strategic interventions – Intersections between Gender-Based Violence and HIV/AIDS, University of the Western Cape, Gender Project, Community Law Centre, april 2003

Bernedette Muthien is een Zuid-Afrikaanse feministische vredesactiviste. Ze was actief in de strijd tegen apartheid en bleef sindsdien betrokken bij strategische acties op het gebied van mensenrechten en conflictoplossing. Zij schrijft voor een divers publiek en gelooft sterk in het belang van toegankelijke rapportage over wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van sociale actie.
Bernedette Muthien is onder andere lid van de raad van bestuur van het Internationaal Onderzoekscentrum voor de Vrede IPRA en lid van Amanitare, het Afrikaans netwerk van genderactivisten.
Bernedette Muthien is ook de drijvende kracht achter Engender, een niet-gouvernementele organisatie gespecialiseerd in participerend onderzoek en het toegankelijk maken van diensten voor vrouwen- en vredesbewegingen.
bmuthien@icon.co.za
www.engender.org.za

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.