De Libische revolutie in perspectief

Colin Kampschöer is politiek wetenschapper. Hij woonde en werkte in 2009 in Tripoli en plaatst de huidige gebeurtenissen in Libië in perspectief.

De bloedige reputatie van het Libische veiligheidsapparaat heeft burgers van het land er niet van weerhouden de straat op te gaan en het vertrek van Kadhaffi te eisen. Na weken van hevige gevechten steunt de internationale gemeenschap, onder leiding van een Westerse coalitie, de rebellen in de vorm van een vliegverbod. Kadhaffi wordt verder in het nauw gedreven.

Terugkeer op het internationale toneel

De huidige ontwikkelingen in Libië staan in schril contrast met wat zich in 2009 rondom het land voltrok. Dat jaar was het hoogtepunt van Kadhaffi’s terugkeer op het internationale toneel. Na een persoonlijke uitnodiging van de Italiaanse premier Berlusconi, nam Kadhaffi samen met de belangrijkste wereldleiders in juli 2009 deel aan de G-8 top in Italië.

In datzelfde jaar werd de Libische leider verkozen tot voorzitter van de Afrikaanse Unie en als kers op de taart sprak hij in september 2009 de VN-Veiligheidsraad toe. Tijdens zijn meer dan 100-minuten durende toespraak verscheurde hij het VN-Handvest en stelde hij voor om het VN-hoofdkwartier van New York naar zijn geboorteplaats Sirte te verhuizen, “het centrum van de wereld”. De aanwezigheid van de Libische leider op de G8-top en zijn toespraak in New York waren de ultieme tekens dat de internationale isolatie van Libië voorbij was.

Maar liefst zeven jaar van VN-sancties waren er nodig geweest voordat Kadhaffi in 1999 besloot de Lockerbie-verdachten uit te leveren. Na opheffing van de sancties paste het regime op cruciale punten zijn buitenlands beleid aan. Van een sponsor van terroristische aanslagen werd Libië een bondgenoot van het Westen in de strijd tegen terrorisme. Het land verraste vervolgens vriend en vijand door zijn massavernietigingswapenprogramma op te geven.

De nieuwe rol op het wereldtoneel kreeg een feestelijk tintje voor Kadhaffi toen in augustus 2009 de Lockerbie-veroordeelde al-Megrahi, als een held werd onthaald op het vliegveld van Tripoli. Gearmd met een triomfantelijke Saif al-Islam Kadhaffi, de tweede zoon van de Libische leider, daalde hij af van de vliegtuigtrap en keerde hij na acht jaar detentie, in plaats van levenslang, terug op Libische bodem. De wereld sprak schande van de vrijlating van de man die verantwoordelijk werd gehouden voor de dood van 270 mensen. Er gingen geruchten rond over een ordinaire uitruil.

Al snel werd een verband gelegd met een lucratief contract dat het Britse BP had gesloten om voor de Libische kust naar olie te boren. De terugkeer van al-Megrahi betekende een overwinning voor Kadhaffi en kon op geen beter moment plaatsvinden. Op 1 september 2009, een week later, vierde Libië de 40-jarige verjaardag van Kadhaffi’s ‘revolutie’. Alles werd uit de kast getrokken voor de festiviteiten waar Franse en Britse bedrijven tegen forse betaling hun diensten voor leverden. Zittend achter kogelwerend glas in een met tientallen medailles getooid uniform, inspecteerde Kadhaffi vanaf een eretribune de militaire parade op het Groene Plein in het centrum van Tripoli. Behalve de Venezolaanse president Chávez, lieten wereldleiders Tripoli die dag links liggen. Toch was het een tekenend tafereel voor een dictator wiens zelfvertrouwen tot een hoogtepunt gestegen was.

Bijna wekelijks streken internationale handelsmissies neer in Tripoli. Onder andere Duitse, Franse en Italiaanse ministers waren regelmatig te vinden in de hoofdstad om zaken te doen met de ooit zo verguisde dictator. Onderhandelingen over een samenwerkingsverdrag met de Europese Unie waren in 2009 in volle gang en Kadhaffi kon rekenen op een flink bedrag van de EU-lidstaten om illegale migratie in te dammen. Multinationals buitelden over elkaar heen in de race om de miljardendeals. Ambitieuze bouwprojecten in Tripoli moesten de stad nieuwe allure geven. Langs de kust verrezen torens die niet zouden misstaan in Dubai.

Veel jongeren uit Tripoli ergerden zich aan de Libische leider. Toespraken op de staatstelevisie werden niet bekeken en de vele propaganda-sms’jes werden meestal vlug weggedrukt. “Kadhaffi is niet Libië”, was een veelgehoorde uitspraak in de hoofdstad.

“Kadhaffi is niet Libië”

Ondertussen hadden veel van de jongeren in Tripoli genoeg van Kadhaffi en zijn familie. Ze ergerden zich aan de Libische leider. Toespraken op de staatstelevisie werden niet bekeken en de vele propaganda-sms’jes werden meestal vlug weggedrukt. “Kadhaffi is niet Libië”, was een veelgehoorde uitspraak onder jongeren in de hoofdstad. Kritische uitspraken als deze werden enkel in goed vertrouwen en binnenskamers gedaan. Er werd wel twee keer nagedacht voor er kritiek op de leider werd geuit.

Niet verwonderlijk, met gebeurtenissen als wat later bekend kwam te staan als de ‘Abu Salim massacre’. Tijdens deze slachtpartij, die plaatsvond in het beruchte Abu Salim detentiecentrum, werden in juni 1996 in één nacht ruim 1200 politieke gevangenen over de kling gejaagd. Aanleiding voor de moordpartij was een opstand van gedetineerden tegen het strenge regime in de gevangenis. Verder waren er de herinneringen aan publieke executies op de Libische staatstelevisie en iedereen kende wel een verhaal van iemand die zomaar verdwenen was.

Dit soort zaken had voor grote angst onder de Libische bevolking gezorgd. Eén van de manieren om hier mee om te gaan was humor. Binnenskamers werden Kadhaffi’s Russische bondmutsen, zijn vermeende voorliefde voor Flamenco en zijn extravagante kledingstijl graag op de hak genomen. Maar behalve humor uitte de angst voor het regime zich bij velen vooral in een vorm van politieke onverschilligheid. Er kon immers toch niks veranderd worden aan de politieke situatie. Als je het probeerde bracht je niet alleen je eigen leven in gevaar, maar kon ook je familie slachtoffer worden van de geheime dienst.

Door de politieke uitzichtloosheid kwam het economische belang voorop te staan. Men was tevreden zolang er een mooie auto voor de deur geparkeerd stond en er de mogelijkheid was een paar keer per jaar op vakantie te gaan naar landen als Tunesië of Malta. De beperkte vrijheid werd daarbij voor lief genomen.

Dromen over vrijheid en democratie

Nu wordt er geen genoegen meer genomen met enkel economische voortvarendheid. De verkropte woede en frustratie van een heel leven onder Kadhaffi komt nu bij veel jongeren tot uiting. Zo ook bij Anwar (fictieve naam), met wie ik vanaf het begin van de Libische protesten contact heb. Anwar is een 24-jarige student aan de Al-Fateh universiteit in Tripoli. Hij is afkomstig uit een middenklassengezin en woont in een buitenwijk van de hoofdstad.

Na een levenlang van politieke onverschilligheid is ook hij over zijn angst heen en durft hij vrijheid en democratie te eisen. De revolutie ervaart hij vaak als frustrerend en soms zelfs saai. Door de extreme beveiliging kan hij op dagen van protest onmogelijk zijn eigen wijk verlaten om te demonstreren. Hierdoor brengt hij veel tijd thuis met zijn familie door. Hoewel de belangrijkste eis nog steeds is dat Kadhaffi en zijn familie van het toneel verdwijnen, heeft Anwar de tijd gehad om verder na te denken over de huidige ontwikkelingen en over zijn verwachtingen voor de toekomst: “Eindelijk zijn we door onze angst heen gebroken en durven we Kadhaffi te vertellen dat we hem niet meer willen. De vastberadenheid van de Libiërs om vrijheid en democratie te bereiken heeft me geraakt. Ik ben er zeker van dat we lering zullen trekken uit de afgelopen 42 jaar. We hebben het op de harde manier moeten leren en zullen niet een tweede keer dezelfde fout maken.”

“Zelf denk ik dat de nieuwe staat een republiek gaat worden. In ieder geval wordt het geen monarchie (het symbool van de Libische vrijheidsstrijd is de vlag van de monarchie die door Kadhaffi omver werd geworpen). In Benghazi is er een overgangsregering opgericht. Zoiets moet er komen voor het hele land totdat er verkiezingen zijn. Ik geloof niet dat Libië een Islamitische staat gaat worden. Volgens mij moet het land zich juist verder gaan openen voor het buitenland en zich richten op toerisme. We zullen geduldig moeten zijn. Je kan niet verwachten dat, na vier decennia Kadhaffi, Libië van de ene op de andere dag een democratisch land wordt. Het belangrijkste is dat Kadhaffi’s dagen nu geteld zijn. Gelukkig genieten we solidariteit van de internationale gemeenschap. Nooit had ik verwacht dat ik dit zou zeggen, maar de Fransen, ik hou van ze.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.