Bush gooit Colombiaans vrijhandelsakkoord voor de leeuwen

President George W. Bush sloot in 2006 een vrijhandelsakkoord met Colombia. Dinsdag stuurde hij het akkoord naar het Congres, dat nu 90 dagen de tijd heeft om erover te stemmen. De Democraten, die de meerderheid hebben in het Huis van Afgevaardigden, verzetten zich het handelsakkoord. Alleen als de voorzitter van het Huis Nancy Pelosi, een Democrate, een hoofdelijke stemming toestaat, zou het handelsakkoord groen licht kunnen krijgen. Bush gaat ervanuit dat net genoeg Democraten het voorstel genegen zijn.

Fast Track

Het is voor het eerst sinds de invoering van de Fast Track-procedure in 1975 dat een Amerikaanse regering een voorstel ter stemming voorlegt aan het Huis van Afgevaardigden zonder over een meerderheid te beschikken. Via de Fast Track mag een president een handelsakkoord afsluiten op voorwaarde dat de Afgevaardigden het nadien ratificeren. Die ratificatie kan alleen via een stemming in blok en zonder mogelijkheid tot amenderen.
Colombiaanse experts achten het risico zeer groot dat het voorstel de stemming niet overleeft en het vrijhandelsakkoord daardoor nog jaren op zijn uitvoering zal moeten wachten, met alle gevolgen van dien voor de Colombiaanse economie.
Bush verklaarde onlangs dat zijn alliantie met de rechtse regering in Colombia een zaak van “nationale veiligheid” was, zolang in buurland Venezuela de linkse populist Hugo Chávez aan de macht is. Daarmee werd Colombia een thema in de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De Republikeinse kandidaat John McCain steunt het vrijhandelsakkoord, de twee Democratische kandidaten, Barack Obama en Hillary Clinton, zijn fel tegen. Sommige Democratische leiders lieten uitschijnen dat de deur nog op een kier staat, maar Harry Reed, leider van de Democraten in de Senaat, noemde Bush’ beslissing om het voorstel naar het Congres te sturen, een “zware vergissing”. Ook Nancy Pelosi en Charles Rangel, voorzitter van de Eigen Middelen Commissie in het Huis van Afgevaardigden, kondigden aan dat ze de tekst “in de huidige omstandigheden” niet zullen steunen.

Vakbonden

De Democraten zijn vooral tegen omdat het vrijhandelsakkoord de Amerikaanse werkgelegenheid in bepaalde sectoren in gevaar kan brengen, omdat het ombrengen van vakbondsmensen in Colombia nog altijd doorgaat en de rechten van werknemers er geschonden worden, en omdat de slappe Colombiaanse milieunormen tot oneerlijke concurrentie leiden. Als de Democraten het vrijhandelsakkoord goedkeuren, verliezen ze de cruciale steun van de Amerikaanse vakbonden.
De handel tussen de VS en Colombia is klein bier vergeleken bij die tussen de VS en Mexico, maar de geopolitieke impact van dit een vrijhandelsakkoord is veel groter. In Latijns-Amerika krijgen sociaal-democratische en linkse partijen een steeds grotere aanhang en dreigen zowel de VS als Colombia geïsoleerd te raken. De regering-Bush ziet de regering van Álvaro Uribe als een belangrijk pro-Amerikaans bolwerk tegen het “narcoterrorisme” en “de autoritaire regimes” in de regio.
Volgens waarnemers verplicht Bush’ “nationale veiligheid”-strategie de Democraten nu te bepalen of ze Colombia al dan niet als een cruciale partner zien.
De hele discussie kostte de campagnestrateeg van Hillary Clinton, Mark Penn, de kop. Penn is ceo van het Amerikaanse pr-bedrijf Burson-Marsteller. De Amerikaanse media onthulden vorige week dat Penn met de Colombiaanse ambassadeur Carolina Barco vergaderd had. Bogotá had Burson-Marsteller vorig jaar ingehuurd om steun te zoeken bij de Amerikaanse Congresleden voor het vrijhandelsakkoord en de financiering van de oorlog tegen linkse FARC-rebellen.