Bolivia verandert in woestijn

45 procent van het Boliviaanse grondgebied is ten prooi aan verregaande verwoestijning. Jaarlijks lijden land- en bosbouw daardoor meer dan 400 miljoen euro verlies. Door de politieke en sociale instabiliteit ligt het nationale programma tegen verwoestijning stil.

150 tot 300 dagen vorst per jaar, een verzengende zon en amper 300 millimeter regen per jaar - het leven op de Boliviaanse altiplano (hoogvlakte) is geen lachertje. De indianenbevolking die er woont, kampt tot overmaat van ramp meer en meer met verwoestijning. Akkers en graaslanden veranderen in zandduinen die aansluiten bij de Atacamawoestijn in het noorden van Chili, zegt professor Carlos Mamani, verbonden aan de Universiteit van San Andres.

De altiplano is de ergst getroffen zone, maar in het totaal tast erosie zeven van de negen Boliviaanse departementen aan, oftewel 495.000 vierkante kilometer. Alleen de twee Amazonedepartementen Beni en Pando hebben er geen last van. La Pachamama (de indiaanse benaming voor Moeder Aarde) is compleet uitgeput en heeft niets meer te geven, zegt Max Paredes, een activist van het Aymara Parlement van het Volk, een beweging van Aymara-indianen die op de altiplano wonen.

Volgens wetenschapper Jorge Quintanilla is het schaarse zoete water in het westen van het land, onder meer aan het Titicacameer op de grens met Peru, ook nog eens vervuild door mijnbouw.

De inheemse bevolking is het grootste slachtoffer. Wie kan, verlaat de streek. “Alleen ouderen en jonge kinderen blijven over op de heuvels van de altiplano, zegt Mamani, ook een Aymara-indiaan.

Steeds minder land is bruikbaar voor landbouw en de fauna en flora gaan achteruit. Inheemse vissen als de ispi en de carachi staan op de rand van uitsterven. In het zuidelijke departement Tarija zijn meer dan 200 soorten zoogdieren, 1.500 vogelsoorten en een honderdtal vissoorten in gevaar. Wilde zwijnen en katten, vossen, gordeldieren en verschillende reptiel- en slangensoorten komen nog alleen voor in de nationale parken.

Studies van de overheid, wetenschappers en inheemse activisten halen verschillende oorzaken voor de verwoestijning aan: ontbossing, overbegrazing, slecht gebruik van irrigatiesystemen, verzilting en verdichting van de bodem. In het oosten - vooral in de streek rond Santa Cruz, de tweede stad van Bolivia - duwt de oprukkende moderne landbouw de rand van de jungle steeds verder weg.

Bolivia heeft een nationaal programma tegen verwoestijning. Maar Carlos Zamora, de directeur van de overheidsdienst Stroomgebieden en Waterbronnen die belast is met de uitvoering van dat programma, zegt dat het gebrek aan continuïteit in de overheidsadministratie daar de rem op heeft gezet. Hij wacht nog steeds op de goedkeuring van zijn plan. Er zitten wel projecten in de pijplijn als onderdeel van internationale programma’s waaraan andere Latijns-Amerikaanse landen meewerken.

De inheemse professor Mamani wijt het gebrek aan actie aan de ineffectiviteit van de staatsbureaucratie, omdat die niet geeft om het overleven van de inheemse volken die hun land in een woestijn zien veranderen. (ADR/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.