Big Brother werkt Amerikaanse burgers op de zenuwen

Sinds de oorlog tegen de terreur werd afgekondigd, keert de Amerikaanse inlichtingendienst FBI terug naar de gloriedagen onder J. Edgar Hoover, de eerste en meest controversiële directeur van de inlichtingendienst. In de jaren 50 jaagde de FBI op communisten en fellow travelers; in de jaren 60 viseerde ze vredesactivisten die het verzet aanvoerden tegen de oorlog in Vietnam. Anno 2005 voert de FBI opnieuw onverdedigbare onderzoeken uit voor politiek en religieuze redenen, zegt de Amerikaanse burgerrechten groep ACLU.

ACLU stapt naar de rechter in naam van 14 dissidenten en negen organisaties. De groep hoopt zo inzage te krijgen in hun dossiers. ACLU gebruikt daarvoor een beproefd middel: de Freedom of Information Act. Dankzij die wet, die Amerikaanse burgers verregaande inzage geeft in allerlei overheidsdocumenten, pakte ACLU in het verleden uit met schokkende verslagen van wat zich afspeelt op Amerikaanse legerbases in Guantanamo en Irak.

De burgerrechtengroep vraagt ook inzage in de dossiers die de FBI heeft tegen moslims en islamitische organisaties. De verzoeken tot inzage werden ingediend bij rechtbanken in St Louis, Rhode Island, Idaho en Kentucky.

Eerder deze week stelden ACLU en de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) willekeurige arrestaties van moslims aan de kaak. In een rapport gaven ze 70 voorbeelden van Amerikaanse moslims die in de cel werden opgesloten zonder bewijslast of aanklacht. Ze werden gearresteerd op basis van een wet die toelaat om ‘kroongetuigen’, van wie de politie meent dat ze belangrijke informatie hebben en dat ze wel eens zouden kunnen vluchten, te arresteren.

HRW en ACLU vragen dat het Amerikaanse parlement zorgt voor meer controle op de inlichtingendiensten. (MM/ADR)