Afrikaans hongerverhaal krijgt vervolg in 2006

Afrika blijft ook volgend jaar hongeren. Meer dan 12 miljoen mensen in zeven landen van zuidelijk Afrika hebben voedselhulp nodig tot de volgende oogst, in april 2006. Ook in Oost-Afrika houdt noodhulp nog altijd 18 miljoen mensen op de been; West-Afrika komt aan drie miljoen.



Tussen 2002 en 2004 hadden in zuidelijk Afrika ongeveer 14 miljoen mensen voedselhulp nodig, een gevolg van een verschrikkelijke droogte. Vijf miljoen van die mensen bleven balanceren op de rand van een nieuwe hongerramp, en dat aantal steeg weer door een nieuwe droogte die de oogsten in 2005 deed tegenvallen.

Van de 12 miljoen mensen in zuidelijk Afrika die de komende maanden voedselhulp nodig hebben, leven er 8 miljoen in Zimbabwe en Malawi. Acute hongersnood heerst er in die landen nog niet. Maar als de maïsprijzen blijven stijgen door problemen bij de invoer, kan het er wel snel van komen, waarschuwt de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN. Andere landen in de regio waar voedselhulp nodig is, zijn Lesotho, Namibië, Swaziland, Zambia en Mozambique. Sommige landen in de regio doen het dan weer heel goed. Zuid-Afrika haalde in 2005 een recordoogst maïs binnen, op zich voldoende om de importbehoefte van alle andere landen te dekken.

In Oost-Afrika ziet de situatie er in een aantal beruchte hongerlanden relatief goed uit, zegt het Wereldvoedselprogramma. Met name in Ethiopië en Eritrea valt de oogst mee. In Somalië halen de boeren dan weer minder dan normaal binnen. Samen met de opflakkering van het gewapende conflict in het land zorgt dat voor bijna één miljoen mensen die voedselhulp zullen nodig hebben. In Sudan viel er genoeg regen voor een goede oogst, maar het conflict in Darfur en de nog altijd gespannen situatie in het zuiden van het land maken dat de voedselsituatie daar op veel plaatsen nog altijd precair is.

Vanuit West-Afrika komen weinig verontrustende geluiden: de laatste oogst of de gewassen die nog op de velden staan, stellen tevreden. Maar in heel wat Sahellanden en in het noorden van de landen die aan de kust grenzen is de voedselsituatie nog penibel als gevolg van de tekorten van eerder dit jaar. Veel mensen hebben geen voorraden meer, en de voedselprijzen waren tot voor kort nog heel hoog, met name in Niger, Mali en Burkina Faso. In heel West-Afrika hadden eind dit jaar ongeveer 3 miljoen mensen voedselhulp nodig.

Kunnen de landen niets ondernemen tegen het steeds terugkerende hongerprobleem? Sommige dingen kunnen op korte termijn al iets veranderen, zegt Mike Sackett, de woordvoerder van het Wereldvoedselprogramma in zuidelijk Afrika. We kunnen meer gewassen aanplanten die tegen de droogte kunnen - sorghum, gierst en maniok bijvoorbeeld. Boeren zouden minder afhankelijk moeten worden van maïs. Maïs, het belangrijkste voedingsgewas in zuidelijk Afrika, kan niet goed tegen de droogte.

Op langere termijn moet er meer irrigatie komen, zodat de hoeveelheid regen niet meer allesbepalend is voor de oogst, zegt Sackett. Maar irrigatie is duur. Met uitzondering van Zuid-Afrika, Botswana en Namibië hebben de landen van zuidelijk Afrika hulp nodig van de rijke landen om het areaal geïrrigeerde landbouwgrond uit te breiden.

Volgens Sackett moet ook de verdeling van zaaigoed en meststoffen efficiënter gebeuren. Vorig jaar kregen veel boeren in zuidelijk Afrika hun meststoffen te laat. De regeringen in de regio doen er verder ook goed aan de grensoverschrijdende handel te vergemakkelijken. Invoerbeperkingen kunnen worden afgeschaft om overschotten makkelijker van het ene land naar het andere te verschepen. Ook de douaneformaliteiten moeten eenvoudiger gemaakt worden. Vrachtwagens hebben nu bijvoorbeeld tot vijf dagen nodig om de belangrijkste grensovergang tussen Zambia en Zimbabwe te passeren.

Sommige landen moeten vooral intern orde op zaken stellen. In Zimbabwe kondigde overvloedige regenval de voorbije tijd een voorspoedig plantseizoen aan, maar de boeren kunnen daar niet van profiteren. Er heerst gebrek aan alle inputs: maïszaad, meststoffen, diesel, en reserveonderdelen voor landbouwmachines. Dat is een gevolg van het catastrofale beleid dat de Zimbabwaanse regering voert. Harare joeg onder meer grote, efficiënte boeren weg om hun grond onder kleine landbouwers te kunnen verdelen. De economische crisis waarmee het land al kampte, werd er allen maar erger door.

De humanitaire situatie in Zimbabwe is extreem ernstig, en het wordt almaar erger, stelde VN-noodhulpcoördinator Jan Egeland op 7 december na een bezoek aan het land. Het wereldvoedselprogramma help nu twee miljoen Zimbabwanen. Het kunnen er vier miljoen worden.

Maar ook landen die een goed beleid voeren, raken maar moeilijk uit het dal. Zambia, dat meer aandacht probeert te besteden aan de noden van zijn boeren, had er in 2003 en 2004 een voedseloverschot. Maar in oktober moest de regering van president Levy Mwanawasa aankondigen dat het land weer voor 1,7 miljoen mensen voedselhulp zal nodig hebben. (PD/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.