Dossier: 

De helden van het klaslokaal

Het Grote Onderwijsexamen

Vandaag is het dag van de leerkracht, tijd om stil te staan bij de onderwijzers die komende generaties klaarstomen voor een rol in de samenleving. Natuurlijk moeten er onderwijssystemen bedacht, hervormd en toegepast worden. Het sociale, humane en economische belang van het onderwijs is immers immens. Al te vaak vergeten pedagogen en beleidsmakers echter de cruciale rol van de leerkracht als mens. MO*zocht de moeilijke marge van ons onderwijssysteem op en trof daar mannen en vrouwen aan die de naam helden verdienen, maar weigeren zo genoemd te worden. We onderwierpen hen aan het Grote Onderwijsexamen.

Waarom ben je in het onderwijs gestapt?

‘Ik wil ervoor zorgen dat zo min mogelijk jongeren afhaken opdat ze later hun plek in de samenleving kunnen innemen.’

Berhmoun: Eigenlijk ben ik erin gerold (lacht). Ik werk graag voor kinderen en merkte dat er nog werk aan de winkel was in het bijbrengen van ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen. Het is belangrijk een bijdrage te leveren aan de maatschappij. In deze baan kan ik echt een verschil maken.

Fleury: Omdat ik hier (het Institut de la Providence in Brussel, nvdr) – vooral op een school met dit profiel – werkelijk een verschil kan maken. De evolutie die onze leerlingen op een schooljaar doormaken is enorm. Daar een rol in mogen spelen is een voorrecht.

Lambiotte: Ik wil er op mijn niveau voor zorgen dat zo min mogelijk jongeren afhaken opdat ze later hun plek in de samenleving kunnen innemen. Dat is elke dag een uitdaging. Ik verveel me dan ook geen moment.

Depondt: Zoals vele collega’s ben ik erin gerold. Werken met kinderen heeft mij altijd aangesproken. Het onderwijs is dan ook een logische keuze en ik heb er nog steeds geen spijt van.

Debaere: Ik heb de opleiding regentes huishoudkunde gevolgd. Voor mij was het wel degelijk een bewuste keuze.

Vanhoutte: Ik heb niet gekozen voor het onderwijs op zich. Wel kies ik er al heel mijn actieve leven voor met kansengroepen te werken.

Kops: Vrij snel heb ik ervoor gekozen jongeren uit een precaire sociale omgeving te werken. Het trok mij aan om niet alleen les te geven maar hen ook te helpen. Niet alleen scholieren van eigen bodem bieden we kansen; jongeren uit de hele wereld en met een verschillende levenswandel zijn hier welkom.

Definieer onderwijs zoals het zou moeten zijn.

‘Wij geven jongeren de kans om een plaats te vinden in de maatschappij.’

Fleury: Leraar zijn begint voor mij bij het onthaal van de leerlingen bij aanvang van het schooljaar en het gesprek over de verwachtingen die ik koester voor hen en het diploma waar we naartoe werken. Naast de pedagogische taak is voor mij ook de begeleiding erg belangrijk: leraren moeten leerlingen motiveren.

Kops: Jongeren hebben niet alleen kennis nodig. Ze missen steeds vaker vaardigheden en de juiste attitude. De meesten vertrekken niet vanuit dezelfde startpositie. Het is ook onze rol om leerlingen te helpen bij te benen.

Berhmoun: Sowieso moeten we de leerplandoelen bereiken –geen evidente taak. Een leerkracht moet goed kunnen lesgeven, dat is vanzelfsprekend. Maar los daarvan moeten we er ook op toezien dat we de ontwikkelingskansen van alle kinderen vergroten en dat ze hun sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen. Dat is natuurlijk veel ruimer dan louter lesgeven. We moeten ervoor zorgen dat we het beste uit het kind halen. Om mede hieraan tegemoet te komen, loopt op onze school een Brede Schoolproject.

Vanhoutte: Wij geven jongeren de kans om een plaats te vinden in de maatschappij. Het gaat daarbij niet enkel om de voorbereiding op een baan; belangrijk is ook dat de leerlingen zich goed voelen als mens. Samen met jongeren bepalen we waar zij zich voor willen inzetten. Wat zijn hun drijfveren?

Berhmoun: Het Brede Schoolproject is vorig schooljaar opgestart. We hebben de focus gelegd op de uitbreiding van naschoolse Nederlandstalige activiteiten, die we aan zeer lage tarieven aanbieden. Ze zijn zeker geen overbodige luxe in een kansarme buurt voor kinderen die de weg niet vinden naar vrijetijdsactiviteiten. Dat is nontbeerlijk om tegemoet te komen aan leerachterstanden om de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. Leren gebeurt niet exclusief binnen de schoolmuren.

Berhmoun: Kwaliteitsvol onderwijs vergt meer dan goede wil, het is belangrijk dat het hele team dezelfde visie uitdraagt en aan hetzelfde zeil trekt. Zoals onderwijs de schoolmuren overstijgt, is het team volgens mij ook ruimer dan het lerarenkorps. Ook familie, opvoeders, onderhoudspersoneel en externe partners horen hierbij en ieder speelt een hier een belangrijke rol in.

Schrap wat niet past: alle leerlingen hebben een rugzak / boekentas.

‘Je kiest niet waar je wiegje staat, veel van onze leerlingen zijn met tegenslag aan hun leven begonnen.’

Depondt: Je kiest niet waar je wiegje staat, veel van onze leerlingen zijn met tegenslag aan hun leven begonnen. Tegen de tijd dat ze hier terechtkomen, hebben ze vaak al een hele weg afgelegd.

Debaere: Het is een aparte groep in de maatschappij, ze beschikken vaak niet over de nodige vaardigheden om elders te functioneren. We hameren erop onze leerlingen te benaderen zonder vooroordelen om hen opnieuw – of voor het eerst – de broodnodige structuur bij te brengen die je nodig hebt in het leven.

Vanhoutte: De enige gemene deler van onze jongeren is dat ze allemaal een spreekwoordelijke rugzak hebben waardoor het moeilijker is voor hen om te functioneren. De oorzaken zijn divers: sommigen hebben gedragsproblemen, anderen hebben tegenslag gehad. De gemene deler is dat ze allemaal moeilijkheden hebben.

Fleury: Ook onze jongeren hebben een moeilijk parcours achter de rug. Sommigen leven nog steeds in precaire situaties. Dat kan gaan over gezondheidsproblemen, al dan niet gewenste zwangerschappen, noem maar op. Daarom is het belangrijk dat we hen voortdurend steunen. We merken overigens dat die motivatie zijn vruchten afwerpt. Op één leerling na is heel mijn klas geslaagd – wat vrij uitzonderlijk is.

Lambiotte: In tegenstelling tot andere scholen waar ik vroeger gewerkt heb, hebben de leerlingen van onze school allemaal wel een of ander probleem. Ze functioneren erg op het affectieve. Door hun chaotische schoolloopbaan hebben ze moeite om volwassenen te vertrouwen – en al zeker leerkrachten.

Kops: Ik denk dan aan jongeren die met een zeer positieve houding naar school komen, kennis en vaardigheden willen opdoen, maar thuis geen ruimte hebben om te studeren, over onvoldoende financiële middelen beschikken of zonder geldige papieren in het land verblijven.

Vraagstuk: Sven heeft 2 gemiddelde problemen, Aminata heeft 1 enorm probleem en Gambiz heeft er 1,7. Hoe zorg je ervoor dat ze hun diploma behalen?

‘Leerlingen alle kansen geven is een spel van vraag en aanbod en dat werkt in twee richtingen.’

Berhmoun: Ik wil alle middelen inzetten om ervoor te zorgen dat alle scholieren op niveau zijn. Daarom verwacht ik dat elke leraar differentieert in de klas en regelmatig nagaat hoe deze methodes bij te stellen en te verbeteren. De leraar verstrekt dus de eerstelijnsdifferentiatie, maar daarnaast zijn er ook zorgondersteuners die meehelpen om zwakker presterende leerlingen een duwtje in de rug te geven.

Kops: Leerlingen alle kansen geven is een spel van vraag en aanbod en dat werkt in twee richtingen. Jongeren krijgen op onze school de kans zich te ontplooien. Anderzijds verwacht ik van hen dat ze zich inzetten om die kansen waar te maken. Zelf ben ik bereid ook buiten mijn verantwoordelijkheden als directeur het voor deze jongeren op te nemen.

Depondt: Zelfs als we voelen dat leerlingen afhaken, blijven we de boodschap geven dat we hen verwachten en dat we hen missen op school. Zo krijgen ze het gevoel dat ze welkom zijn zonder verplichting of verwijt. Het klinkt paradoxaal, maar dat werkt.

Vanhoutte: Als leerlingen te laat zijn, kan je daar op twee manieren mee omgaan. Ofwel steek je een tirade af over een gebrek aan respect, ofwel verwelkom je hen en vraag je wat er gebeurd is en wat we daaraan kunnen doen. In plaats van bestraffend op te treden, maken we ze duidelijk dat ze welkom zijn. Hetzelfde geldt voor leerlingen die enkele weken niet zijn komen opdagen.

Depondt: We benoemen hun positieve kanten en tonen expliciet waardering voor al wat ze goed doen. Wanneer iemand die gewoonlijk te laat is een dag op tijd komt, dan merken we dat op en tonen we daar waardering voor. Deze jongeren zijn daar zeer gevoelig voor.

Debaere: Meer dan eens zien we jongeren plots in actie schieten om hun diploma te behalen.

We bouwen een band met hen op en proberen hun zelfbeeld te verhogen, want dat ligt vaak mee aan de basis van slechte resultaten. Zo proberen we de vicieuze cirkel te doorbreken en hen te helpen aan hun toekomst te werken.

Lambiotte: Dankzij deze band vertrouwen leerlingen hun problemen aan ons toe, wat tot een beter begrip van hun situatie en eventuele gedragsproblemen leidt. Op onze school dragen leraren wat dat betreft een grote verantwoordelijkheid – wat niet wil zeggen dat de leerlingen gepamperd worden. We geven de ondubbelzinnige boodschap dat wij hen willen begeleiden naar een diploma, maar dat ze er hard voor moeten werken en dat we veel van hen verwachten.

Fleury: We slagen niet altijd in onze opzet, een aantal jongeren haakt af doorheen het jaar. Maar voor diegenen die doorzetten, is er op deze school een begeleiding die hun slaagkansen vergroot. We voorzien een intensieve en multidisciplinaire ondersteuning die een familiale sfeer creëert op school.

Debaere: Toch weet je soms pas veel later welke impact je hebt gehad. Zo zijn er oudleerlingen die jaren later op bezoek komen om te laten weten dat ze het goed stellen of dat ze een gezin gesticht hebben. Soms ontmoet je hen op straat en telkens stellen ze het goed. Dat zijn waardevolle momenten, dan krijg je erkenning voor je harde werk.

Zoek de vreemde eend in de bijt: de klas, de speelplaats, de schoolpoort, de stoep of het busstation.

‘Soms gaan we tot aan de bushalte om te vermijden dat leerlingen spijbelen.’

Depondt: Samen met andere leerlingenbegeleiders staan we in voor de toeleiding naar school. Soms gaan we tot aan de bushalte om te vermijden dat leerlingen spijbelen. Onze aanwezigheid aan het station zorgt ervoor dat ze alsnog naar het centrum komen, zij het onder zachte dwang.

Lambiotte: Elke dag sta ik op de stoep voor de schoolpoort om de leerlingen te ontvangen. Tijdens de pauze staan we er wel eens voor een babbel en een sigaret. Zo leren we elkaar kennen, wat mijn job als bemiddelaar faciliteert. Zoals gezegd staan de meeste leerlingen wantrouwig tegenover het schoolpersoneel. Doordat ik een band schep met de jongeren, doen ze een beroep op mij wanneer ze in een schoolconflict belanden.

Berhmoun: Ook bij ons staan leerkrachten elke ochtend voor de schoolpoort en stellen zich zo bereikbaar mogelijk op voor de ouders, opdat die vragen kunnen stellen. Sommige ouders zijn ongeletterd en begrijpen onze briefwisseling misschien niet. Door hen letterlijk tegemoet te komen, verkleinen we de afstand tussen ouders en school. Het oudercontact vinden wij belangrijk. Daarom dat we ook een aantal projecten voor ouders op school – zoals De Babbelschool en Brusselleer – hebben lopen om het oudercontact te bevorderen.

Kops: Daar we in een kleine stad zitten, vinden onze leerlingen sneller de weg naar de school. Dat neemt niet weg dat we toch spijbelaars hebben. In dat geval gaan we ze thuis halen en praten we niet alleen op de jongere in, we proberen ook de ouders te betrekken. We investeren veel tijd in de familie – wat erg op prijs gesteld wordt. Het resultaat liegt er niet om: de overgrote meerderheid is steeds aanwezig op de oudercontacten.

Los op: voor welke uitdagingen staan jullie?

‘Het moeilijkste aan mijn taak is begrip blijven vragen aan de leraren die – soms terecht – heel boos zijn op hun leerlingen en vice versa.’

Kops: Iedereen moet kunnen blijven leren, ongeacht de leeftijd of sociaal-economische achtergrond. Onderwijs moet haalbaar blijven. We moeten ervoor zorgen dat we ook de maatschappelijk zwakkeren meenemen.

Vanhoutte: De grootste moeilijkheid is dat jongeren eerst tot het inzicht moeten komen dat het hier anders is en dat eventueel “storend” gedrag hier niet hetzelfde effect heeft als op een gewone school. Zodra een jongere die klik maakt en doorheeft dat we hem kunnen helpen, verandert zijn gedrag.

Debaere: Het is niet elke dag even gemakkelijk en soms moet ik de feiten wat laten bezinken en dan kan ik weer met de leerlingen op pad. Het is echt belangrijk de situatie en de moeilijkheden steeds met de juiste blik te bekijken.

Depondt: Het moeilijkste aan mijn taak is begrip blijven vragen aan de leraren die – soms terecht – heel boos zijn op hun leerlingen en vice versa. Leerlingenbegeleiders moeten ervoor zorgen dat ze de volgende les weer samen voortbouwen aan hun traject en aan hun toekomst.

Lambiotte: Er is geen halve maat want onze leerlingen hebben geen halve problemen en ze hebben evengoed recht op het allerbeste. Al dat werk weegt wel zwaar, een gewone werkdag is bijzonder uitputtend. Daarom lopen we vaak op ons tandvlees. Ons onderwijssysteem is niet mals.

Fleury: Onze taak is zo veel ruimer dan het doorgeven van kennis. De aard van de problemen waar de leerlingen mee kampen vraagt bijzonder veel tijd en energie. Halverwege het jaar hebben we al het gevoel dat we onze laatste krachten moeten aanspreken.

Berhmoun: Als schooldirecteur wil ik samen met het team vernieuwingen doorvoeren, wat tijdrovend en arbeidsintensief is. De tijd dat een directeur louter straffen uitdeelde is voorbij. Ik verkies overigens een preventief beleid en wil vooral dat leerlingen gelukkig zijn. Dat is geen simpele taak, maar ik houd wel van een uitdaging.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.