Soms lijkt de wereld een beetje gebroken, als je die gevaarlijke, vieze en giftige venten ziet zoals de heer DT, tevens president. Soms sta je te roepen tegen de televisie. Soms verlang je naar een beetje troost.
Het is ingewikkeld als je je zoeken naar zinvolheid moet uitdrukken in de dingen die je niet doet. En dat terwijl zin in zorg net heel positief kan zijn.
Dat we de mensen niets gaan afpakken. Die stelling is een van de ondertussen vaak gebruikte debatstoppers. Het klinkt goed, maar het helpt ons niet echt vooruit. Tenzij we het niet erg vinden om de hoop af te pakken van de jongere generaties.
Jan Mertens is het een beetje beu om in het klimaatdebat door een aantal zichzelf verantwoordelijk noemende mensen beschouwd te worden als een onmondig kind dat braaf moet zijn. Aan die betutteling mag zo stilaan weleens een einde komen, schrijft hij in zijn maandelijkse column.
Het is een beetje in. Het verbinden. Misschien is het wel belangrijk dat we dat woord een beetje spaarzaam gebruiken en niet als een excuus om niet te moeten kijken of om te vluchten van wat op ons afkomt.
We liepen daar met vele duizenden, die zondag in Brussel. Het zou de grootste klimaatmars ooit worden, zo zou blijken. Onderweg maakten we grappen, omdat het soms letterlijk voor geen meter vooruitging.
Wat zou de betekenis kunnen zijn van moed? Weet je ooit of je het zult zijn op dat ene moment wanneer het ertoe doet? Iets over oefenen in moed en de rust van het falen.
Misschien hebben we een ander soort vernuft nodig voor de wereld van morgen, waarbij we het woord vooruitgang redden uit de klauwen van een vernietigende moderniteit.
Het is goed om steeds weer te beseffen hoe je soms bevoorrecht of gulzig bent, ook al ben je je er niet altijd bewust van. Door de ogen van anderen kijken, en af en toe een beetje nederig zijn, het kan ons beter maken, zegt MO*columnist Jan Mertens.