Nationalisme verdeelt, en dat zie je nergens treffender dan in het Bosnische onderwijs

In Bosnië vind je twee scholen onder één dak, verdeeld volgens etniciteit. Oorlog is er ontaard in een strijd om de kinderen, die voor het schoolbord wordt uitgevochten. Maar kosmopolitische jongeren vechten terug.

© Pieter Stockmans

De leerlingen staan in de rij volgens etniciteit. Bosnische Kroaten volgen het leerplan van buurland Kroatië en leren dat hun hoofdstad Zagreb is.

De kinderen rennen kriskras over de speelplaats. Aan niets kan je zien wie moslim (Bosniak) is en wie katholiek (Bosnische Kroaat). Als plots de bel rinkelt, staan ze in een mum van tijd volgens etniciteit bij elkaar. De Bosniakken stromen het gebouw binnen en nemen plaats in hun klassen op de benedenverdieping. Aan de muren hangen tekeningen van moskeeën. De Bosnische Kroaten lopen de trappen op, naar hun school op de eerste verdieping. Hun muren tonen tekeningen van kerken.

Aan het onderwijs kan je zien of een samenleving genoeg van haar kinderen houdt om hen voor te bereiden op de taak onze gemeenschappelijke wereld te hernieuwen, schreef de filosofe Hannah Arendt. In Midden-Bosnië proberen ouders, scholen en politici de wereld die zij uit het puin van haat, verdriet en oorlog hebben opgebouwd over te dragen aan de volgende generatie.

In Jajce, Bosnië, vind je twee scholen onder één dak: de “Kroatische school 13 September” – de dag in 1995 waarop de Bosnische Kroaten de stad veroverden – en de Bosniak-school “Berta Kucera”, genoemd naar een communistische partizaan, de naam van deze school vóór de oorlog.

Sedin Duranović, bibliothecaris van de school Berta Kucera, laat de officiële documenten zien. Voor Kroatische scholen keurde de bevoegde minister het leerplan van buurland Kroatië goed. De leerlingen krijgen de aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappelijke oriëntatie, taal en literatuur – kortom, de “nationale” vakken – van Kroatië, niet van hun eigen land Bosnië.

Het dak boven hun twee scholen lekt. Het is de enige reden waarom de twee directeurs samenwerken.

“De hoofdstad van Kroatië is Zagreb”, staat te lezen in de eindtermen voor het vak “Mijn wereld en omgeving”.

In de klassen van de Bosniak-school hangt dan weer een kaart van Bosnië tijdens de Ottomaanse tijd. ‘In de kleuterschool zaten ze nog samen’, zegt de juffrouw. ‘Vanaf het eerste leerjaar, de jaren van identiteitsvorming, scheidt de politiek kinderen van elkaar volgens etniciteit. Hoe leg je dat uit aan een kind van zes?’

Het systeem heeft geen uitgesproken belangenbehartigers: voorstanders weigeren te spreken. ‘Beter twee scholen onder één dak, dan één school zonder dak’, grapt een leraar van de Kroatische school. Meer zegt hij niet. Ook directeur Ivan Rajić weigert elk interview.

Op de gang praat Rajić met directeur Fikret Cancar van de school Berta Kucera. Het dak boven hun twee scholen lekt. Het is de enige reden waarom deze twee mannen samenwerken.

© Pieter Stockmans

Juffrouw in het eerste leerjaar toont de cursus van haar dochter. Onderaan staat “Zagreb”. Alle schoolboeken komen uit buurland Kroatië.

Samen apart

Twee scholen onder één dak is de erfenis van de Bosnische oorlog van de jaren negentig. In 1991 riepen Bosnische Kroaten, gesteund door de toenmalige Kroatische president Franjo Tuđman, de autonome “Kroatische Republiek Herceg-Bosna” uit. Ze namen het Kroatische leerplan aan.

De terugkerende Bosniakken constateerden dat hun kinderen naar Kroatische scholen zouden moeten gaan en niet over hun eigen land Bosnië zouden leren. In 2001 kwam de OVSE met een oplossing: de Bosniakken konden in hetzelfde gebouw een aparte school openen met het Bosnische leerplan.

‘Het was de bedoeling dat de “twee scholen onder één dak” zouden fuseren’, zegt Jonathan Moore, ambassadeur van de OVSE in Bosnië. Zestien jaar later onderwijzen de Bosnische Kroaten hun kinderen nog altijd alsof Herceg-Bosna wél officieel bestaat.

De staatsstructuur zoals gecreëerd door de Dayton-vredesakkoorden van 1995 laat dat toe. De Federatie van Bosniakken en Kroaten telt tien kantons en elk kanton heeft een eigen minister van Onderwijs. In kantons met een groot aantal Bosnische Kroaten is de minister van Onderwijs altijd een Bosnische Kroaat. Dat wordt bedongen in een koehandel met ministerposten.

Zo is het in Midden-Bosnië, waar Jajce gelegen is, al is slechts 38% van de bevolking Bosnisch Kroaat. Segregatie, het resultaat van etnische zuivering, is een verworvenheid die de Bosnische Kroaten niet willen opgeven.

Directeur Fikret Cancar ziet het met lede ogen aan: ‘Ik vroeg directeur Ivan Rajić om tenminste muziek, tekenen en sport samen te doen, maar alles zit geblokkeerd op hoger niveau. Al twintig jaar. Het onderwerp is taboe geworden. Ondertussen gebruiken mijn kinderen het woord “zij” als ze spreken over de kinderen van de Kroatische school. Zij daar, wij hier. Dat maakt me bang.’

Volgens een rapport van de Raad van Europa wil 16% van de Bosnische kinderen niet in gemengde klassen zitten. In 2002 werd Bosnië tot de Raad van Europa toegelaten. Het land moest wel de segregatie in het onderwijs opheffen.

Segregatie, het resultaat van etnische zuivering, is een verworvenheid die de Bosnische Kroaten niet willen opgeven.

Twaalf jaar later besliste het Hooggerechtshof hetzelfde: ‘Het beleid versterkt onverdraagzaamheid en leidt tot etnische afzondering. Scholen moeten geïntegreerde onderwijsfaciliteiten gebruiken.’ De opeenvolgende onderwijsministers van het kanton Midden-Bosnië negeerden de beslissingen. ‘Scheiding is het recht van elke bevolkingsgroep op onderwijs in de eigen taal’, zeiden Katica Čerkez en Jozo Jurina. Maar eind maart schreven tweehonderd taalkundigen op de Balkan nog dat de ‘inwoners van Kroatië, Bosnië en Servië een variant van dezelfde taal spreken’. 

Sinds de jaren negentig ijveren nationalistische partijen voor een erkenning van hun exclusieve identiteit op basis van kleine verschillen in de taal, die ze vervolgens opwerpen als struikelblokken voor de hervorming van het onderwijs.

‘Taal is een drogreden’, zegt directeur Fikret Cancar. ‘De minieme verschillen tussen enerzijds het Kroatisch en anderzijds het Bosnisch en het Servisch verhinderen niet dat Bosnische Kroaten en Bosniakken samen de nationale vakken van zowel Kroatië als Bosnië zouden kunnen leren.

‘Trouwens, in grote steden zonder segregatie, zoals Sarajevo en Tuzla, is het plots geen probleem dat Bosnisch-Kroatische kinderen samen met Bosniakken naar school gaan en leren volgens het Bosnische leerplan.’

Vrienden zonder Nationalisme

Door de jaren heen zijn er alleen maar gesegregeerde scholen bijgekomen. ‘Nu is het is aan ons’, moeten de leerlingen van de middelbare school Srednja Strukovna hebben gedacht, een Kroatische school met de helft Bosniak-leerlingen.

Een jaar later zit Nikolas Rimac (17) met zijn strijdmakkers Ilijana Brtan, Ivica Jukanović en Nikica Papić terneergeslagen op een bankje bij het opspattende water van de Plivawaterval. Ze blijken allen Bosnisch-Kroatisch. ‘Er zal nog veel water naar beneden moeten vallen eer hier iets verandert’, zegt Nikolas. Zijn cynische lachje verbergt diepe ontgoochelingen.

© Pieter Stockmans

Nikica, Ivica, Ilijana en Nikolas richtten “Vrienden zonder Nationalisme” op: ‘Als ze ons opdelen in groepen, vermindert de kans dat er nog jongeren zullen zijn zoals wij.’

Het begon met Halima Hodzić, een Bosniak-leerlinge. Zij had geweigerd haar diploma in ontvangst te nemen omdat diploma’s met het Kroatische wapenschild bedrukt waren in plaats van met het Bosnische. In de aardrijkskundeles moest ze leren dat Bosnië en Herzegovina “een eeuwenoude Kroatische staat” is.

De kantonminister beweerde vervolgens dat hij een petitie van ouders had ontvangen om de school op te delen. De leerlingen vroegen om de petitie in te kijken, maar kregen geen antwoord.

‘De Bosniakken waren tegen een opdeling’, zegt burgemeester Edin Hozan. ‘Zij vroegen niet eens dat de school het leerplan van ons eigen land zou aanhouden, maar dat de Bosniak-leerlingen tenminste over de Bosnische aardrijkskunde en geschiedenis zouden kunnen leren. Maar zelfs dat weigerde de kantonminister.’

‘Zijn voorstel: of alle leerlingen volgen het leerplan van Kroatië, of je richt je eigen scholen op voor Bosniakken. Segregatie dus.’

‘Of alle leerlingen volgen het leerplan van Kroatië, of je richt je eigen scholen op voor Bosniakken.’

‘Ik begrijp de Bosniakken’, zegt Nikolas. ‘Ze groeien op zonder te leren over hun eigen identiteit, ook al zijn ze in hun eigen land. Dat is een vreemde vorm van ontworteling en discriminatie. Ik vind het verschrikkelijk dat ze moeten vertrekken, onze vrienden.’

Lopend langs het bevroren meer treft Ilijana haar beste vriendin. Die is Bosniak, maar daar zijn beide meisjes zich slechts bewust van geworden toen het kanton Midden-Bosnië besloot hun school op te delen volgens etniciteit. ‘Mijn ouders zijn nationalistisch, het was op school dat ik met een open geest begon te denken’, zegt Ilijana.

Ivica gaat binnenkort trouwen met zijn vriendin. Ook zij is Bosniak. ‘Misschien zijn wij producten van gezamenlijk onderwijs’, zegt hij. ‘Als ze ons opdelen in groepen, vermindert het aantal fysieke ontmoetingsplaatsen en daarmee de kans dat er nog jongeren zullen zijn zoals wij. Wat verwacht je van jongeren als volwassenen signalen uitsturen dat samenzijn niet goed is?’

‘Het ergste vind ik dat ze onze mening niet gevraagd hebben. Willen ze dan een school zonder leerlingen?’ zegt Nikolas verontwaardigd. Met hun groep “Vrienden zonder Nationalisme” organiseerden ze demonstraties en dreigden ze ermee de school te boycotten. Ze kregen de steun van leraars, de burgemeester, de Islamitische Gemeenschap en de OVSE.

‘Waarom schaarse middelen verspillen aan nieuwe scholen, als je die zou kunnen gebruiken om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren?’ vraagt OVSE-ambassadeur Moore.

Gaat nationalisme ten koste van goed onderwijs? Schoolbibliothecaris Sedin Duranović bevestigt dat: ‘Deze piepkleine bibliotheek moet 1100 leerlingen bedienen. Van sommige boeken hebben we maar een handvol exemplaren, niet eens genoeg voor één klas.’

Ook vertegenwoordigers van de ouderraad spraken zich uit tegen segregatie, maar volgens Nikolas steunen vele ouders de nationalisten. ‘Je vertegenwoordigt ons volk niet’, ‘we hebben elkaar niet gedood om achteraf samen te blijven’: een greep uit de reacties van Nikolas’ vader.

‘Mijn ouders willen dat ik in dit hol opgesloten blijf. Houd je wereld klein, wees een schaap in de kudde, bewaar je woede tegenover de vijand.’

Nikolas klinkt zwaarmoedig als hij over zijn ouders spreekt: ‘Mijn vader heeft gevochten in de oorlog. De federatie met de moslims vindt hij een fout van de geschiedenis. Soms lijkt het alsof ik de oorlog zelf heb meegemaakt door de gevoelens van mijn vader. Hoe vaak heb ik niet gehoord dat Kroaten superieur zijn? Hij verheerlijkt de fascistische Ustašabeweging.’

‘Bij mijn broers heeft het gewerkt, maar ik begon al jong te lezen over de oorlog, over de massamoorden van de Ustaša’s in WOII. Ik zie mezelf niet als “een ware Kroaat”, ik ben wereldburger. Mijn vader is diep gekwetst als ik dat zeg. Ik denk dat hij teleurgesteld is dat hij een softie heeft voortgebracht.’

Ivica groet een groep vrienden. Ze drinken bier en dragen hun voetbalkleren. Nikolas maakt aanstalten om verder te lopen. ‘Zij zijn alleen maar bezig met voetbal en meisjes, niet met politiek’, fluistert hij. ‘Zo willen onze ouders hun kinderen hebben. Mijn moeder is bang dat ik geen kansen zal krijgen omdat ik andersdenkend ben.’

‘Ze neemt mijn telefoon af zodat ik geen afspraken kan maken. Ze verbiedt me naar bijeenkomsten van actiegroepen in Sarajevo te gaan. Mijn ouders willen dat ik in dit hol opgesloten blijf. Houd je wereld klein, onderdruk je gevoelens, wees een schaap in de kudde, bewaar je woede tegenover de vijand zodat je nooit je kleine bubbel verlaat. Elke dag zie ik vrienden zwichten voor de druk van hun ouders.’

Het is de economie

Volgens een recente Gallup-peiling is 55% van de burgers van Bosnië bereid om de wapens op te nemen voor “hun natie”. Maar zonder openlijk conflict tussen Belgrado, Zagreb en Sarajevo is oorlog onwaarschijnlijk. De drie zijn tenminste op papier op weg naar integratie in de EU.

Waarom blijft etnisch nationalisme dan aanhang verzamelen? Het is naast een ideologie ook een instrument om de politieke en economische macht van de elite te bestendigen.

© Pieter Stockmans

Door het wij-zijdenken door te geven aan de volgende generatie houden nationalisten het kiessysteem in stand waarbij elke Kroaat stemt voor “de Kroatische partij” (HDZ) en elke Bosniak voor de “partij van de Bosniakken” (SDA).

Door het wij-zij denken over te dragen op de volgende generatie houden nationalisten het kiessysteem in stand, waarbij elke Kroaat stemt voor “de Kroatische partij” (HDZ) en elke Bosniak voor de “partij van de Bosniakken” (SDA).

Sinds de jaren negentig hebben deze partijen de hefbomen van de economie in handen. Bosnië hoort bij de landen met de corruptste leiders en armste bevolkingen. Verkiezingen dienen niet om de macht te herschikken, maar om de machtspositie van de nationalistische partijen steeds opnieuw te bevestigen.

Burgers moeten geloven dat dat nodig is om hun gemeenschap te “verdedigen” tegen de andere. Daarom vestigen politici een onevenredig grote aandacht op kleine verschillen.

Hoe meer mensen over de grenzen van de etnische identiteit heen de culturele en vooral economische gelijkenissen zien, hoe meer kans op verandering. “Wij hebben honger” is hetzelfde in de drie landstalen.

De verkopers van groepsidentiteiten zetten angst om in politiek en economisch kapitaal, maar oogsten woede omdat het systeem armoede produceert. In Bosnië kan die woede mensen mobiliseren tégen het nationalisme, in plaats van voor, zoals in Frankrijk.

‘Ik ben teleurgesteld, in alles en iedereen. Ik ga naar Duitsland. Daar verdien ik in een maand hetzelfde als hier in een half jaar.’

Maar die mobilisatie uit zich voorlopig vooral in de vorm van emigratie. ‘Alles is zo duur en ik verdien 300 euro per maand’, zegt de juffrouw van de school Berta Kucera met de hysterische lach van een vrouw die afgemat is door het leven. ‘Ik ben heel kwaad. En teleurgesteld, in alles en iedereen. Ik ga naar Duitsland. Daar verdien ik in een maand hetzelfde als hier in een half jaar.’ Ontworteld door corruptie en nationalisme zal ze zich aansluiten bij het leger emigranten, ver van haar land, haar passie – lesgeven – en haar familie.

Je kunt geen nieuwe visie voor je land ontwikkelen als de intellectuele bovenlaag naar het buitenland kijkt. Emir Cerić is Bosniak. Hij drinkt bier in een Kroatisch heavymetalcafé. ‘Mijn moeder was onderzoeksrechter en vervolgde de vorige burgemeester voor corruptie. Na hem kwam een man uit dezelfde partij.’

‘Het gaat niet om één man die corrupt is, het hele systeem is corrupt. Onze generatie ziet dat de inspanningen van onze ouders tot niets hebben geleid. We hebben geen tijd meer om nog eens dezelfde strijd te voeren. We willen gewoon leven. Iedereen wil weg.’

Zijn vriend, aan de whisky, is nog cynischer: ‘Mijn vrouw en ik gaan naar Duitsland. Neutraal. Geen problemen. Dan hoeven we voor onze dochter niet te kiezen of ze Kroatisch of Bosnisch wordt.’

Zijn vrouw heeft als Bosnisch-Kroatische een Kroatisch paspoort en is dus EU-burger – nog een manier om de band met het Kroatische “moederland” aan te halen. Hij zelf is Bosniak en heeft alleen het Bosnische paspoort.

‘We zijn van hetzelfde land, hetzelfde gezin. En we hebben verschillende rechten hebben omdat we zogenaamd tot verschillende “naties” behoren. We zouden gelijke burgers van Bosnië moeten zijn.’

Gelijkheid, broederschap, eenheid

Zijn Nikolas’ Vrienden zonder Nationalisme het levende bewijs van een groeiende groep die zich niet meer identificeert met de drie verdelende identiteiten? Brengen zij de Joegoslavische idealen van gelijkheid, broederschap en eenheid terug? Kan de maatschappelijke invloed van het nationalisme zo langzaam verdwijnen?

Voorlopig niet. Bij de bevolkingstelling van 2013 registreerde zich nog maar 4% als “niet aangegeven” of “andere”. Die categorie is bedoeld voor joden, Roma en andere minderheden, maar het kan een protestcategorie worden voor burgers die een neutraal Bosnisch burgerschap willen.

Vooral in de grote steden tref je veel inwoners van elke etniciteit die begrijpen dat nationalisme corruptie en armoede in stand houdt. ‘Bosnië is geen multicultureel land’, zegt Vlado Celebor stellig, een barman in de hoofdstad. ‘We zijn allemaal Slaven, met dezelfde familienamen en taal. We hebben gewoon een andere religie.’ Hij weigert zijn etniciteit te noemen.

© Pieter Stockmans

Nikolas Rimac: ‘Ik zie mezelf niet als “een ware Kroaat”, ik ben wereldburger. Mijn vader is diep gekwetst als ik dat zeg. Ik denk dat hij teleurgesteld is dat hij een softie heeft voortgebracht.’

Nikolas wil geen Kroaat worden genoemd. ‘Ik ben staatsburger van dit land en dus Bosniër. Misschien begin ik ooit een beweging, “De Anderen”, de echte Bosniërs. De minderheid zal de meerderheid worden en nationalisme zal instorten.’

‘Een optimist ziet niet de obstakels, alleen het pad. Optimisme is wat al die apathische jongeren nodig hebben, het geloof dat de kracht van het getal iets kan veranderen. Maar de meesten geven het op als ze niet snel resultaat zien.’

Als volleerd filosoof neemt de zestienjarige Nikolas Rimac afscheid, met een verhaal over de directeur van de Kroatische school.

‘Ik vroeg hem waarom leraars niet creatiever kunnen zijn. Zijn antwoord: de natuurwetten worden toch ook niet elke dag opnieuw uitgevonden. Dat is hun mentaliteit: dat de wetten van de samenleving voor eeuwig vastliggen, zoals de natuurwetten. Maar een open geest overstijgt angst en verandert de wereld.’

In een veranderende wereld groeit ook altijd weer de angst dat identiteiten zullen verwateren. Daarom organiseert Zilka Spahić, professor aan de Universiteit van Sarajevo, seminars voor leerkrachten van alle achtergronden. Ze krijgt steun van de onderwijsministeries van Sarajevo en Tuzla.

Met behoud van ieders identiteit zoekt ze manieren om de leerplannen samen te voegen. ‘Dialoog is er niet op gericht om de ander te overtuigen’, zegt ze. ‘Zodra deelnemers dat beseffen, zijn ze gerustgesteld. De bedoeling is jouw identiteit uit te leggen aan de ander en te luisteren als de ander zijn identiteit uitlegt. Dan word je je bewust van jezelf én erken je de ander.’

Eén leerplan waarin alle kinderen samen leren over elkaars identiteit. Het klinkt als een utopie. Maar de utopie leeft.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2776   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2776  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.