Migratietopman: 'Migratie is geen probleem dat moet worden opgelost'

‘Migratie is een realiteit die moet worden gemanaged.’ Dat zegt de directeur-generaal van de Internationale Organisatie voor Migratie. Terwijl de Europese Commissie de laatste punten en komma’s zette in haar asiel- en migratieplan dat ze op 13 mei voorstelde, praatte MO* met William Lacy Swing.

  • © IOM, William Lacy Swing © IOM, William Lacy Swing
  • © VN Libische vluchtelingen in Tunesisch transitkamp © VN
  • © Oxfam Mangaize Vluchtelingenkamp Niger © Oxfam

De zenuwen stonden strak gespannen maar de kogel is door de kerk. Het actieplan dat woensdag werd voorgesteld, veroorzaakt vooral grote deining rond het punt van de verplichte migratieverdeelsleutel die de Commissie aan de lidstaten wil opleggen.

Groot-Brittannië, Denemarken en Ierland zijn tegen. Of alle overige Europese lidstaten het quotasysteem zonder slag of stoot zullen aanvaarden, is lang niet zeker. William Lacy Swing keek in elk geval wel uit naar de inhoud.

Het hoofd van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) was niet overtuigd van het eerdere tienpuntenplan dat de Europese Commissie voorstelde in april, direct na de bootramp op de Middellandse Zee. Die vormt met 22.000 van de wereldwijd 40.000 doden op zee (2000-2015, IOM) de dodelijkste migratieroute ter wereld. Gelukkig stuurde de Commissie snel bij, voegt hij toe. De IOM-topman was er een dag voor de bekendmaking van het Europese actieplan tamelijk gerust in dat het plan een aantal belangrijke punten zou bevatten die de visie van zijn agentschap reflecteren. Maar hij hoopt dat er ook ruimte zal komen om migratie en de migratiestroom in perspectief te zien. Hoezo?

William Lacy Swing: Er zijn inderdaad veel mensen die naar het Noorden komen. Als 200.000 mensen aankomen in de Unie, met een totale bevolking van 500 miljoen, is dat echter geen alarmerende overrompeling.

Het is niet alarmerend maar zeer redelijk dat al deze pushfactoren hebben geleid tot pogingen van gewone mensen om daaruit weg te geraken

Veel alarmerender zijn toch de pushfactoren, de redenen waaròm mensen vertrekken. We zitten op een moment van onovertroffen humanitaire rampen, van de westerse grenzen van Afrika tot Azië, waartussen zich zeer weinig lichtpunten bevinden. Er zijn de gewapende conflicten in Syrië, Irak, Zuid-Soedan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Libië en nu Jemen. En dan hebben we het nog niet eens over Oekraïne. Er zijn de extreme geweldacties door groepen als al-Shabaab in Somalië, Boko Haram in Nigeria. Er is de ebola-epidemie in West-Afrika – Sierra Leone, Liberia, Guinée. Er zijn de enorme economische, sociale en culturele ongelijkheden tussen het zuidelijk en noordelijk halfrond, de klimaatrampen enzovoort. 

(c) VN

Libische vluchtelingen in Tunesisch transitkamp

© VN

Het is dus niet alarmerend maar zeer redelijk dat al deze pushfactoren hebben geleid tot pogingen van gewone mensen om daaruit weg te geraken om een plausibel, beter leven te kunnen leiden.

Over de kortetermijnstrategie om levens te redden op zee is iedereen het eens: verhoogde budgetten en assistentie voor reddingsoperaties van Frontex op zee zijn een eerste belangrijke stap. Wat moeten we doen op langere termijn?

William Lacy Swing: We hebben uiteraard meer legale kanalen nodig waarlangs mensen kunnen migreren. We hebben zeker behoefte aan  meer hervestigingslanden en meer quota voor vluchtelingen, net als een humaner procedure van gezinshereniging voor deze vluchtelingen, zoals de Syriërs die enorme moeite hebben om de rest van hun familie naar hier te halen. Betere beschermingsstatuten, een efficiënter gebruik van humanitaire visa, het zijn allemaal manieren om de zaken gemakkelijker te maken voor mensen in nood. En daarnaast moet Europa inzetten op arbeidsmigratie omdat het arbeidskrachten nodig heeft, meer dan de landen kunnen opvullen met de inzet van langdurige werklozen.  

Het zijn trouwens vaak de migranten die de jobs invullen die Europeanen zelf niet willen doen, de zogenaamde Dirty-Difficult-Danger jobs.

We moeten ook beter inzetten op informatiecampagnes in de herkomstlanden, om mensen te waarschuwen voor de gevaren die een illegale migratieroute inhoudt. Maar er moeten ook informatiecampagnes in Europa zijn om de stereotiepe beeldvorming over migratie om te keren, want dit leidt tot racisme en xenofobie. Het moet duidelijk worden dat migranten niet noodzakelijk ziekten en criminele attitudes meebrengen, uit zijn op het stelen van jobs die Europeanen. Het zijn trouwens vaak de migranten die de jobs invullen die Europeanen zelf niet willen doen, de zogenaamde Dirty-Difficult-Danger jobs. En we moeten realiseren dat niet iedereen wil blijven, dat mensen ook willen terugkeren.

Dat veronderstelt een coherente aanpak, ook met betere afspraken tussen herkomst- en bestemmingslanden.

William Lacy Swing: Migratie is geen ‘probleem dat moet worden opgelost’,  het is een realiteit die moet worden gemanaged. In die zin moet er absoluut meer capaciteitsopbouw zijn op het niveau van regeringen in zowel aankomst- als herkomstlanden, zodat beleidsmakers en instituten migratiestromen beter kunnen managen. Maar om dat op een verantwoorde manier, moet je een duurzaam migratiebeleid hebben dat rekening houdt met verschillende termijnen.

Migratie is geen ‘probleem dat moet worden opgelost’,  het is een realiteit die moet worden gemanaged

Men moet investeren in jobcreatie en gegarandeerde kostwinning in de herkomstlanden. Op die manier zet je migratie om van een gedwongen actie naar een vrijwillige actie. De tragedie vandaag is dat de meeste mensen echt gedwongen worden om te migreren. Dit zijn niet zomaar gelukszoekers, ze kiezen dit niet zelf.

Grenslanden als Italië, Malta, Spanje zouden willen gaan inzetten op overzees asiel- en migratiebeheer in bijvoorbeeld Tunesië. Is dat een goed spoor denk je om mensen weg te houden van gevaarlijke routes op zee?

William Lacy Swing: IOM heeft de Europese Unie een aantal punten voorgelegd. We zijn voorstander om een aantal mechanismen te installeren langs de hele migratieroute, inclusief Libië en Tunesië. We denken aan expertenteams die, in samenwerking met andere instituten en lokale autoriteiten, zouden kunnen adviseren, en zelfs migratieprocedures zouden kunnen opstarten in noodgevallen, maar ook registreren, informeren, eventueel mensen helpen om terug te keren. Het is echt belangrijk om mensen –vooral jonge mensen die willen vertrekken – te informeren over wat ze op het spel zetten met hun tocht, welke kansen ze maken of welke realiteiten ze zullen tegenkomen.

(c) Oxfam

Mangaize Vluchtelingenkamp Niger

© Oxfam

In dat kader starten we alvast een pilootproject in Niger (dit project zou deze zomer van start gaan, en is een samenwerking van de Europese Commissie, Italië en IOM, td). Als dit efficiënt en productief blijkt te zijn, kan het model worden overgenomen in andere landen langs de migratieroute.

Op die hele migratieroute vormt vooral het managen van die vluchtelingenstroom in Libië een enorme uitdaging. Mensen die langs daar Europa willen binnenkomen, stranden in een politiek vacuüm en in een uitzichtloze situatie zonder opvang of beschermend kader. Welke rol moet Europa hier op korte termijn spelen?

William Lacy Swing: Zoals je vraag impliceert, is de Libische realiteit een heel moeilijke situatie. De politieke instabiliteit is groot met die twee rivaliserende partijen die elk claimen dat ze de regering zijn. Dat limiteert ons enorm. Maar er zijn een aantal praktische stappen die we kunnen zetten.

We kunnen om te beginnen de Libische kustwacht versterken en ondersteunen want zij doen wel degelijk levensreddende operaties langs de kust van Libië. We geven hen al wat steun maar het moet meer zijn.

Ten tweede moeten we een direct gesprek hebben met de autoriteiten over de detentiecentra. Ze zijn afschuwelijk en zitten overvol met Afrikanen die terugkwamen omdat ze dachten dat ze hun oude job wel zouden terugkrijgen en nu vooral bedreigingen, geweld en opsluiting tegenkomen. Daar speelt op dit moment vooral het Internationale Rode Kruis een hoofdrol in maar het kan geen kwaad om te helpen.

Ten derde: we moeten onderzoeken hoe we kunnen samenwerken op het niveau van de lokale leiders, die met hun voeten echt op het terrein staan. In die zin zou zo’n informatiecentrum waar ik het eerder over had, niet overbodig zijn aan een Libische havenplaats zoals Zuwarah. Op die manier zou een migrant nog kunnen beslissen of hij de reis nog wil aanvatten in een onzeewaardige schuit met een smokkelaar of toch een andere optie wil bekijken.

Wat doet IOM nu in de buurlanden van Libië, Algerije – beide belangrijke transitlanden, waarbij vooral Tunesië heel veel migranten huisvest?

William Lacy Swing: De Maghreblanden en de Afrikaanse landen zijn leden van IOM. We zijn met al die landen in gesprek, zeker met een land als Tunesië. Met de Algerijnen heb ik recent niet gesproken over deze kwestie maar het is een optie om dit dringend op te nemen, ook met de andere grenslanden aan de andere kant van de Middellandse Zee.

We hebben eerder met herkomst-, transit- en bestemmingslanden, samengezeten en zowel het Rabatproces (Europees-Afrikaans samenwerkingsplan rond migratie, mobiliteit en tewerkstelling, td) als het Khartoumproces (Europees-Afrikaans actieplan tegen migrantenhandel en -smokkel vanuit de Hoorn van Afrika, 2014, td). Hoe meer de EU, en de Afrikaanse Unie en de Arabische Liga met elkaar praten over een gedeelde verantwoordelijkheid, hoe beter we migratie kunnen managen vanuit verschillende invalshoeken. Want het is absoluut niet enkel een Europese kwestie.

Met Jemen als nieuw conflict begint ook van daaruit een vluchtelingenstroom op gang te komen, die vooral terechtkomen in Somalië en Djibouti en Egypte. In een nog te verschijnen interview met MO* wijst de Belgische staatssecretaris Theo Francken Saoedi-Arabië op de vingers, omdat het rijke golfland weinig of geen moeite doet om asiel te verlenen. Heeft IOM hierover al gesprekken gehad met Riyad?

William Lacy Swing: Saoedi-Arabië is geen actief lid van IOM, heeft een waarnemersstatuut maar we ontmoeten elkaar wel in Riyad, komen de Saoedi’s tegen in Genève en elders. Maar de vraag of het een hervestigingsland moet zijn, moet u aan Riyad zelf stellen.

De evacuatie uit Jemen is extreem moeilijk want de strijdende partijen geven een staakt-het-vuren van niet meer dan twee uur

De belangrijkste zorg van IOM voor Jemen gaat nu in de eerst plaats uit naar de evacuatie van derdelanders uit Jemen. Meer dan veertig landen hebben ons in die zin assistentie gevraagd. Zo’n evacuatie is extreem moeilijk want de strijdende partijen geven een staakt-het-vuren van niet meer dan twee uur. Binnen dat korte tijdsbestek moet je in de hoofdstad Sana’a een vliegtuig met Jemenieten laten landen en derdelanders aan boord halen en opnieuw opstijgen.

We hopen dat we met het huidige staakt-het-vuren van vijf dagen ook in staat zullen zijn om een schip te laten aanmeren aan een haven nabij Aden, om zoveel mogelijk Somaliërs via Djibouti en de Golf van Aden op te pikken. Want het gaat om naar schatting 150.000 tot 200.000 Somaliërs die zich in Jemen bevinden en waarvan een deel  wil  vertrekken. In termen van voedselhulp en overige zoals medische voorzieningen, denken we dat we zowat 100.000 behoeftigen kunnen bereiken tijdens dit staakt-het-vuren. Als het staakt-het-vuren standhoudt, moet dat ons in staat stellen om onze opslagplaatsen te bevoorraden. Maar het blijft  moeilijk.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.