Onderzoeker Guillaume de Brier over de situatie in de CAR

Van strijd tegen discriminatie tot roofoperatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek

hdptcar (CC BY-SA 2.0)

Rebellen in het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek

De Centraal-Afrikaanse Republiek kreunt al zes jaar onder een schijnbaar onoplosbare burgeroorlog, de toestand wordt alsmaar schrijnender. Volgens de VN verscheuren minstens vijftien gewapende groeperingen het land, de helft van de bevolking (2,4 miljoen mensen) heeft humanitaire hulp nodig, één op vier Centraal-Afrikanen sloeg al op de vlucht, 568.000 vluchtelingen worden opgevangen in de buurlanden. De Antwerpse ngo International Peace Information Service (IPIS) publiceerde onlangs een rapport over de situatie in het Centraal-Afrikaanse land. Onderzoeker Guillaume de Brier licht toe.

Het conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek wordt vaak voorgesteld als een strijd tussen de islamitische Séléka-rebellen en de christelijke anti-balaka-bewegingen.

De Brier: Men heeft het vaak over een oorlog op basis van etnie of religie, maar dat klopt niet helemaal. De Centraal-Afrikaanse Republiek is eigenlijk al een failed state sinds 1965, toen dictator Bokassa zijn neef David Dacko van de macht verdreef. Sindsdien volgden de militaire staatsgrepen elkaar op. Elke machthebber bevoordeelde zijn eigen regio, zijn eigen etnie en zijn eigen militaire achterban, wat per definitie een discriminatie inhoudt tegenover de rest van het land.

De huidige problemen begonnen toen president Bozizé in 2012 een claim legde op de diamanthandel in het oosten, een bevolkingsarme regio met weinig of geen infrastructuur. De diamanthandelaars sloten een pact met de reeds aanwezige rebellen in het oosten (Séléka betekent ‘unie’ in de plaatselijke taal Sango, red.) tegen Bozizé, mét de steun van buurlanden Tsjaad en Soedan. Meer dan religie was het dus de transnationale etniciteit die hen verbond. Voor de Tsjadische president Idriss Déby was het interessant om meer grip te krijgen op de Centraal-Afrikaanse Republiek en het duizend kilometer lange grensgebied.

Voormalig kolonisator Frankrijk stond de inmenging oogluikend toe, aangezien Tsjaad de voornaamste leverancier van troepen is aan de Franse militaire operaties in Mali en de Sahel. Maar door de brutaliteiten van de rebellen en de stijgende internationale druk liet Déby een jaar later de Séléka los en trok hij zijn Tsjadische troepen terug.

Door de voortdurende verschuiving van allianties is het conflict in de CAR bijzonder moeilijk in kaart te brengen.

Het machtsvacuüm dat daarop ontstond werd ingevuld door christelijke milities, de zogenaamde anti-balaka, die wraakacties opzetten tegen iedereen die moslim of buitenlands was, of tot de etnieën van de Séléka behoorde. Intussen is de situatie helemaal ontspoord. Ex-Séléka-milities strijden onderling al jaren om de controle over gebieden, mijnen of wegen, soms zelfs in tijdelijke coalities met anti-balaka.

Door deze voortdurende verschuiving van allianties is het conflict in de CAR bijzonder moeilijk in kaart te brengen. Bovendien zijn er in het oosten en het zuidoosten uitgestrekte gebieden waarover we weinig of niets weten omdat er geen waarnemers aanwezig zijn. Vast staat alleszins dat burgers het voornaamste slachtoffer zijn.

IPIS analyseerde sinds 2012 bijna 3900 incidenten en in 69% daarvan waren burgers het doelwit. De gewapende groepen confronteren elkaar zelden rechtstreeks. Eén militie valt een dorp in de zone van een ander aan, gevolgd door een wraakactie aan de andere zijde.

Het geweld lijkt zich totaal willekeurig te manifesteren. Begin mei viel een gewapende groep in Bangui zowel een moskee als een kerk aan.

Religie zelf is geen motor van het conflict. Maar kerken en moskeeën zijn doorgaans de enige plaatsen waar iets te stelen valt.

De Brier: Religie zelf is geen motor van het conflict. Omdat de CAR zo’n arm land is, richten gewapende groeperingen zich op alles van waarde. Kerken en moskeeën zijn doorgaans de enige plaatsen waar iets te stelen valt. De CAR was in 2017 ook het dodelijkste land ter wereld voor humanitaire medewerkers, omdat zij vaak de enigen zijn met een auto, een computer, brandstof of geld.

Het conflict in de CAR begon als een strijd tegen discriminatie, maar veranderde al snel in een roofoperatie. Lokale bendes nemen de wapens op, veroveren een gebied en installeren er een oorlogseconomie. De controle over diamant- of goudmijnen blijft een prioriteit, maar we zien een steeds grotere diversificatie. Zo neemt de controle over de veehandel een even grote plaats in. In de Centraal-Afrikaanse regio heeft vee een belangrijke economische en culturele waarde. Verschillende Tsjadische en Soedanese militaire leiders verhandelen trouwens zelf vee in de CAR. Generaal Bahar nam de controle over een grote veemarkt in het noordwesten over en stuurde er de dieren vanuit naburige regio’s naartoe. Taksen op doorgang en verkoop leverden hem veel geld op.

Door de voortdurende dreiging zijn de nomadische herders zich intussen zelf gaan bewapenen. Deze pastoralisten, die op hun beurt ook nog eens onderverdeeld zijn in subgroepen en etnieën, verdedigden zich jaren geleden nog met zelfgemaakte wapens en machetes. Nu hebben ze Kalasjnikovs en bazooka’s. Die bewapening zorgt dan weer voor nieuwe conflicten met lokale gemeenschappen.

Ik had de gelegenheid om enkele hoofdstukken te lezen van het volgend jaar te verschijnen boek van CAR-expert Peer Schouten. Daarin noemt iemand het conflict in de CAR een “war of roads”.

Vele incidenten in de CAR draaien om de controle en de beveiliging van de schaarse wegen.

De Brier: In een leeg en uitgestrekt land als de CAR is het aantal wegen beperkt, wat het belang ervan vergroot. Vele incidenten in de CAR draaien dan ook om de controle en de beveiliging van deze wegen. De meest begeerde zijn die naar de grote veemarkten, omdat je er belastingen kan heffen per dier. De veehandelaars weten zich op hun beurt dan weer verzekerd van een veilige doorgang doorheen het gemilitariseerde gebied.

Roadblocks krijgen na verloop van tijd ook een officieel karakter. Zo weten de handelaars op voorhand hoeveel het transport zal kosten en kunnen ze de prijs van de goederen naargelang aanpassen. Het is niet abnormaal dat men aan een roadblock een reçuutje krijgt.

Een andere interessante vaststelling: Frankrijk lanceerde haar eigen militaire operatie Sangaris. Die hield zich vooral bezig met het beveiligen van de handelsroute tussen Bangui en de Kameroense havenstad Douala. Op die route hebben de Franse bedrijven Total, Sucaf en Mocaf een monopolie op de import en de verkoop van brandstof, suiker en frisdranken.

De Brie: Het klopt dat Franse bedrijven een monopolie hebben op het logistieke gedeelte van deze handel, maar het is ook zo dat de route tussen de twee steden letterlijk de levenslijn is van Bangui. De CAR is een ingesloten land en heeft geen enkele toegang tot de zee. Voor de import van goederen zijn ze dus erg afhankelijk van de buurlanden. De Franse commerciële belangen en de belangen van de bevolking komen hier dus heel handig samen, ja.

Idriss Fall (VOA) (CC0)

Controlepost van het Franse leger tijdens operatie Sangaris in 2014

President Touadéra vroeg vorige week nog om het wapenembargo tegen zijn land op te heffen en het nationale leger te bewapenen. De speciale gezant van de VN, Parfait Onanga-Anyanga, was het met hem eens.

De Brier: De VN stelde jaren geleden een wapenembargo in voor de CAR, maar verleende vorig jaar een uitzondering aan Rusland. Daar begrepen we eerlijk gezegd weinig van. Ook de Fransen vroegen om een uitzondering, maar dat werd dan weer niet toegestaan.

‘Ik weet niet of de opheffing van het embargo een goed idee is. We moeten eerst en vooral de juiste vragen stellen: wat willen we dat de FACA met die wapens doet?’

Ik weet niet of de opheffing van het embargo een goed idee is. We moeten eerst en vooral de juiste vragen stellen: wat willen we dat de FACA (Forces Armées Centrafricaines, red.) met die wapens doet: de gebieden die ze controleert beter verdedigen, of ze gebruiken om milities aan te vallen?

De VN heeft in de CAR met MINUSCA een grote operatie lopen: 9000 soldaten en 3000 burgers. Maar MINUSCA zal zelf nooit tot gebiedsverovering overgaan, dat moet de FACA doen. En dus hebben ze wapens nodig. Tegelijk moeten we ervoor zorgen dat de wapens in het leger blijven, heel wat leiders van de anti-balaka-milities zijn immers voormalige FACA-leiders. En vervolgens, in hoeverre kunnen we erop vertrouwen dat het leger de bevolking in de veroverde gebieden zelf niet zal terroriseren? Niet vergeten: de FACA is een verslagen en dus wraaklustig leger.

Momenteel superviseert MINUSCA verschillende ontwapenings- en demobilisatieprogramma’s. Wat houden die precies in?

De Brier: 14 van de 15 gewapende bewegingen hebben het ontwapeningsprogramma ondertekend. Alleen de handtekening van het FPRC (Front Populaire pour la Renaissance de Centrafrique, red.), de grootste ex-Séléka-factie, ontbreekt.

UN Photo/Herve Serefio (CC BY-NC-ND 2.0)

Deelnemers aan pilootproject voor Ontwaperning, Demobilisatie, Rehabilitatie en Reïntegratie (DDRR) van ex-strijders in de Centraal-Africaanse Republiek.

Men neemt onder andere veertig strijders van elke gewapende groepering: twintig van hen krijgen een opleiding mechanica of mijnbouw, de twintig anderen worden in het nationale leger ingelijfd. Momenteel gaat het om 540 strijders, die vroeger vijanden waren en tegen elkaar vochten. Het is vooral opletten dat men niet in het Congolese scenario verglijdt. Daar probeerde men in het oosten rebellen in het nationale leger FARDC in te passen. Twee jaar later scheurden nieuwe groeperingen, beter getraind en bewapend deze keer, zich van het nationale leger af.

Zulke programma’s zijn geen reden tot optimisme. De voorgaande jaren zijn er al verschillende akkoorden afgesloten, maar zelden leverden die het gewenste resultaat op.

Ook Rusland manifesteert zich steeds meer in de CAR. Wat moeten we daarachter zoeken?

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
De Brier: De Russen hebben de persoonlijke beveiliging van president Touadéra op zich genomen en ook de Wagner Group, een beruchte Russische paramilitaire organisatie, zou met een veiligheidsopdracht in het land aanwezig zijn. Dit is wellicht een game changer, al weten we voorlopig niet hoe we die aanwezigheid moeten inschatten.

De CAR is een belangrijke diamantmarkt. Als ’s werelds grootste diamantproducent is het voor Rusland makkelijk om de edelstenen te smokkelen en in haar eigen uitvoer te verwerken.

Naast een uitbreiding van haar geopolitieke invloed, vermoeden we dat de Russische interesse vooral uitgaat naar diamanten. De CAR is een belangrijke diamantmarkt. Als ’s werelds grootste diamantproducent is het voor Rusland makkelijk om de edelstenen te smokkelen en in haar eigen uitvoer te verwerken. Zo slaagde bijvoorbeeld ook buurland Kameroen erin om haar eigen productiecijfers met CAR-diamanten op te krikken.

Het FPRC was trouwens heel erg gekant tegen de inmenging van de Russen en de uitzondering op het wapenembargo. We weten intussen dat de militie achter de schermen werkt aan een hereniging van alle ex-Séléka-facties om Bangui te heroveren. Ik vrees dus dat een opheffing van het embargo zal lijden tot een verslechtering van de toestand. Een mogelijke oplossing is een regering van nationale eenheid met internationale steun. De ex-Séléka-groepen vragen al lang om een splitsing van het land. Een nieuwe grondwet die van de CAR een federale staat maakt, kan misschien een tegemoetkoming aan die eisen zijn.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.