Vrouwen zoeken plek in de Arabische Lente

In verschillende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika wordt gewerkt aan een nieuwe grondwet. Vrouwen proberen daar hun rechten via de wet te verbeteren.

Een van de landen waar aan een nieuwe grondwet wordt gewerkt, is Tunesië. Onder de voormalige president Zine el Abidine Ben Ali, werd Tunesië gezien als een van de meest vooruitstrevende landen in de Arabische wereld op het gebied van vrouwenrechten.

Na de val van Ben Ali begin dit jaar, won de gematigde partij Ennahda vorige maand de eerste vrije verkiezingen. Veel Tunesiërs zijn nu bang voor een sterke islamistische invloed.

Meer dan in welke andere regio dan ook, is er onbalans in economische status en rechten tussen mannen en vrouwen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In combinatie met een gebrek aan strategische planning om integratie van vrouwen in de politiek te bevorderen, heeft dit geleid tot een lage vertegenwoordiging van vrouwen in de parlementen. 

Huiselijk geweld

Volgens de Internationale Parlementaire Unie was 6,5 procent van de parlementariërs in de Arabische wereld in 2005 vrouw. In 2000 was dit 4 procent. Egypte, dat met 85 miljoen inwoners een derde van de Arabische bevolking telt, had in 2005 maar 4 procent vrouwelijke parlementariërs.

In een poging vrouwen meer te betrekken bij de politiek, hebben Egyptische vrouwenrechtenactivisten een groep plattelandsvrouwen aangemoedigd om hun mening te geven over een nieuwe wet tegen huiselijk geweld.
 
“We hebben de vrouwen gevraagd zichzelf als parlementariërs te zien en belangrijke kwesties die in de wet aan bod moeten komen, op te schrijven”, zegt Magda Adly, directeur van het El-Nadim Centrum voor de Rehabilitatie van Geweldsslachtoffers in Cairo. “Ze wisten hun behoeften beter onder woorden te brengen dan de hoogopgeleide auteurs van soortgelijke wetgeving in het verleden.Vrouwen die in het verleden in het parlement zaten, hadden geen interesse in vrouwenzaken.”

Onderwijs

Wetten op het gebied van huwelijk, scheiding en huiselijk geweld beschermden in het verleden vooral de man. In Jemen geeft de wet de vrouw bij huwelijk, scheiding, voogdij en erfenissen minder rechten dan mannen. “Jemenitische vrouwen lijden momenteel echt onder marginalisering, discriminatie en de genderkloof in het onderwijs”, zegt Samia al-Haddad van de Jemenitische Organisatie voor Ontwikkeling en Rehabilitatie.

“Voor elke zes jongens gaat slechts één meisje naar school, en zij zal hoogstwaarschijnlijk uitvallen voordat ze het basisonderwijs heeft afgerond. In Jemen denkt men dat het belangrijker is voor jongens om naar school te gaan.”

De Jeminitische grondwet uit 1994 garandeert gelijke rechten voor alle burgers, maar Jemen staat bekend om zijn slechte reputatie op het gebied van kindhuwelijken. Volgens de wet moet een meisje minimaal 17 jaar zijn om te kunnen trouwen. Uit officiële cijfers blijkt 99 procent van de Jeminitische vrouwen trouwt voor haar achttiende jaar. Veertien procent van de meisjes trouwt voor haar vijftiende jaar.

“We willen minimaal 30 procent vrouwen in de transitieregering en een zetel aan de onderhandelingstafel als er een nieuwe grondwet moet worden goedgekeurd na het vertrek van president Ali Abdullah Saleh”, zegt al-Haddad. “Na de revolutie moeten vrouwen geen genoegen meer nemen met hun lage status in de samenleving.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.