Het kind van de communautaire rekening

Het onderwijs in Brussel reproduceert de sociale ongelijkheid. Dat wijzen diverse rapporten uit. De vaststellingen zijn niet nieuw, de vraag dringt zich dan ook op waarom de maatregelen uitblijven. Het antwoord is o zo Belgisch.

  • Dieter Telemans Dieter Telemans

Als ik in het begin van het academiejaar aan mijn studenten vraag wiens ouders geen hogere opleiding hebben genoten, zijn er misschien twee of drie handen die omhoog gaan’, vertelt professor Dirk Jacobs (ULB). Het illustreert perfect hoe het gesteld is met de sociale gelijkheid in ons onderwijs. Sinds jaar en dag is geweten dat het Belgisch onderwijs een grote kloof kent tussen jongeren van kansarme en -rijke komaf. Die kloof snijdt dieper in Brussel dan elders in ons land.

In het nieuwe rapport Verspild talent onderzocht Jacobs met zijn collega-socioloog Andrea Rea (ULB) voor de Koning Boudewijnstichting de prestaties van allochtone leerlingen in de Franse en de Vlaamse Gemeenschap. Ze deden dat aan de hand van de data over 2009 uit het PISA-onderzoek (Programme for International Student Assessment, vergelijkend internationaal onderzoek onder de vleugels van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).

Hun conclusies zijn scherp: de kloof tussen autochtone en allochtone leerlingen in het Belgisch onderwijs is dan wel kleiner geworden tegenover vorige PISA-onderzoeken, reden tot juichen is er niet. Er is nog altijd een aanzienlijk verschil in resultaten van leerlingen met en zonder een migratie-achtergrond. Voor de slechte verstaander: dat heeft alles te maken met sociale omgevingsfactoren en taalachterstand. ‘Kansarme kinderen zijn niet minder intelligent dan kansrijke kinderen. Ons onderwijssysteem is er alleen nog altijd niet in geslaagd de uitdaging van de democratisering van het onderwijs volledig aan te pakken’, zeggen Jacobs en Rea.

De sociale kloof in het Belgisch onderwijs bestaat in de twee taalgemeenschappen in ons land, maar, waarschuwen de sociologen, vooral het onderwijs in Brussel reproduceert de bestaande sociale ongelijkheden. In een ander rapport, Het Onderwijs in Brussel, stellen academici dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië, opvallend meer leerlingen telt die niet “op leeftijd zitten”. De leerachterstand loopt in het secundair onderwijs verder op.

Het aantal jongeren dat zonder diploma de schoolbanken verlaat, ligt in Brussel merkelijk hoger dan in de rest van het land. Jongeren belanden er vaker in buitengewoon onderwijs. Waar in heel België jongeren van allochtone komaf vaker in technische en beroepsrichtingen terechtkomen, is dat in Brussel nog veel vaker het geval. ‘Eén op de drie jongeren in het onderwijs is een wijkjongere, versta: een jongere die uit een kansarme buurt komt’, zegt Bruno Bauwens van de Brusselse jeugdwerkorganisatie D’Broej. ‘Dat maakt dat de gemiddelde Brusselse leerling een zwaardere sociale rugzak draagt dan de Waalse of Vlaamse.’

Aanpak- of verrottingsstrategie

Een school bouwen, is een gevangenis sluiten. Volgens die filosofie van Victor Hugo kaartte de voorzitster van de leerkrachtenorganisatie OvdS (Oproep voor een democratische school) Romy Aerts het belang van goed onderwijs voor elk kind in Brussel aan.

Sociale ongelijkheid kan tot zeer ontvlambare situaties leiden. De Tottenhamrellen die zich in augustus over verschillende Britse steden verspreidden, maakten duidelijk hoe sociale achteruitstelling in gewelddadige stadsoorlogen kan ontaarden. Commentatoren riepen de politieke leiders ter verantwoording: dat de mix van sociale marginalisatie en een gebrek aan toekomstperspectieven van een grote groep mensen moet worden aangepakt.

‘Ook in Brussel is het hoog tijd dat we, als er weer eens een relletje uitbarst, met creatievere antwoorden voor de dag komen dan zerotolerantie’, zegt Jacobs. ‘Met de bevestiging dat er sociale uitsluiting is van bepaalde groepen, komen we er evenmin. Ik behoed me voor straffe uitspraken, maar de ongelijke onderwijskansen en de grote werkloosheid bij kansarme jongeren, die dan nog eens een migratie-achtergrond hebben, vormen perfecte ingrediënten voor een sociale tijdbom. Ik vind dat het in Brussel nog relatief kalm is.’

Opeengestapeld

‘Ongelijke onderwijskansen vormen geen typisch Brussels symptoom, en komen sowieso veeleer voor in een stedelijke omgeving. Maar in Brussel heb je wel een opeenhoping van factoren die de ongelijkheid in het onderwijs versterken’, zegt Jacobs. Onder de titel Halt aan de Brusselse onderwijscatastrofe organiseerden de leerkrachten van OvdS eind februari een tweetalige persconferentie om de Brusselse onderwijsproblemen aan te kaarten.

‘Dat jongeren sinds jaar en dag –op een structurele manier– uit de Brusselse onderwijsboot vallen, is niet normaal. We wilden de verschillende violen gelijkstemmen en mogelijke maatregelen voorstellen’, zegt Jean-Pierre Kerckhofs van OvdS. Brussel kent volgens de OvdS immers serieuze institutionele onderwijsproblemen: een groot scholen- en leerkrachtentekort, een sterk onderscheid tussen elitaire en “minder sterke” scholen in Brussel, een groot verschil tussen Franstalig en Nederlandstalig onderwijs, een gebrek aan buurtscholen, en een inschrijvingsbeleid dat gericht is op de eigen taalgroepen. Wat ontbreekt, is een masterplan om die problemen aan te pakken. Kerckhofs beschouwt het als zijn plicht om vanuit het middenveld op de alarmknop te blijven drukken en creatief debat te stimuleren. ‘Dat debat moet nu beginnen, wars van de communautaire politieke discussies.’

Duale stad

Brussel heeft niet alleen de uitdaging om flexibel om te gaan met tweetaligheid, het is ook een grootstad met een zeer diverse en groeiende bevolking en grote sociale tegenstellingen. ‘De allereerste uitdaging voor Brussel is om de armoede weg te werken’, zegt het Brusselse parlementslid Elke Van den Brandt (Groen!). ‘Een derde van de Brusselse kinderen is arm, dat legt een enorme druk op het onderwijs.’ In een rapport van de OvdS staat het zo: de stedelijke realiteit in Brussel is schrijnend en het versplinterde en niet-gestructureerde onderwijs kan daar geen antwoord op bieden.

‘Ik ben niet blind voor de problemen maar “schrijnend” vind ik wel heel sterk uitgedrukt’, zegt de Molenbeekse schepen van Nederlandstalig onderwijs en s.pa-parlementslid Jef Van Damme. ‘We zijn nu eenmaal een hoofdstad en dat brengt een aantal uitdagende realiteiten voort.’ Hij legt dit uit aan de hand van het boek De trek naar de stad van Doug Saunders. ‘Brussel is een stad van aankomst. Liefst een derde van de gehele Belgische immigratie komt aan en vestigt zich tijdelijk in Brussel. We hebben dus een constante groep van nieuwkomers, wat een realiteit van altijd opnieuw beginnen creëert. Nieuwkomers beginnen hier aan een integratietraject, en zodra ze dat met succes hebben doorlopen, trekken ze vaak weg uit de centrumwijken, naar de rand, de “betere” wijken. Je kan dat spijtig vinden, maar je kan het ook positief bekijken: het is nu eenmaal de functie van de stad. Vergelijk het met een sociale roltrap, waarbij de stad onderaan die trap ligt. Overigens, we doen het in die zin niet slecht in vergelijking met andere hoofdsteden.’

‘Brussel is ook een tweeledige stad,’ zegt Dirk Jacobs, ‘rijk in het zuidoosten, kansarm aan de westkant voorbij de kanaalzone. Net die dualiteit vind je terug in de Brusselse scholen. De sociale positie van leerlingen en hun ouders bepaalt immers de studiekeuze in het secundair onderwijs. De middenklasse stuurt zijn kinderen koste wat kost naar het algemeen secundair onderwijs. Het technische en beroepsonderwijs –dat een kennismaatschappij als de onze als minderwaardig bestempelt– worden bevolkt door leerlingen van lagere sociale klassen. De dualiteit tekent zich ook al af in het lager onderwijs met sterke tegenstellingen tussen “goede”, witte scholen en zogenaamd “foute”, zwarte scholen of concentratiescholen. Meer nog dan de sociale thuissituatie van een kind, bepaalt de schoolkeuze de schoolloopbaan van een kind. De sociale mix in de Brusselse scholen ontbreekt, en dat is nefast voor een democratisch en gelijk onderwijs. In die zin moeten we ernstig bezinnen over de vrije schoolkeuze, en kijken of we niet het Finse voorbeeld kunnen volgen waarin kinderen een school krijgen toegewezen. Daar is wel een gezonde sociale mix aanwezig, en Finland scoort goed in de PISA-onderzoeken.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.