De Dalai Lama: 'In principe is elk beroep op geweld fout'

Vorig jaar moest hij wijken voor het Belgisch commercieel belang in China, maar einde mei is het dan toch zo ver: de Dalai Lama komt naar ons land. Het bezoek van de Tibetaanse leider is op de eerste plaats een spiritueel gebeuren, een ontmoeting met de groeiende groep landgenoten die interesse heeft in het boeddhisme. Maar aangezien de Dalai Lama ook de wereldlijke leider is van het Tibetaanse volk, wordt tegelijk uitgekeken naar zijn standpunt over de Chinese controle over Tibet. En als winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede (1989) heeft hij wellicht ook wat te vertellen over geweldloos verzet tegen onrecht en bezetting. MO* luisterde nu al naar Zijne Heiligheid.
De veertiende Dalai Lama werd geboren op 6 juli 1935 in de noordoostelijke Tibetaanse provincie Amdo. Zijn ouders noemden hem Lhamo Thondup, maar toen monniken hem op tweejarige leeftijd uitriepen tot de reïncarnatie van de vorige Dalai Lama, veranderden ze zijn naam in Jetsun Jamphel Ngawang Lobsang Yeshe Tenzin Gyatso.
Toen hij vijftien was, vielen de Chinezen Tibet binnen. Een overeenkomst stond de Dalai Lama toe te blijven, maar dat akkoord werd opgezegd in 1959, toen China een revolte op de oostelijke flanken van Tibet bestreed. De Dalai Lama vluchtte, samen met een aantal volgelingen, naar India. Sinds 1960 woont hij in Dharamsala, in de Indiase deelstaat Jammu and Kashmir. Het stadje werd de thuisbasis van de Tibetaanse regering in ballingschap en van zo’n tienduizend landgenoten van de Dalai Lama.
Ik ontmoet de Dalai Lama in Dharamsala. Hij woont in een huis tegenover een tempel en een publieke ruimte, waar hij sermoenen geeft. Het huis is niet imposant, maar de ruime binnenkoer is omgeven door goed onderhouden kamers. Ik word gefouilleerd door de veiligheidsdiensten en vervolgens naar een wachtkamer gebracht waar allerlei prijzen en eretitels aan de muur hangen. De Nobelmedaille hangt hier niet, die hangt in de meditatieruimte, vertelt mijn begeleider Jigmey Tsultrim.
Als het tijd is voor het interview, staat de Dalai Lama me op te wachten in de gang. Hij voert me aan de hand de zitkamer in waar het gesprek plaatsvindt. Een boeddhabeeld in een houten toonkast en verschillende thangkas -wandtapijten met boeddhistische motieven- zetten de toon. Het interview verloopt op het ritme van het heldere, hoge lachen van de Dalai Lama.
Als het gesprek afgelopen is, omklemt de Dalai Lama mijn hand voor de souvenirfoto. Bij het buitengaan, legt hij een witte sjaal om mijn nek, de traditionele Tibetaanse manier om iemand vaarwel te wensen. Ik buig lichtjes uit erkentelijkheid, en als antwoord hij buigt zo diep dat het enigszins gênant wordt. Het is erg moeilijk om niet gecharmeerd te worden door de Dalai Lama.
Wie over vrede spreekt, denkt vandaag aan de oorlog in Irak. Wat kunt u ons daarover zeggen?
De Dalai Lama: De dag na 11 september 2001 schreef ik een brief aan president Bush als een vriend, want ik ken hem persoonlijk. In die brief drukte ik mijn medeleven en droefheid uit, maar ook mijn overtuiging dat een geweldloos antwoord de meest effectieve reactie zou zijn op deze tragedie. Vlak voor het uitbreken van de Irakcrisis drukten miljoenen mensen, van Australië tot Amerika, hun verzet tegen geweld uit. Dat heb ik echt bewonderd en gewaardeerd. Toen de oorlog in Irak begon, kreeg ik de vraag of die oorlog gerechtvaardigd was of niet, of hij juist of fout was. In principe is elk beroep op geweld fout. Is dat ook het geval voor Afghanistan en Irak? Uiteindelijk zal de geschiedenis dat moeten uitwijzen.
Welke zijn de bronnen van het terrorisme?
De Dalai Lama: Er zijn mensen die het Westen verwijten dat het een wrede geschiedenis heeft. Zij zien de successen van het Westen op het vlak van economie, onderwijs, gezondheid en sociale zorg als het resultaat van de uitbuiting van armere landen, inclusief de Arabische landen. Westerse naties werden rijk door gebruik te maken van grondstoffen zoals Arabische olie, terwijl de landen die deze basismaterialen leveren arm blijven. Zulke onrechtvaardigheden wekken jaloezie op. Daar komt dan misschien een religieuze factor bij. Op sommige plaatsen hanteert men de notie van één godsdienst, één waarheid. In de islamitische wereld is dat de notie van Allah. De westerse, multireligieuze moderne samenleving is een uitdaging voor die visie.
Ziet u een oplossing?
De Dalai Lama: Onder de moslims zullen er altijd onbetrouwbare individuen zijn, net zoals bij christenen, hindoes en boeddhisten. We kunnen de hele islamitische samenleving niet beschuldigen van de misstappen van enkele individuen. Dat betekent dat we in het algemeen moeten afstappen van de notie van één godsdienst, één waarheid, en moeten streven naar pluralisme en het erkennen van een veelheid aan waarheden.
Bovendien moet er een geest van dialoog zijn. Telkens we meningsverschillen zien, moeten we die proberen op te lossen op basis van het erkennen van de eenheid van de gehele mensheid. Dat is de hedendaagse realiteit. Als er ergens een gemeenschap vernietigd wordt, is het in werkelijkheid een stuk van ons allemaal dat vernietigd wordt. We moeten heel duidelijk erkennen dat de hele mensheid één familie is. Elk conflict binnen de mensheid moet beschouwd worden als een familiaal conflict. En een oplossing moet dan ook in die sfeer gevonden worden.
Hoe schat u het beleid van de Verenigde Staten tegenover Tibet in?
De Dalai Lama: Dat is behoorlijk bevredigend en behoorlijk bemoedigend. De Amerikaanse regering duidde bijvoorbeeld een speciale coördinator aan om onze dialoog met China aan te moedigen. Er is een heleboel sympatie voor ons in beide kamers van het parlement. Trouwens, wat kunne de Amerikanen doen? Het is een heel ingewikkelde zaak. China is Irak niet. China is een gemeenschap van meer dan een miljard mensen. En het staat economisch heel sterk bovendien. Desondanks vind ik de hoeveelheid steun die we uit het Westen krijgen heel bemoedigend.
Welke regeling met China streeft u na en welke maatschappij heeft u dan voor ogen voor Tibet?
De Dalai Lama: Tibetanen zullen genieten van een echte autonomie die garant staat voor het bewaren van onze identiteit, onze cultuur, onze spiritualiteit, onze natuurlijke omgeving. Er heeft wel degelijk een zekere economische ontwikkeling plaatsgevonden in Tibet, maar dat is gebeurd zonder de mensen rechten of betekenisvolle autonomie toe te kennen. Dat leidt in Tibet, ondanks een beter draaiende economie, tot veel wrevel.
Ik vraag geen afscheiding, maar autonomie. Zelfs de Chinese grondwet kent ons dat toe. Ik ga dus niet fundamenteel in tegen het denken van de Chinese regering, wiens voornaamste zorg het is dat Tibet deel blijft uitmaken van China. Wij zijn het daar volledig mee eens. Ik zie geen fundamentele tegenstellingen. We hebben dezelfde doelstellingen voor Tibet: stabiliteit, eenheid en welvaart. De vraag is alleen: welke methodes gebruiken we om die zaken te verwezenlijken? De Chinese autoriteiten willen stabiliteit en eenheid realiseren door gebruik te maken van wapens. Dat is hun enige visie. Wij stellen een benadering voor die ons ook enige voldoening geeft. Als er een gevoel van gemeenschappelijk belang ontstaat, komen de eenheid en de stabiliteit vanzelf.
Welke rol zal u spelen in dat systeem?
De Dalai Lama: Ook tijdens ons verblijf buiten Tibet, gedurende de voorbije zesenveertig jaar, hebben we ernstige stappen in de richting van democratisering gezet. De afgelopen vier jaar hebben we gezorgd voor een verkozen politieke leiding. Sindsdien ben ik semi-gepensioneerd. Eenmaal de dag van de terugkeer aanbreekt, ga ik volledig met pensioen. Er zal dan geen politieke rol meer zijn voor de Dalai Lama. En dat geldt niet alleen voor mij, maar ook voor elke toekomstige Dalai Lama.
U hebt gezegd dat de toekomstige Dalai Lama buiten China gevonden zal worden.
De Dalai Lama: Zoals ik al zei: het zullen de mensen zijn die bepalen of deze instelling verder zal blijven bestaan. Onder de beste omstandigheden denk ik dat de instelling moet blijven bestaan. Als het Tibetaanse volk een nieuwe incarnatie wil, dan moet hij in staat zijn de taken af te werken die deze Dalai Lama niet heeft kunnen voleindigen. Dat betekent dat hij moet komen uit een vrij land. De Chinese regering zal ook een Dalai Lama aanduiden, maar de Tibetanen zullen geen geloof in hem hebben. Zelfs de gewone Chinezen zullen geen geloof in hem hebben. Hij zal een valse Dalai Lama zijn. De berekeningen van onze Chinese broeders en zusters verschillen soms van de onze. (lacht)
Het boeddhisme is een door mannen gedomineerde religie. Ziet u een manier om vrouwen meer ruimte te geven?
De Dalai Lama: De voorbije dertig jaar hebben we hard gewerkt om dat te veranderen. Veel boeddhistische nonnen zijn zeer oprecht, maar ze hebben nooit de kans gekregen om door te groeien tot het hoogste niveau van wijding. Dat heeft ons behoorlijk ongemakkelijk gemaakt, vooral omdat de Boeddha wel gelijke kansen gaf aan vrouwen. Toch hebben wij, zelfs al zijn we volgelingen van de Boeddha, dat genegeerd. De voorbije eeuwen hebben we de kwaliteit van het religieuze onderwijs in de nonnenconventen volkomen verwaarloosd. In de veertig jaar dat we in India verblijven, hebben we meer zorg gedragen voor de nonnen. We hebben het onderwijsniveau voor mannen en vrouwen gelijk gesteld. Beide geslachten kunnen nu een doctoraat in boeddhistische studies halen.
In de toekomst zullen mannen én vrouwen dus tot de hoogste lama’s kunnen behoren?
De Dalai Lama: Tot vandaag zijn de meeste abten van nonnenklossters mannen. Vanaf nu kunnen er inderdaad hoog gekwalificeerde vrouwelijke abten zijn binnen de nonnenconventen. Als een vrouwelijke lama dan sterft en als zij een goede geleerde en een goed beoefenaarster van het boeddhisme geweest is, dan is de kans groot dat haar reïncarnatie ook vrouwelijk zal zijn. Ik denk dus dat er in de tweeëntwintigste eeuw meer vrouwelijke reïncarnaties zullen zijn in vrouwelijke instellingen. Dat kan leiden tot een competitie tussen mannelijke lama-instellingenen vrouwelijke lama-instellingen. Het zal een positieve competitie zijn. (lacht)
U bent vorig jaar zeventig geworden. Hoe denkt u over uw eigen sterfelijkheid?
De Dalai Lama: Als praktiserend boeddhist denk ik bewust na over en maak ik me ook voorstellingen van de dood. De dood is niet gescheiden van onze levens. Dankzij mijn onderzoek naar en mijn gedachten over de dood, heb ik enige garantie en overtuiging dat het een positieve ervaring zal zijn.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.